Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 328 van 1088

...  316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341  ...
[13] Toch vind je nu bij ons al velen die weliswaar ook joden zijn, maar toch met meer In een God geloven en Zijn wetten niet houden, maar a!leen naar hun begeerten leven en handelen. Die vragen tol en verteringsgeld zowel van de ingezetenen als van de vreemdelingen, maar zij worden door ons ook niet meer als inheemsen, maar als vreemdelingen gezien en behandeld. Is je dat nu duidelijk?'
Hoofdstuk 59: De ware aanbidding van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De Griek zei: 'Ja, nu wel, - en ik moet openlijk toegeven dat dit werkelijk een goddelijk prachtige instelling is! Maar nu we toch aan het praten zijn, zouden we jullie, ware godmensen, nog om opheldering willen vragen wat die nachtelijke lichtverschijnselen toch te betekenen kunnen hebben. Daarover heerst in de stad vandaag nog grote opwinding, en de meeste vreemde kooplieden hebben vannacht al met hun voorraad goederen de stad verlaten, omdat zij niet konden weten wat dit verschijnsel in de komende tijd eventueel voor gevolgen zou kunnen hebben. Bovendien koopt niemand iets, en wacht iedereen vol angst op de verschrikkelijke dingen die -vooral naar aanleiding van het tweede verschijnsel over deze stad en over het hele joodse land kunnen losbarsten. Ja, ook wij zouden er allang vandoor zijn gegaan, als wij jullie gisteren niet nader hadden leren kennen. Maar wij dachten aan jullie en troostten ons met de gedachte dat wij vandaag beslist een bevredigende opheldering van jullie zouden krijgen. En zodoende vragen wij jullie daarom!
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De engel zei: 'Kijk naar ons en naar alle andere mensen die hier zijn, dan zullen jullie nergens enige angst of opwinding zien! En waarom niet? Omdat wij maar al te goed weten wat dit verschijnsel betekent. En wij weten dat omdat wij in het licht van God helderziend zijn; die daar beneden zijn echter blind, en daarom zien en begrijpen zij niets, en hun grote angst is daarom ook een heel terechte tuchtiging voor hun eigenzinnige blindheid en slechtheid.
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daar beneden leven, net als in het hele land, weliswaar mensen die volgens hun geboorte ook joden zijn, maar in hun geloof en levenswandel zijn zij erger dan de meest verstokte heidenen, en daarom zal alle genade en alle levenslicht van God van hen weggenomen en aan de heidenen gegeven worden. Daarom vertelde ik jullie nu ook al het een en ander over de enig ware God, en jullie mogen ook thuis aan jullie familieleden en vrienden vertellen wat jullie gehoord en gezien hebben. Over enkele jaren zullen door ons boden naar jullie gezonden worden, die jullie uitgebreid met de meest duidelijke en krachtige waarheden uit God bekend zullen maken.
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] En omdat jullie dit nu van mij, als bode van God, gehoord hebben, kunnen jullie nu ook in naam van de ene, alleen ware God in vrede naar je land trekken, en mocht jullie op zee een storm overvallen, roep dan de enig ware God om hulp aan, dan zal de storm weldra gaan liggen en zullen jullie op de hele verdere reis geen ongemakken meer te verduren hebben! En dat moet ook voor jullie een teken zijn dat de alleen :vare, enige God met de macht en de kracht van Zijn geest overal aanwezig is als Heer over de hele natuur en over alle elementen en dat alle natuurkrachten onder de macht van Zijn almachtige wil staan.'
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nu was de ochtendmaaltijd gereed en Lazarus kwam naar Mij toe om ons allen er voor uit te nodigen. Wij gingen dadelijk en namen de maaltijd tot ons.
Hoofdstuk 61: Het voedsel van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'O ja, je hebt helemaal gelijk; want zolang de mens een sterveling blijft, zal hij zelfs het allerduidelijkste antwoord op jouw vier vragen nooit kunnen begrijpen. Maar als hij door het opvolgen van Mijn leer tot de wedergeboorte van zijn geest is gekomen en daardoor onsterfelijk is geworden, zal hij het zonneklare antwoord op jouw wat vreemde vragen wel in zichzelf vinden; want alleen de geest doordringt zichzelf en zodoende ook Gods diepe geestelijke wijsheid, zoals Ik jullie gisteren in de nacht duidelijk genoeg heb laten zien. Maar omdat jouw geheugen niet zo best is, vraag je nu weer naar zaken die Ik al duidelijk heb belicht. Als je echter de aardse dingen al niet kunt vatten, dan kan het je toch niet verbazen dat je de geestelijke en hemelse dingen en omstandigheden nog minder kunt begrijpen.
Hoofdstuk 61: Het voedsel van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Geloof Mij, als Ik jullie mensen tot machines zou willen maken, dan kostte Mij dat slechts één met Mijn wil verbonden gedachte en de hele tempel, heel Jeruzalem en het hele grote land waarin de joden wonen, zouden Mij onmogelijk voor iets anders kunnen houden dan voor de Messias - Jehova Zebaoth! Maar zouden alle joden en ook alle heidenen daarmee geholpen zijn? Ik zeg je: waarlijk, net zo weinig als deze houten schaal, die zich - zoals je meteen zult zien - naar Mijn wil in alle richtingen zal gaan bewegen!
Hoofdstuk 62: Verwijzing naar het zesde en zevende boek van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Kijk, de schaal leeft al en zweeft als een vogel in de lucht rond! Zou je nu jouw bestaan met dat van die schaal willen ruilen? Kijk, hij leeft helemaal en kan naar alle kanten bewegen; hij heeft echter geen eigen bewustzijn, maar Mijn hoogsteigen bewustzijn doordringt hem en maakt hem levend. je kunt zelfs vragen aan de schaal stellen, dan zal hij je zonder mond en tong antwoorden. Maar zul je wel ooit kunnen geloven dat de schaal op zichzelf leeft, verstandelijk denkt en zonder mond en tong spreekt?!
Hoofdstuk 62: Verwijzing naar het zesde en zevende boek van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar Ik wil jullie nu op iets anders opmerkzaam maken, waardoor voor de tempel vandaag en ook morgen een grotere verlegenheid zal ontstaan dan door het mogelijke broodtekort in Emmaüs. Kijk eens hoeveel volk er komt toegestroomd over alle wegen die naar Jeruzalem leiden! Het volk komt van het land en wil in de tempel raad halen en uit de mond van de priesters horen hoe de vork in de steel zit met die verschijnselen. En daarbij zal het de tempeldienaren slecht vergaan! Wel zullen zij voor het volk de ene boeteprediking na de andere houden en spreken over de toorn van God, en hoe God voortaan alleen maar door zware boetedoeningen en grote offers weer verzoend kan worden.
Hoofdstuk 63: Het volk en de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Die woorden van het volk zullen de priesters in grote verlegenheid brengen, en sommigen zullen tegen het volk zeggen: 'God is alleen maar zo vertoornd op jullie, omdat jullie niet naar ons willen luisteren en ons niet geloven, en omdat jullie je tot bepaalde valse profeten wenden, die tegen ons zijn en die hun best doen om jullie afvallig te maken.'
Hoofdstuk 63: Het volk en de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De mens wordt weliswaar alleen maar door God en in God zalig, maar slechts voor zover hij door zijn eigen wil de wil van God tot de zijne heeft gemaakt en in zijn zelfbewustzijn in zekere zin één is geworden met God. Als God echter de mens zijn vrije wil zou afnemen en daarvoor in de plaats door Zijn almacht Zijn eigen wil in het hart van de mens zou brengen, dan zou de mens, zoals reeds gezegd, zo goed als volkomen dood zijn, omdat alleen de opgedrongen almachtige wil van God die mens levend zou maken zoals Mijn wil deze schaallevend gemaakt heeft. Maar God heeft de mens geschapen en tot leven gewekt en hem zo gemaakt, dat hij zich stap voor stap zelf kan en moet ontplooien, en dat is zo wijs, dat de mens zich met al zijn kennis en al zijn verstand niets voor kan stellen wat nog wijzer is. - En Ik ben nu van mening dat Ikje dit alles voldoende heb uitgelegd. Als je het nu begrijpt, dan staan wij van tafel op en gaan weer naar buiten om te zien wat daar allemaal gebeurt!'
Hoofdstuk 62: Verwijzing naar het zesde en zevende boek van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Toen Ik dat gezegd had, stonden allen van tafel op en volgden Mij naar buiten, naar de plaats waar wij al vóór het morgenmaal waren. Daar keek men in de richting van Emmaüs, een gehucht in de buurt van Jeruzalem. Vanaf Jeruzalem leidden meerdere wegen naar Emmaüs, maar alleen voor voetgangers. Een rijweg liep er echter niet heen, behalve via een grote omweg, zodat men veel sneller te voet bij het gehucht kon komen dan met een wagen. De mensen trokken op deze dag, omdat het donderdag was, massaal naar dit gehucht, want op deze dag was er in die plaats een broodmarkt, en de mensen gingen eropuit om zich daar zoals gewoonlijk voor een week van brood te voorzien. Nu was er in het gehucht vanwege de verschijnselen in de afgelopen nacht vrijwel geen brood gebakken, terwijl al die mensen daar juist vanwege het brood naartoe gingen.
Hoofdstuk 63: Het volk en de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Dan zal weer een priester zeggen: 'Als jullie echter denken dat wij niets weten en voor het volk helemaal niets meer betekenen, -waarom kwamen jullie dan hier naar de tempel? Dan hadden jullie immers thuis kunnen blijven!'
Hoofdstuk 63: Het volk en de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Daarop zullen de priesters zich terugtrekken, en het volk zal veel rumoer maken in de tempel en in de voorhoven. Maar jij, vriend Nikodemus, kunt nu, als je dat wilt, naar beneden naar de tempel gaan en jezelf overtuigen van alles wat Ik nu tegen jou en tegen allen heb gezegd, en bij die gelegenheid kun je het volk ook enkele ware woorden van troost toespreken; maar zeg het volk over Mijn aanwezigheid hier in ieder geval niets!'
Hoofdstuk 63: Het volk en de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341  ...