Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 328 van 1166

...  316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341  ...
[10] Gods Geest en wil wordt nu in dit lichaam van Mij, dus in de materiezachter en als het ware buigzaam en oplosbaar gemaakt. Is dat gebeurd, dan moet deze materie van Mij in de grootst mogelijke vernedering en deemoediging gebroken en eerst losgemaakt worden, en Gods Geest, die in al Zijn volheid in Mij woont en één is met Mijn ziel, moet deze gebroken materie die door het vuur van Zijn liefde is gelouterd, opwekken en levend maken, en dan zal zij opstaan als overwinnaar van alle gericht en alle dood.
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen PETRUS weer bij ons in de kamer kwam, zei hij: 'Heer en Meester, de strijd is weliswaar bijgelegd, omdat ik mijn buren ertoe heb bewogen om ook voor de achtste keer de overtreding van de visdief door de vingers te zien; maar wettelijk gezien hadden ze hem deze achtste keer wel voor de rechter kunnen dagen. Het zou wel goed zijn, Heer, als U ook op dit aardse juridische gebied de wetten van Mozes iets nauwkeuriger wilde uitleggen, vooral in deze tijd, waarin ook de Romeinse wetten een grote invloed hebben gekregen op de levensomstandigheden van de joden en men niet meer zo goed weet of men zich nu meer aan de wet van Mozes of aan de Romeinse wet moet houden. In sommige opzichten is de Romeinse wet duidelijk humaner dan de Mozaïsche, die als staatswet in heel veel gevallen helemaal niet meer letterlijk toegepast kan worden. Welke wet is nu volgens Uw grote liefde en wijsheid beter?"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Als een broeder zich tegenover jou schuldig maakt, ga dan naar hem toe en vertel het hem onder vier ogen met vriendelijke woorden en vraag hem om jou zoiets niet meer aan te doen. Heeft hij naar je geluisterd en het ter harte genomen, dan heb je hem reeds gewonnen. (Matth. 18, 15) Luistert hij echter niet naar je, neem dan afhankelijk van de zonde die hij begaan heeft één of twee getuigen, zodat de zaak dan berust op verklaringen van twee of desnoods zelfs drie getuigen. (Matth. 18, 16) Luistert degene die zich tegenover jou heeft schuldig gemaakt ook in het bijzijn van de meegebrachte getuigen niet, laat dit dan waar de meegenomen getuigen bij zijn weten aan de gemeente waar de zondaar toe behoort. Luistert hij ook niet naar deze en blijft hij ook tegenover haar halsstarrig, dan moet hij door jou, door de getuigen en door de hele gemeente tot heiden en slechte tollenaar verklaard en als zodanig beschouwd worden. (Matth. 18, 17)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Moge dat voldoende zijn voor jou en iedereen; wat verder gaat dan dit, is reeds uit den boze en veroorzaakt nog weer groter kwaad. Deze bepaling is uit Mijn goddelijke orde genomen en geldt niet alleen voor hier, maar ook voor het grote hiernamaals. Want waarlijk Ik zeg jullie: Wat jullie zo op deze aarde zullen binden en losmaken, zal ook aan gene zijde, zelfs in het hemelrijk, gebonden of losgemaakt zijn. (Matth. 18,18)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] En verder zeg Ik jullie, opdat jullie aan alle strijd en alle ongemak op aarde nog gemakkelijker een eind maken: Wanneer slechts twee mensen het samen eens worden over wat ze de Vader in Mijn naam willen vragen, zal hen dat ook gegeven worden door Mijn Vader, in de hemel en ook op aarde. (Matth. 18,19)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Heeft iemand derhalve tegenover jou gezondigd, vergeef hem dan met heel je hart en vraag in Mijn naam aan de Vader of Hij het hart van de zondaar wil verbeteren, dan zal dat ook geschieden al naargelang je geloof en naarmate je hem, die zich tegenover jou heeft schuldig gemaakt, tevoren zelf hebt vergeven.
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[19] Toen zei IK: 'Als het al volgens een bepaald getal moet gebeuren, dan is het Mozaïsche getal zeven te weinig, maar zeventig maal zeven maal dient dat te gebeuren! (Matth. 18,22) Want hieruit bestaat immers vooral het hemelrijk, dat er onder de mensen dezelfde liefde, eendracht en vergevingsgezindheid heerst als in de hemelen onder Mijn engelen, waarvan jullie er reeds enkele hebben leren kennen"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Spoedig daarna ging deze knecht naar de stad van de koning, omdat hij daar enkele dingen te doen en te regelen had. En zie, daar trof hij een van zijn mededienaren die hem sinds korte tijd bij gelegenheid honderd penning schuldig was! Toen zijn mededienaar hem zag vroeg hij om nog een korte tijd uitstel, dan zou hij hem de schuld terugbetalen. Maar onze door de koning zo zeer begenadigde dienaar luisterde niet naar hem, maar greep hem woedend bij de keel en schreeuwde: 'Betaal me nu meteen wat je me schuldig bent; want ik heb al heel lang gewacht, mijn geduld is nu geheel ten einde!' (Matth. 18,28)
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En zie, zo ook zal Mijn hemelse Vader tegenover jullie handelen, als jullie de mensen niet met heel je hart de zonden en schulden vergeven die ze tegenover je hebben begaan! (Matth. 18,35) En het eigenlijke hemelrijk bestaat dan ook juist hierin, zowel wat het grootste als wat het kleinste betreft, dat er onder de zaligen nergens ook maar enige vijandschap of afgunst of haat bestaat, maar dat onder hen de grootste harmonie, de grootste eendracht en de grootste wederzijdse liefde heerst.
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En daarom is het ook niet nodig, dat er op deze wereld een beschermende rechtbank bestaat die het recht moet bepalen tussen beledigers en beledigden, maar het enige tegenover Mij geldende beschermrecht moet jullie goede en verzoenlijke hart zijn, dan zullen jullie er bij deze rechtbank heel goed vanaf komen, met de minste onkosten en rechterlijke vonnisgelden, en degene die tegen jullie gezondigd heeft zal veel eerder in waarheid jullie vriend worden, dan wanneer hij hiertoe door een rechterlijke uitspraak gedwongen zou zijn. - En zeg Me nu of jullie dit allemaal in de grond der zaak hebben begrepen!"
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] PETRUS zegt: 'Heer en Meester! Dat zeker, en zo zou het ook het allerbeste zijn; maar ook wanneer wij dit allemaal nauwkeurig in acht nemen, en eveneens de vele andere mensen die deze leer van ons zullen krijgen, is het toch wel zeer de vraag of de wereldse rechtbanken daardoor met meer zullen blijven bestaan.
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] IK zeg: 'Mijn beste Petrus, daar zeg Ik niet veel op, omdat Ik jullie voor zo'n onverbeterlijk geval onmiddellijk na de ruzie van de vissers voor jouw huis al heel duidelijk de juiste instructie heb gegeven en ieder van jullie toch zeker begrepen heeft wat men in zo'n geval moet doen en hoe men daar mee om moet gaan!
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En leer nu uit dit kleine beeld, dat in de meeste gevallen de hardheid van de mensen hun armere medemensen tot misdadigers maakt. Daarom moeten jullie altijd en overal bij degenen die jullie het een of ander hebben aangedaan, denken aan wat Ik jullie heb aanbevolen en duidelijk heb laten zien, dan zullen grote misdadigers zeldzaam worden op aarde en de goede mensen zullen dan heersen over de armen van de aarde. -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?"
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Nu bevestigden allen dat ze deze leer goed begrepen hadden. De leerlingen die volgens hun eigen zeggen deze leer nu wel begrepen hadden, dachten toch nog veel na over hetgeen daarin voorkwam, en Johannes en Matthéus tekenden het belangrijkste op; Jacobus en Thomas maakten ook voor zichzelf aantekeningen, maar dan meer over de uitleg. Ze waren er wel twee uur mee bezig.
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] En toen het belangrijkste was opgetekend zei PETRUS: 'Nu kan deze leer niet meer voor ons verloren gaan en daarmee is reeds veel gewonnen! Maar het wordt nu avond en ik zal er toch voor moeten gaan zorgen, dat we een avondmaal krijgen!" ..
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341  ...