Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 327 van 1110

...  315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340  ...
[19] Buiten deze wereldmens strekt zich naar alle kanten de vrije etherruimte eeuwig uit, waar deze mens in een voor jullie begrippen werkelijk eindeloos grote kring, door Mijn wil aangedreven, met voor jullie onvoorstelbare snelheid doorheen vliegt ter wille van de voedingsstof uit de eindeloze etherzee, waar hij in zekere zin als een vis doorheen zwemt. Omdat er in de vrije, grote etherruimte geen onder of boven is en geen wezen noch naar de ene noch naar de andere kant ergens heen kan vallen, bevindt deze mens zich dus net zo stevig en vast in de etherruimte als deze aarde, de zon en al de aeonenmaal aeonen zonnen in een hulsglobe.
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Dit zonnenheelal gezelschap met een centrale zon zullen we een zonnenal-al noemen. Zulke al-allen zijn er weer in een voor jullie ontelbaar aantal, en alle hebben op een eindeloze diepte weer een ongehoord grote centrale oerzon, waaromheen zij zonder verstoring van hun vele afzonderlijke bewegingen als één lichaam in een alleen voor een engel meetbaar wijde baan doorlopen, en zo'n zonnen en wereldensysteem willen we, om het tot een begrijpelijk begrip te maken, een zonnen en wereldenhulsglobe noemen, omdat alle hiervoor genoemde al-allen naar alle richtingen om de centrale oerzon cirkelend, een onmetelijk grote bol vormen en tengevolge van hun noodzakelijkerwijs vrijwel gedachten snelle beweging en de daardoor veroorzaakte centrifugale kracht op een natuurlijk voor jullie onmeetbare diepte en verte een soort huls vormen, waarvan de dichtheid die van de atmosferische lucht van deze aarde benadert en van binnen naar buiten een doorsnede heeft die gerekend naar de afstanden op aarde zelfs met duizendmaal duizend aeonen nog veel te gering zou zijn.'
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar vraag niet naar de grootte en lengte van de doorsnede van zo'n hulsglobe! Want voor de mens zou er wel eens moeilijk ooit op deze aarde een getal uitgedacht kunnen worden waardoor men als men de afstand van deze aarde naar de zon, die toch ongeveer 44 maal duizendmaal duizend uur bedraagt, als eenheidsmaat neemt, zoiets toereikend zou kunnen bepalen, want aeonenmaal aeonen van zulke afstanden zijn nauwelijks voldoende voor een zonnenwereldal-algebied, waarvan er binnen een hulsglobe zoals reeds aangeduid een vrijwel ontelbaar aantal zijn. Nu heb Ik bij jullie toch nog het begrip voor de bijna oneindige grootte van een hulsglobe gevormd, en op deze basis kunnen we dan wel verder bouwen.
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Kijk, alles wat een geheel vormt, van het grootste tot het kleinste, heeft ter bedekking en ter bescherming van zijn uiterst kunstige binnenste een omhulling! Deze omhulling heeft echter ook nog het heel belangrijke doel om het onreine van het binnenste mechanisme van een levend lichaam in zich op te nemen en als iets wat voor het organische leven ondeugdelijk is naar buiten te brengen, maar daarvoor dan van buiten af gezuiverde levensvoedingsstof op te zuigen en ter versterking van het leven aan het inwendige, organische lichaamslevens mechanisme toe te voeren. Daaruit kunnen jullie je nu in ieder geval een duidelijk begrip vormen, waarom ik het geheel van zonnen en werelden-al-alcompendium een omhulde bol of 'hulsglobe' noem.
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Denken jullie je nu helemaal buiten de reusachtig grote omhulling of buitenste huid van een hiervoor beschreven globe een zich naar alle kanten uitstrekkende, ontzaglijke ruimte die helemaal leeg is, en ga die in gedachte in tot zelfs iemand met heel scherpe ogen van die hele vrijwel eindeloos grote hulsglobe alleen nog maar een flauw schemerig minuscuul puntje zou kunnen ontdekken, en in de tegenovergestelde richting ook weer zo'n puntje, dat natuurlijk ook weer een hulsglobe is. Dat geeft dan zo ongeveer een indruk van de afstand tussen twee hulsgloben, die alle twee even groot zijn, maar door de enorme afstand reeds halverwege tot een nauwelijks waarneembaar schemerig puntje ineenschrompelen, en zo hebben we dus kennis gemaakt met twee naburige hulsgloben.
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Zoals jullie nu, zullen nog talloos velen uit hem ontstaan, en dat net zo lang tot al het in hem gerichte en gevangen gehouden leven over zal zijn gegaan in het vrije geestelijke leven; en zolang deze hele wereldmens niet volledig in het vrije, zelfstandige geestelijke zal zijn opgelost, zolang zal ook het gericht en de hel voortbestaan. En dus hoeft niemand van jullie er zich zorgen over te maken dat eventueel de hellegeesten van de ergste soort in het lijden en de kwellingen die zij zichzelf aandoen te kort zullen komen.
Hoofdstuk 246: De verlossing van de wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Voordat deze aarde er was, had de zon als datgene wat zij nu is, deze weg al talloze malen doorlopen, maar met deze aarde ook al zo vaak, dat jullie voor het totaal van die zonnejaren in jullie rekenkunde helemaal geen getal kennen dat groot genoeg is om het te berekenen, en er zou nog minder een getal te bedenken zijn voor het aantal malen dat zij haar grote kringloop nog zal blijven volbrengen tot aan haar volledige oplossing. Ik zeg jullie: aeonenmaal aeonen van die zonnejaren zouden nog vrijwel niets zijn!
Hoofdstuk 246: De verlossing van de wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Ben Ik dan lichamelijk niet even goed iets miniems vergeleken bij de grootte van de hele schepping die jullie nu getoond is?! En toch overtreft Mijn geest deze eindeloos!'
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Kijk, al heeft de jullie onthulde aanblik van de natuurlijke grootte van Mijn schepping je ook in het niets samengedrukt, dan zeg Ik je toch, dat de kleinste in Mijn rijk in alles onvergelijkbaar groter zal zijn dan dat wat je nu zo eindeloos groot voorkomt! - Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Daaruit kunnen jullie je ten eerste een begrip vormen, hoe groot de kring is die hij steeds weer opnieuw moet doorlopen, en dat er voor de voeding van al zijn zenuwen en vezels heel goed gezorgd is. En ten tweede kunnen jullie je ook een helderder begrip maken van de macht, wijsheid en orde in God, dan tot nu toe het geval was. Begrijpen jullie dat goed?'
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE FARIZEEËR zei helemaal verbluft: 'Heer, Heer, almachtige, eeuwige God, volgens uw maar al te duidelijke voorstelling is er voor de verdoemden in de hel maar ontzettend weinig hoop op zaligheid; want die eindeloze tijdruimten zonder tal en zonder maat, zijn immers hetzelfde als de eeuwigheid als zodanig! Ach, dat zijn tijden waaraan tot op heden nog geen mens ook maar in de verste verte heeft gedacht! Wat wordt een mens daar oneindig klein bij! O God, waarom bent U dan zo oneindig groot, wijs en machtig en zijn wij mensen zo ontzettend nietig, dom en zwak?! Heer, heus waar, nu overvalt mij een grote angst voor U, omdat U in Uw geest te eeuwig, te eindeloos groot, te wijs en te almachtig bent! En het is voor mij nu het aller onbegrijpelijkste, hoe U in Uw hele goddelijke volheid in het zeer beperkte lichaam van een mens naar ons op deze nietige aarde hebt kunnen komen!'
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'O, zeer zeker, -zij weten er al heel wat van! Het wordt al gauw dag en dan zullen jullie daartoe genoeg gelegenheid vinden. Maar nu moet ieder van jullie dat wat hij nu gehoord heeft eens goed overdenken en het nauwgezet onthouden voor hen die hij in Mijn naam zal toespreken!
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Deze dubbelzonnen hebben echter in ieder zonnengebied een heel belangrijke functie, want zij zijn de natuurlijke regelaars van de bewegingen van de andere enkele, planetaire zonnen en de verdelers van de bekende voedingsstof voor een heel zonnengebied, en zij zijn zo verdeeld, dat er op iedere zevenhonderd tot duizend enkele zonnen een zo' n dubbelzon voorkomt. Maar in Mijn rijk zullen jullie dat alles overduidelijk leren kennen, want hier is alle kennis daarvan slechts onbeduidend stukwerk.
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maar nu richten we onze ogen weer naar de zonsopgang; want dadelijk zal onze zon in al haar pracht en majesteit opgaan, en de huidige zonsopgang moeten jullie allen heel goed in je opnemen!'
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar het wordt nog alsmaar lichter en lichter. De wolkjes die het dichtst bij de opgaande zon staan -zoals de daden uit zuivere liefde tot God worden helder stralend goud. Tenslotte begint het in het oosten te gloeien en kijk, de zon zelf stijgt in de volle glorie van haar licht en majesteit boven de horizon, en zoals de nieuwe dag door het licht van de zon opnieuw uit de nacht geboren wordt, zo wordt ook de mens opnieuw geboren door de kracht van Gods woord en door de steeds stijgende liefde tot God en de naaste. Want de geestelijke wedergeboorte in de mens bestaat eruit, dat hij God steeds meer leeft kennen en daardoor ook steeds meer liefheeft.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340  ...