Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 328 van 1490

...  316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341  ...
[2] Stel je de tot in het oneindige gaande deelbaarheid van ieder nog zo klein bestanddeel van je lichaam voor. Waar houdt deze op?! Stel je vervolgens het tot in het oneindige gaande voortplantingsvermogen van de mens, van de dieren en van de planten voor! Waar houdt dat op?
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Hier hebben jullie een tarwekorrel. Leg hem in de aarde! Hij zal gaan rotten en als datgene wat hij nu is onmiskenbaar vergaan; maar uit de ontbinding zullen jullie een halm zien groeien en daar bovenuit zal zich een aar ontwikkelen, voorzien van honderd korrels. Maar wie van jullie ziet nu die kracht in deze korrel, die er echter toch in moet zitten, omdat er anders uit deze ene korrel niet een aar met honderd korrels van dezelfde soort voort kan komen?
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En nu hebben we 100 korrels die we ook in de aarde gaan leggen! Hieruit krijgen we dan al 100 aren, elk met 100 korrels, dus alles bij elkaar 10.000 korrels. En zie, die 10.000 korrels, die 100 halmen en aren, moeten ook al in die ene korrel geestelijk aanwezig zijn geweest, zoals deze korrel zelf al inbegrepen moet zijn geweest in die ene korrel die als eerste uit Gods hand in een vruchtbare vore van deze aarde viel, omdat men zich anders niet kan voorstellen dat voortplanting mogelijk kan zijn. Jullie hebben hier opnieuw een bewijs, hoe zelfs iets oneindigs en eeuwigs in één zo'n korrel aanwezig is.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] EPIPHANES zei: 'Goede meester, deze verklaring van u is voor mij als een bliksem in de nacht! Een ogenblik is de weg en de omgeving wel verlicht, maar als men verder wil gaan, ziet men echt helemaal niets meer. Maar het begint wel een beetje te dagen en ik maak uit uw woorden op, dat u een zeer bekwaam natuurkundige en een groot antropoloog* (* onderlegd in de menskunde) bent.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] De mystici nemen een almachtige en hoogst wijze God aan, - en miljoenen vragen: 'Waar is Hij en hoe ziet Hij eruit?' Maar op deze vragen volgt nergens een houdbaar antwoord. Maar de mensen behelpen zich dan al gauw met de poëzie en opeens wemelt het van grote en kleine goden op aarde en de trage en denk schuwe mensen geloven aan hen, en zo'n geloof is bijna de dubbele dood van de mens; want dit maakt hem fysiek en moreellui, traag, passief en daarom dood.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zegje: Deze geest is het, die alles in de mens schept en ordent; de ziel is echter als het ware slechts zijn substantiële lichaam, zoals het stoffelijke lichaam een behuizing is voor de ziel, en dat zo lang, tot deze hierin een bepaalde degelijkheid heeft bereikt. Is dit gebeurd, dan gaat de ziel meer en meer over in de geest en zodoende ook in het eigenlijke leven, dat in en op zichzelf een ware kracht is en het waarste licht, en voortdurend uit zichzelf de ruimte, de vormen, de tijd en de duurzaamheid van de vormen hierin doet ontstaan, deze met leven vervult en zelfstandig maakt. En zoals deze voortkomen uit de oneindigheid en eeuwigheid van het volledig ware leven, bevatten zij daarvan ook voor en in zichzelf het oneindige en eeuwige voor alle tijden der tijden en eeuwigheden der eeuwigheden.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Volgens uw opvatting bergt de mens ongetwijfeld het oneindige in zich en zodoende ook het eeuwige; maar of hij daarom ook bij het beste onderricht het oneindige en eeuwige, de wezenlijke kracht, het licht en het leven zelf kan bevatten dat is nog een heel belangrijke andere vraag. Ik wil weliswaar niet zeggen dat het onmogelijk is dat iemand met een zeer verlichte geest zoiets bereikt -want de talenten van de mensen zijn verschillend en de een begrijpt iets heel gemakkelijk wat voor een ander na jarenlange inspanning, denken en proberen toch geheelontoegankelijk blijft; maar dat het niet gemakkelijk is om met deze begrippen overweg te kunnen, zal iedereen mij toegeven die zich ooit enigszins heeft beziggehouden met zaken die iets uitstijgen boven het gewone dierlijke leven op aarde.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] U heeft weliswaar iets van een oergoddelijke geest gezegd, die zich ongeveer op dezelfde manier in de ziel bevindt als de ziel in het lichaam, en dat deze geest als schepper van de mens in het oneindige en eeuwige, omdat hij zelf identiek is, geheel thuis is in deze begrippen en alles doordringt met zijn eeuwige licht en zijn eeuwige leven. Nu, dat klinkt wel zeer wijs en ook zeer mysterieus -iets, wat nog altijd alle theosofen, wijzen, priesters en magiërs eigen was, wat echter overigens hier geheel niet ter zake doet -; maar waar en hoe kan een mens zich met deze geest van hem in verbinding stellen op een manier die hem goed en duidelijk bewust is, zodat hij met deze geest kan samenwerken, opdat hij daardoor een volmaakt goddelijk geestelijk mens wordt, alles helder inziet en begrijpt en met de macht van zijn oerwil een ware heer en meester van de hele natuur zal zijn? Dat, goede meester, is een heel andere vraag!
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik zal grote achting hebben voor degene die mij deze vraag zuiver en waar kan beantwoorden en tegelijk zo, dat het vruchten afwerpt voor het leven. Maar met die bekende mysterieuze nietszeggende frasen moet hij bij mij niet aankomen; want daarmee heeft nog nooit iemand iets goeds en waars geleerd en dat is precies de reden, waarom de gehele mensheld in haar spirituele intelligentie nooit verder en hoger is gekomen~ maar alleen maar steeds verder is afgedaald. Daarom moet Iedereen die zijn medemens iets hogers wil leren, duidelijk en begrijpelijk praten, anders doet hij er veel beter aan om te zwijgen. Wie magiër is en wonderlijke dingen tot stand kan brengen, laat die dat tot vermaak van de onwetende mensheid zo mysterieus en geheimzinnig doen als hij maar wil; want dan is dat op zijn plaats en berokkent niemand schade. Wanneer een magiër echter leerlingen in zijn vak wil opleiden, die mettertijd hetzelfde moeten presteren wat hij zelf presteert, moet hij alle geheimzinnigheid aan de kant zetten en in plaats daarvan zich aan de zuivere en onverbloemde waarheld houden.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Beste vriend, u wilt, naar het schijnt, een zuivere waarheidsleraar zijn, en aan bekwaamheden daartoe lijkt het u ook niet te ontbreken; beantwoord daarom voor mij deze vragen, die voor zover ik weet tot nu toe nog geen enkel mens voldoende helder, duidelijk en waar heeft beantwoord, en dat zou een buitengewone verkwikking zijn voor ons hart! Maar kom niet met een half antwoord; want daar is bij ons toch al absoluut geen gebrek aan!"
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wanneer een buitengewoon waarachtig mens je iets heeft meegedeeld uit het gebied van zijn ervaringen, dan kun je het gehoorde aanvankelijk alleen maar geloven, maar na dat geloof kun je ook meteen op de aangewezen manier werkzaam worden en dan zul je door het werkzaam zijn, door eigen ervaring zelf doordringen tot dat licht, dat nooit zichtbaar voor je had kunnen worden door enige mondelinge uitleg, al was deze nog zo goed gestructureerd.
Hoofdstuk 213: De noodzaak van het ware, heldere geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Maar behalve liet ware, noodzakelijke geloof bestaat er helaas ook lichtgelovigheid, waardoor bepaalde trage mensen, die helemaal niets denken, meteen alles voor waar houden wat iemand hun, vaak zelfs voor de grap of, wat nog vaker voorkomt, uit puur eigenbelang heeft verteld. Wel, een overgroot deel van de gelovigen op aarde behoort nu tot deze categorie!
Hoofdstuk 214: Licht en bijgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] EPIPHANES zegt: 'Hm, waarom niet? Wanneer ik zelf eenmaal van een waarheid overtuigd en grondig doordrongen ben, wil ik ook zonder loon, alleen omwille van de waarheid, een leraar zijn en heb geen enkele angst daarbij van de honger te moeten omkomen. Want ofschoon de mensen in deze tijd wel zeer verdorven zijn en zeer zelfzuchtig leven, zijn ze toch niet afkerig van een goede nieuwe leer; zodra er maar een goede leraar bij hen komt, nemen ze hem nog altijd op, luisteren naar zijn lessen en als ze daarin ook maar iets hogers of waars beginnen te vermoeden, laten ze spoedig hun zelfzuchtigheid varen en worden vriendelijk en vrijgevig.
Hoofdstuk 214: Licht en bijgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Reeds de Grieken, dat wil zeggen de wijzen, hebben gezegd: 'De moeilijkste, belangrijkste en hoogste kennis ligt in de zo volkomen mogelijke zelfkennis!' En zie, dat is nu precies waar het Mij om gaat; want zonder deze kennis is het onmogelijk om het allerhoogste goddelijk wezen als de grond van alle ontstaan, zijn en bestaan te kennen!
Hoofdstuk 215: De missie van de Heer. Epiphanes betwijfelt of de mensen de leer van de Heer zullen begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Kijk, dit is nu in feite de totale inhoud van Mijn gehele, nieuwe leer, die in de grond der zaak eigenlijk een alleroudste leer is sinds het begin van de mensen op deze aarde! Ze is alleen verloren gegaan door de traagheid van de mensen en wordt door Mij als het verloren gegane oeroude Eden (je den = het is dag) aan de mensen, die van goede wil zijn, nu weer als nieuw gegeven. -Zeg Me nu, Epiphanes, of je Me wel goed hebt begrepen en wat jouw mening hierover is!"
Hoofdstuk 215: De missie van de Heer. Epiphanes betwijfelt of de mensen de leer van de Heer zullen begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341  ...