Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 329 van 1110

...  317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342  ...
[9] Kijk, hier naast Mij staat Mijn lievelingsengel Rafaël en Ik zeg jullie: Er bestaat meer overeenkomst tussen hem en deze slavenhandelaars dan tussen hem en die dienaren van God daar boven! Ik zeg jullie: Deze slavenhandelaar is reeds een engel, maar die daar boven zijn duivels!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Laat ze dan allemaal vrij, dan zal Ik jullie de eeuwige vrijheid van je ziel geven en het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Daarop zei de leider van de handelaars: 'De koop is gesloten, want met goden kun je gemakkelijk zaken doen. Laat alle slaven vrij, want we hebben nu de beste koop gesloten! Dat onze slaven er niet slecht vanaf komen, daar ben ik al bij voorbaat van overtuigd. Zelf hebben we echter de grootste winst gemaakt, want wij hebben daarmee bij God het eeuwige leven gekocht. Metgezellen, zijn jullie het daar allemaal mee eens?'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Ik zei: 'O nee, de geboeide mensen neem Ik wel aan, maar zelf blijven jullie nog drie dagen hier, echter niet op eigen kosten, want voor jullie zal Ik tijdelijk en eeuwig degene zijn die betaalt!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Toen hief hij zijn handen omhoog en zei (de slavenhandelaar): 'Pas nu besef ik duidelijk dat jullie echt in de handen van goden zijn! Maar vragen ook jullie hun om jullie genadig te zijn! Zodra jullie echter helemaal gelukkig zijn, denk dan aan jullie ouders thuis, die in een onbarmhartig land wonen en met veel moeite en arbeid moeten zorgen voor de karige, schrale kost voor hun lichaam en in armoedige en zeer erbarmelijke hutten van leem en stro wonen! Vergaar allerlei kennis en kom dan weer naar ons, opdat het door jullie dan ook bij ons ooit licht en goed wordt, want van nu af aan moeten er geen mensen meer uit onze landen weggevoerd en verkocht worden!'
Hoofdstuk 5: De bevrijding van de slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Rafaël zei: 'Dat is nu nog niet nodig, maar wanneer je over enkele dagen van hier zult vertrekken en rechtschapen blijft, zullen jij en je metgezellen thuis alles wel aantreffen wat jullie nodig zullen hebben.'
Hoofdstuk 5: De bevrijding van de slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Rafaël zei: 'Daar, binnen de muur die om deze berg heen loopt, welke eigendom van de man is die nu met de Heer spreekt, staat een aantal hutten en stallingen, en ook een voorraad voer voor jullie trekdieren, daar kunnen jullie al je spullen goed onderbrengen.'
Hoofdstuk 5: De bevrijding van de slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Staat er dan niet in de Schrift: 'In diezelfde tijd zullen jullie Gods engelen van de hemel naar de aarde zien dalen en zij zullen de mensen dienen? Als je dat weet, dan zul je zonder meer inzien wat er met de jongeman aan de hand is. Houd dat nu voorlopig voor je, want alle anderen moeten er zelf opkomen! Mijn eerste leerlingen kennen hem reeds, maar mogen hem ook niet voortijdig bekend maken.
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De Romein zei: 'Maar ik ben nu als voornaamste keizerlijke gezant lilt Rome hierheen gekomen om het vele misbruik te onderzoeken dat jullie maken van de privileges die jullie door Rome geschonken zijn! Waar is het vonnis van de wereldse rechter?'
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Laat daarom nu deze misdadiger ogenblikkelijk vrij! Ikzelf zal hem dan verhoren en aan de hand daarvan beoordelen of zijn misdaad de dood verdient of niet; en wee jullie als ik een onrechtvaardigheid van jullie kant tegen deze man vind!'
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Agricola zei: 'Waarom heeft Mozes later dan zelf voor dergelijke gevallen eigen rechters aangesteld en gaf hij die jurisdictie niet in handen van de priesters? Hoe zijn jullie dan nu ook rechters over leven en dood van een mens geworden? Mozes heeft jullie alleen maar priesters gemaakt en Rome heeft nu, omdat men zich ten tijde van jullie koning Saul zelf dat recht heeft genomen, jullie allen ook een wereldlijke rechterfunctie gegeven onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat alle misdadigers, en vooral degenen die de dood hebben verdiend, altijd moeten worden overgedragen aan de plaatselijke, wereldlijke rechter en dat geen enkele priester zich er dan verder over heeft te bekommeren wat de rechtbank over de misdadiger beslist. Het komt jullie dus nooit toe ooit iemand te berechten en te veroordelen en uiteindelijk zelfs de hand aan hem te slaan!
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Agricola zei: 'Heel goed, maar ik heb hier juist een zeer betrouwbare getuige naast mij en verklaar jullie hiermee van te voren dat ik iedere leugen, zowel van de kant van deze misdadiger alsook van jullie kant heel streng zal bestraffen! Maar nog strenger zal ik tegen hen optreden die over deze arme man eventueel een boosaardig en dus zeer strafbaar oordeel hebben geveld!'
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Daarop zei Agricola: 'Dat gaat hier beslist niet op en jullie blijven hier vanwege de overste, zoals ook hij hier moet blijven tot ik de misdadiger verhoord heb!'
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Toen allen dat oordeel hadden gehoord, bleven zij staan en Agricola vroeg eerst aan de overste: 'Wat heeft deze man misdaan dat jullie hem ter dood veroordelen?'
Hoofdstuk 8: De misdadige tempelverordeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De overste zei zeer verlegen: 'Hij heeft het gistermiddag schaamteloos gewaagd, zich aan de heilige toonbroden te vergrijpen en er zelfs van te eten, wat alleen maar de hogepriester ongestraft kan doen tijdens gebed en psalmgezang. Men greep hem tijdens de brutale daad en veroordeelde hem volgens de wet tot de verdiende dood en dan is een verder verhoor niet nodig, omdat de daad zelf het grootste bewijs is voor de schuld van de misdadiger.'
Hoofdstuk 8: De misdadige tempelverordeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342  ...