15542 resultaten - Pagina 328 van 1037
... 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 ...
[18] Agricola zei nu nog: 'Heer, ik zie onze jongeren nergens meer! Zijn zij soms al naar beneden gegaan?'Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Ik zei: 'Maar beste vriend, heb je daarnet niet gehoord wat Ik tegen Lazarus gezegd heb? Hoe kun je daar dan nog een keer naar vragen?! De jongeren zijn al goed verzorgd en bevinden zich reeds in de herberg, en wel onder de getrouwe hoede van Rafaël; dat zij daar mets te kort zullen komen daarvan kun je volledig verzekerd zijn! Maar nu breken we op en gaan we naar beneden naar het dorp! Op de heuvel mag niemand Mij nu meer iets vragen! Zo zij het!
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Na deze aanwijzing van Mij stond iedereen op, en we gingen vlug naar beneden naar het dorp, en wel naar het huis van Nikodemus, om het volgens zijn heimelijke wens te zegenen. Toen wij ons in zijn huis bevonden, hoorden wij al gauw een groot lawaai op het marktplein, en onze Agricola vroeg meteen op een dictatoriale driftige toon wat er buiten op de markt aan de hand was.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar Jesaja spreekt als volgt verder: 'Vele volkeren zullen (dat wil zeggen in de toekomst) zich op weg begeven en zeggen: Kom, laat ons de berg des Heren opgaan naar het huis van de God van Jacob, opdat Hij ons Zijn wegen zal leren, waarna wij dan op Zijn bergpaden gaan; want van Sion zal de wet uitgaan en van Jeruzalem Zijn woord! ('Jes.2,3)
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] De zeven mannen uit Opper Egypte vertegenwoordigden de onderste graad van de zuivere wijsheidshemel, en alleen daarin mochten de helse geesten uit Jeruzalem het eerst komen. Toen begon hun een licht op te gaan, en zij werden gewaar dat zij volledig in het kwaad van de.hel waren. Toen zij zich daarvan steeds meer bewust werden, daalde het licht van de tweede graad van de hemel in de persoon van Rafaël tot hen af en zij begonnen behoefte te krijgen het kwade af te leggen en zich naar het licht te keren. Toen zij in het felle waarheids en liefdelicht van de tweede hemel zichzelf voor het eerst helemaal goed bekeken, drong pas echt berouw in hen door, en ontstond in hen een streven naar Mij, de hoogste graad van de hemelen. En toen Ik dan Zelf tot hen kwam, werden zij ook meteen helemaal bekeerd, en zo zijn zij nu kandidaten voor de eerste graad van de hemel.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar wie zijn nu de volkeren, die zeggen: 'Kom, laat ons op de berg des Heren, dat wil zeggen naar de mensenzoon of goddelijke Mens gaan en naar het huis van de God van Jacob, opdat Hij ons Zijn wegen leert en wij dan op zijn bergpaden wandelen!'?
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Kijk, deze volkeren zijn die mensen, die zich in de toekomst zich tot Mij zullen bekeren, zich Mijn woord eigen zullen maken en Mijn wil zullen doen; want Mijn woord toont immers de wegen tot het leven, en de bergpaden zijn Mijn door het woord aan de mensen meegedeelde wil, waarvan het strikt opvolgen beslist veel moeilijker is dan alleen maar het pure luisteren naar Mijn woord, zoals het ook beslist veel gemakkelijker is om op een brede en gladde weg te gaan, dan op smalle en vaak heel steile bergpaden.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Maar wie in zichzelf op de hoogste van alle bergen wil komen en daar in Mijn levende woord, dat Gods huis op de berg is, moet niet alleen maar de vlakke weg die naar de berg leidt volgen en daarop blijven staan, maar moet ook de smalle, vaak zeer steile bergpaden opgaan; want alleen daarlangs komt hij helemaal op de berg en daar in Gods levende huis.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Ik zei: 'je bent weliswaar wel een schriftgeleerde, zodat je de wetten en alle profeten nog heel goed in je geheugen hebt, maar die te begrijpen in de ware geest, daarvan was bij jou nog nooit enige sprake! jij liep op de brede en vlakke weg; maar op het smalle bergpad, dat naar de top van de berg van de ware kennis voert, heb je nog nooit een voet gezet.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Wie zijn de heidenen en wie de volkeren? - De heidenen zijn al diegenen die de enige, ware God niet kennen en in Zijn plaats dode afgoden en de mammon van deze wereld aanbidden en het meest vereren. Door zulke mensen wordt het jodendom aan alle kanten omringd, en waarheen jullie nu ook in de wereld willen gaan -naar de morgen, de middag of de avond -,jullie zullen niets dan allerlei verschillende heidenen aantreffen! Jullie weten echter, dat er nu van alle kanten van de wereld heidenen van hoge en lage stand en van dichtbij en van ver naar Mij zijn toegekomen. Zij hoorden Mijn woord en zagen Mijn tekenen, werden van geloof vervuld en namen Mijn leer aan, en Mijn woord richt en berecht nu onder hen, waardoor zij ophouden heidenen te zijn en overgaan tot het getal van de gezalfden van God en het getal van het ware volk van God.
Hoofdstuk 172: De Heer legt de toekomstbeelden van Jesaja uit (Jes. 2, 1 -5) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar er zijn ook gevallen waarin een gezin, dat buiten hun schuld een keer een ongeluk overkomt, ook verder ongelukkig blijft, - en deze ook vaak voorkomende gevallen zijn het eigenlijk, waardoor naar mijn mening de mensheid vooral slechter wordt. Of heb ik dat ook onjuist beoordeeld?'
Hoofdstuk 173: Over de schijnbaar onrechtvaardige leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen de koning na enkele jaren merkte dat zijn volk ijverig en werkzaam geworden was, zond hij herauten uit naar alle delen van zijn rijk en liet een aanzienlijke belastingverlaging bekendmaken.
Hoofdstuk 173: Over de schijnbaar onrechtvaardige leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik zei: 'Goed dan, luister dus verder naar het woord! De woorden van de profeet luiden:
Hoofdstuk 174: Uitleg van Jesaja 2, 6 -22. De genade-openbaringen van het nieuwe licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Dan zal opeens van alle kanten het ware, levende licht opduiken, en de vrienden van de nacht zullen voor altijd verslagen worden. Zij zullen weliswaar naar de rotsen vluchten (naar de groten en machtigen der aarde) en zich begraven onder hun onvruchtbare grond, uit vrees voor de waarheid en de majesteit van de Heer; maar dat zal hen weinig helpen.
Hoofdstuk 174: Uitleg van Jesaja 2, 6 -22. De genade-openbaringen van het nieuwe licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar zeg Me nu eens hoe jullie deze erg belangrijke zaak opgevat hebben! Ik zeg 'erg belangrijk', omdat Ik jullie als Mijn toekomstige volgelingen vooral op het hart wil drukken jezelf en al je leerlingen voor traagheid te behoeden. Spreken jullie dus nu maar over de geest die je in Jesaja bent tegengekomen; daarna gaan we zonder moeite over naar het derde hoofdstuk!'
Hoofdstuk 174: Uitleg van Jesaja 2, 6 -22. De genade-openbaringen van het nieuwe licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)