Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 327 van 1037

...  315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340  ...
[14] Maar Heer, ik zie daar op de weg die naar de morgen leidt een hele karavaan hierheen trekken! Omdat die waarschijnlijk hier zal overnachten, zal er voor ons in de herberg niet veel ruimte overblijven. Zijn het joden, Grieken of mogelijk zelfs Perzen?'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen zei Agricola weer: 'Heer en Meester, de zeventig arbeiders die U daarnet als leerlingen in de wereld zond, zijn stellig ook niet veel vaster in hun geloof en vertrouwen geweest dan ik en mijn metgezellen, en U heeft hun toch gaven gegeven die echt niets te wensen overlaten! De gaven die zij gekregen hebben zijn voor hun ambt weliswaar noodzakelijker dan voor ons; maar het noodzakelijke daarvan kan toch niet alleen de voorwaarde zijn om zulke wonderbaarlijke gaven te ontvangen! Ik dacht eigenlijk, volgens wat U gezegd heeft, datje daartoe in staat moet zijn door je geloof en vertrouwen. Of de zeventig mannen echter al volledig zover waren, is nu natuurlijk een heel andere vraag, die alleen door U geheel naar waarheid en deugdelijk beantwoord kan worden!'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Ik zei: 'Dat handelsvolk interesseert Mij weinig; maar als jij beslist wilt weten wat voor karavaan dit is en waar die vandaan komt, kan Ik je dat wel zeggen. Het is een karavaan die uit Damascus komt en overmorgen van hier verder naar Sidon zal gaan; zij voeren allerlei metalen gereedschappen aan voor de markt. Deze mensen zijn joden en Grieken. Als je vandaag nog iets van hen wilt kopen, dan kun je dat doen; want morgen mogen zij geen markt houden.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Hierna liep Ik een stukje verder naar de vijgeboom, plukte een aantal vijgen en at die op. Vervolgens bezocht Ik. de jeugd, die juist rustig bezig was met het eten. van brood en heerlijk fruit. Toen zij Mij zagen, stonden allen op en betuigden Mij op hartelijke wijze hun dank voor alle goede gaven die zij ontvangen hadden.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik prees hen en raadde hun aan dat geloof getrouw in hun hart te bewaren, en zich in de grote wereldstad Rome, waar zij zich weldra zouden bevinden, vooral niet door de grote wereldse pracht, de hoogmoed, de afgoden en de verleidingen te laten bekoren, maar in alles nauwgezet de lessen en waarschuwingen van de Romein op te volgen die hen allen, als een ware vader zijn kinderen, reeds binnen een paar dagen mee naar Rome zou nemen. Als zij zich in alles kuis en behoorlijk zouden gedragen, zou Ik Zelf buitengewoon veel genoegen aan hen beleven en hun allerlei gaven geven.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] 'Tot nu toe waren jullie', zei Ik verder tegen de jongeren, 'zo rein als Mijn engelen in de hemel, en dat was ook de reden waarom Ik jullie Zelf uit de harde banden van de slavernij heb bevrijd. Blijf echter ook in het vervolg zo rein, dan zullen Mijn engelen jullie begeleiden en tegen alle tegenspoed beschermen, en zij zullen jullie voorgaan en leiden op de levenswegen die naar Mijn hemel leiden! - M'n lieve kinderen, hebben jullie dit goed begrepen?'
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Kijk, kinderen, als jullie slapen, is jullie lichamelijke oog gesloten, en toch zie je in je heldere dromen allerlei wonderlijke streken, mensen, dieren en bomen, bloemen, struiken en sterren en nog allerlei andere dingen helderder en zuiverder dan je de dingen van deze wereld met je lichamelijke ogen ziet! Kijk, alles wat je in je dromen ziet, is geestelijk, en zie je met je innerlijke geestesoog. Als je echter wakke rbent, is en blijft je innerlijke geestesoog gesloten, en geen gewoon mens kan het, zoals het lichamelijke oog, naar believen openen, -wat Ik om een heel wijze reden zo heb ingesteld!
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Nu kunnen jullie al gauw vertrekken en je door Mijn engel naar het dorp laten brengen en wel naar de herberg! Daar kunnen jullie dan onderling bespreken wat je nu allemaal gehoord en gezien hebt, en Mijn engel zal jullie veel uitleggen van hetgeen je met je verstand nog niet hebt kunnen begrijpen!'
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Daarop dankten allen Mij weer, en Ik ging terug naar het vroegere gezelschap dat zich voor de heuvel bevond.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Toen Ik daar aankwam, vroeg Lazarus Mij wat de jongeren aan de andere kant van de heuvel nog deden, en of ze misschien meteen van daaruit naar de Olijfberg gebracht konden worden.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik had dat nog maar net gezegd, of daar kwam Helias, die ook nog bij ons was, snel naar Mij toe en zei vol angst en vrees: ' Maar Heer, Heer, om 's hemels wil, wat is dat nu? Ik keek naar de uit de richting van de morgen komende karavaan, hoe die zich met haar kamelen en lastpaarden in onze richting beweegt, - maar nu komt er een andere, heel vreselijk uitziende karavaan achteraan! In plaats van kamelen en lastpaarden zie je verschrikkelijk uitziende vurige draken, en in plaats van mensen zie je echte duivelsgestalten die met gloeiende slangen omwonden en op hun borst met een doodskop getooid zijn! O Heer, Heer, wat heeft dat nu opeens te betekenen?'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Na dit door Helias in één adem vertelde verhaal gingen allen naar de aan de morgenzijde liggende rand van de heuvel en zagen de niet bepaald prettig uitziende verschijning, en stelden de wat angstige vraag, wat dat nu toch weer te betekenen had.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Toen zei Nikodemus: 'Heer, ik heb al een aantal knechten naar de herberg gezonden met de strenge opdracht om ervoor te zorgen dat deze karavaan voor geen geld in mijn herberg onderdak vindt of krijgt! Dat zou me wat moois zijn zulke wezens onderdak te geven! Ik zal als burgemeester dadelijk alle maatregelen treffen, zodat zij ver voorbij onze woonplaats onderdak zullen moeten zoeken. Zulke wezens zouden ons overigens zeer vriendelijke plaatsje immers dermate verpesten, dat daarna niemand er meer zou kunnen leven! Ja, daar moeten meteen heel scherpe tegenmaatregelen getroffen en in het werk gesteld worden om zo'n onheil van onze plaats af te wenden! - Heer, is dat niet juist?'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Kijk, daar wat achteraan staan de zeven mensen nog, die Ik in de oude hut van de rijke Barabe van de hongerdood heb gered! Zij stuurden hun naakte kinderen naar de burgers van deze plaats, opdat er toch maar iemand zich over hen zou ontfermen; maar daar vonden de kinderen alleen maar stenen harten. Als dat nu zo is, hoe kan het je dan verbazen dat Ik de burgers van dit dorp geen beter getuigenis kan geven! Als Ik je eens met je innerlijke oog de vooraanstaande mensen van Jeruzalem zou laten zien, - wat zou je dan wel zeggen?
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Maar nu zullen we dan, omdat de handelaren reeds voor het grootste deel een onderdak gevonden hebben, ook deze heuvel verlaten en eerst een uurtje naar jouw woonhuis gaan, en daarna pas naar de herberg om daar een avondmaal te gebruiken! Dan zal wel vanzelf blijken wat we kunnen doen.'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340  ...