Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 327 van 1490

...  315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340  ...
[6] IK zeg: 'Ja, Ik moet eerlijk bekennen dat Ik jullie wat dit betreft niet veel meer hoef te zeggen; want jullie beiden vatten nu alles vanuit zo'n juist standpunt op, dat hierover weinig of niets meer te zeggen valt! Waarlijk, zoveel juist begrip heb Ik in heel Israël niet gevonden! Ik ben daarom ook in alle waarheid dat, waarvoor jullie beiden Mij houden. Maar nu hebben alleen jullie pas het heil van jullie leven herkend; er zijn in deze plaats echter meer mensen die bij jullie horen. Hoe willen jullie hun dat bijbrengen? In één keer, plotseling, mogen jullie dat niet doen, maar stukje bij beetje, omdat anders hun vrije wil grote schade zou ondervinden; maar dan blijft nog de vraag hoe jullie dat aan zullen pakken"
Hoofdstuk 206: Hirams getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] AZIONA zegt: 'Dat zal natuurlijk een beetje moeilijk zijn; want de anderen zijn nog meer cynici dan wij! Maar komt tijd komt raad, het zal wel lukken. Ik ben van mening dat het ook op geloofsgebied iets gemakkelijker is om met intelligente mensen om te gaan dan slechts met lichtgelovigen, die wel gauw iets als geheel waar aannemen, maar later helemaal niet in staat zijn om te beoordelen wat ze hebben aangenomen. Deze mensen hier kopen echter nooit een kat in de zak, maar ze bekijken de waar van alle kanten bij het licht; en als ze er dan een gunstig oordeel over kunnen vellen, nemen ze een echte en goede zaak ook tegen elke prijs aan. En daarom geloven wij dat wij met onze verwanten en metgezellen het ook wel gemakkelijk en goed zullen redden.
Hoofdstuk 206: Hirams getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] De buren vroegen wat er in deze nacht dan gebeurd was; want ze hadden in hun hutten zelfs in hun slaap een hevig gehuil en geschreeuw vernomen. Ook was het hun voorgekomen alsof het de hele nacht zo half licht was geweest. Enkelen van hen waren wel hun hut uitgegaan om te zien wat er aan de hand was, -maar ze hadden vanwege de kleine heuvels en hopen losse stenen tussen de hutten niet kunnen ontdekken wat het was. Ze hadden zich stil gehouden, deels hun hutten en vrouwen en kinderen bewaakt en ook met de gebruikelijke cynische gemoedsrust daarbij gedacht: 'Wel, de spoedig aanbrekende dag zal ons daarover wel de nodige opheldering geven!"
Hoofdstuk 207: Het strandgoed wordt verzameld en opgeborgen. De nieuwsgierigheid van de dorpsbewoners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] EEN van hen vroeg: 'Maar er zijn gisteren toch vreemden, misschien joden of Grieken, per schip bij Aziona gekomen! Wat zijn dat voor mensen? Zijn ze er nog, of zijn ze al weer weg? Hebben deze mensen vannacht soms zo'n spektakel gemaakt?"
Hoofdstuk 207: Het strandgoed wordt verzameld en opgeborgen. De nieuwsgierigheid van de dorpsbewoners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] AZIONA zegt: 'Ze kennen welons hele doen en laten, maar op onze reizen hebben ze ons persoonlijk nooit gezien of ergens bezocht en het zijn allesbehalve magiërs, waarvoor ik ze in eerste instantie ook heb gehouden. In de loop van de dag heb je nog ruimschoots gelegenheid om te weten te komen wie zij, en vooral ook hun meester, zijn. Kort en goed, vooral de meester is iemand zoals er nooit eerder een heeft bestaan zolang de mensen op deze aarde denken en hun daden hebben opgetekend op de ijzeren tafels van het grote wereldgebeuren. Dat is voor het ogenblik genoeg; denk erover na! Ik moet nu in de keuken gaan zien hoe het met het morgenmaal is gesteld "
Hoofdstuk 208: De voorbereidingen voor het morgenmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] AZIONA zegt: 'Ik denk dat dit bij deze mensen volkomen onnodig zal zijn; want hun boven alles wakkere geest slaapt zeker nooit en weet alles wat er is en gebeurt en daarom zal het hem ook zeker niet ontgaan wanneer het maal volledig gereed zal zijn!"
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En of er werkelijk ergens een goddelijk wezen bestaat dat door zijn kennis volledige duidelijkheid heeft over deze begrippen is een grote vraag, die tot nu toe ook zeker nog geen enkele sterfelijke wijze zo heeft beantwoord, dat andere mensen voldoende inzicht hebben om van zichzelf te kunnen zeggen: 'Nu hebben we ook daarover minstens enig idee!'
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Ja, beste Hiram, over deze begrippen is in Athene op de hoge school, die ook ik bezocht heb, veel gesproken, maar altijd zonder het geringste ook maar enigszins voldoende resultaat. Wat was de conclusie aan het eind van de vele besprekingen en redevoeringen?: Dat het de grootste overwinning van een wijze is, als hij inziet dat hij helemaal niets weet, en dat hijzelf als wijze niet eens op de onderste trap van die tempel staat waarin de godin van de wijsheid haar schatten achter stevige sloten en grendels bewaart!
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] DE BUURMAN zegt: 'Vriend Hiram, heeft de hitte van de zon soms te sterk op je hersenen ingewerkt? Jouw woorden zijn immers zo buitengewoon verward, dat we allemaal in ernst medelijden met je beginnen te krijgen. Wie van alle sterfelijke mensen kan zich ooit een voorstelling maken van de oneindigheid der ruimte, wie van de eeuwige duur van de tijdstroom? Deze mensen zeker evenmin als wij, -en wanneer ze slapen al helemaal niet! Wel, ze mogen dan wel werkelijk wijs zijn en een machtige wil hebben; maar volledige kennis van de oneindigheid der ruimte, van de eeuwige tijd, de krachten, het licht en wezen van het leven kan geen enkele beperkte wijze op deze aarde bevatten, en dus ook deze vreemdelingen zeker niet!
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] HIRAM zegt: 'Jij bent nu weliswaar de rotsvaste oude Griek en denkt dat mijn hersenen schade geleden hebben door de zon; maar hierin vergis je je geweldig! Over twee uur zul je hopelijk anders oordelen en spreken! Want wat er allemaal achter deze mensen schuilgaat zul je je pas dan iets beter kunnen voorstellen, wanneer je enige tijd met henzelf contact gehad zult hebben. Ik ben toch ook geen windwijzer en onze leider Aziona net zo min; maar wij zijn nu beiden geheel andere mensen geworden en hebben Diogenes geheel over boord geworpen. Hetzelfde zal zeker ook bij jou en bij alle anderen gebeuren. -Maar nu richt de Meester zich op en ook Zijn leerlingen, en nu moeten we Hem dadelijk vragen of Hij het morgenmaal al wil gebruiken"
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[19] Maar toen Ik Aziona het vat weer in handen gaf, was het even vol als het eerst was, ofschoon het bij het wassen leek of Ik iedere druppel eruit gebruikt had. Aziona liet dat meteen aan de buren zien en deze waren stom van pure verbazing.
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] HIRAM zegt: 'Ja, mijn vriend Epiphanes, ik zegje dat dit louter wonderen zijn van de wil van die Ene, die Zich zojuist met de wijn heeft gewassen! Hoorde je niet wat hij Aziona ten antwoord gaf toen deze Hem vroeg of Hij water nodig had?"
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] EPIPHANES zegt: 'Ja, als dat zo is, dan zou dat inderdaad heel bijzonder zijn! Er moeten weliswaar bepaalde magiërs uit Indië geweest zijn die een buitengewone kracht in hun wil en in hun blik hadden, zodat ze de wildste dieren ogenblikkelijk dermate in hun ban konden krijgen, dat deze als dood op één plek moesten blijven staan en met zich laten doen wat zo'n magiër wilde; ook de winden, wolken en bliksems schijnen ze werkelijk hun wil op te kunnen leggen! Dat is dus al eens gebeurd. Wel, of ze van water of lucht ook de beste wijn kunnen meken weet ik werkelijk niet; maar zoveel weet men van de oude magiërs wel, dat ze water in bloed, en regen in louter kikvorsen hebben kunnen veranderen. Alleen is daar natuurlijk wel een sterk geloof voor nodig; want zoiets hebben we nog nooit gezien. Maar dit hebben wij nu zelf gezien en we kunnen dus in ieder geval als volgt denken: Als dit mogelijk is, kan ook het andere mogelijk geweest zijn. Maar we zullen nu hierover niet verder oordelen. Aziona komt reeds met de maaltijd en wij bespeuren al honger, laten we daarom verdere besprekingen voor later bewaren!"
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] EPIPHANES wordt door deze vraag van Mij een beetje verlegen, maar vermant zich dan toch spoedig en zegt: 'Ja, goede meester, om iemand daarover duidelijke uitleg te geven zou voor iedere sterveling wel eens een van de grootste onmogelijkheden kunnen zijn; want hier is werkelijk letterlijk van toepassing, dat niemand een ander kan geven wat hijzelf helemaal niet bezit!
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Dat men wel iets kan zeggen over een beperkte ruimte en over een afgemeten en begrensde tijd, weet men van oudsher uit ervaring; want het begrensde kan iets wat aan hemzelf verwant is, wel vatten, maar nooit iets wat in de hoogste graad niet aan hem verwant is. En bijna hetzelfde geldt voor het bevatten van de begrippen 'kracht', 'licht' en 'leven'. Wel bezit de mens kracht, licht en leven; maar tot nog toe is geen enkele wijze in staat geweest om hiervan een duidelijke en geheel en al begrijpelijke definitie te geven en zodoende ook ik niet, omdat ik bij alles wat ik ben het minst een wijze ben. U, goede meester, heeft mij gevraagd en ik heb u geantwoord. Als u ons deze begrippen volledig bevredigend kunt uitleggen, zullen wij u daarvoor zeer dankbaar zijn."
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340  ...