Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 330 van 1037

...  318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343  ...
[7] De woordvoerder zei: 'Strikt rechtvaardige heer! We hebben Ieder een niet al te grote vis gekregen, een stuk gezuurd brood en een beker zeer middelmatige wijn, niets meer en ook niets minder. En daarvoor wilden deze woekeraars van ieder -zeg -honderd zilverstukken hebben; Voor dat geld kun je naar het verre Indië en vandaar weer terugreizen! Nee, zoiets heb ik nog nooit gehoord! -Wat zegt u daarvan, strenge en rechtvaardige heer?'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Nikodemus zei: 'Wel, jullie hebben de kwestie nu naar voren gebracht en jullie zal ook recht en gerechtigheid geschieden, wanneer alles precies zo is als jullie mij gezegd hebben. Voordat ik jullie echter recht kan doen wedervaren, moet ik ook jullie tegenstanders horen om te weten wat zij eventueel tegen jullie klacht aan te voeren hebben! Dat moeten jullie natuurlijk wel toestaan!'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Nikodemus zei: 'Indien hier iemand van de hoogst onredelijke waarden en herbergbezitters aanwezig is, laat hem dan naar voren komen en spreken!'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Er bevonden zich drie waarden onder de vreemde aanklagers; ze kwamen naar voren en zeiden: 'Wij ontkennen niet dat we het door hen genoemde bedrag voor het avondmaal werkelijk verlangd hebben, wat inderdaad veel te veel is; maar wij zijn ook verschillende keren in Damascus geweest, waar wij onze koopwaar op de markt brachten. We zijn er altijd maar drie dagen gebleven en hebben daar in de herbergen ook zo verschrikkelijk veel moeten betalen. Wanneer wij van hen nu tien keer zo veel vragen als van andere reizigers, nemen wij alleen maar van hen terug wat zij allang geleden te veel van ons hebben genomen. En wanneer wij dat doen, denken we dat we volgens de wet van Mozes, die luidt 'oog om oog, tand om tand' geen onrecht begaan!'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Nu kwam Nikodemus naar Mij toe en vroeg Me wat hij moest doen.
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Nu kwamen de drie waarden heel vrijpostig naar voren en zeiden: 'Tegen de uitvoering van dit oordeel zullen wij ons weten te beschermen! Wie bent u eigenlijk dat u tegen ons durft op te treden en die onbetrouwbare Damasceners in bescherming neemt?'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Ik zei: 'Hier, aan Mijn rechterhand, zitten de Romeinse machthebbers die omwille van Mij zelfs van Rome hier naartoe zijn gekomen! Zij zullen jullie wel zeggen wie Ik eigenlijk ben, als jullie je niet willen schikken naar Mijn oordeel! Maar als het zover is, wee jullie, woekerzielen! Bij hetgeen Ik heb gezegd zal het ook blijven! Doen jullie nu watje wilt!'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[27] Ik zei: 'Vriend, als er een gevaar op komst is dat zeker dreigt, komt jouw welgemeende bevel wel veel te laat! Daarom heb Ik via Mijn Rafaël reeds voor alles gezorgd en de Romeinse soldaten voeren reeds uit wat hun bevolen werd. Ze zullen de halsstarrige waarden spoedig hierheen brengen; want toen die met hun handlangers de wagens en lastdieren naderden, werden ze door de soldaten die daar opgesteld stonden omsingeld en gevangen genomen. Ze zullen nu ook gauw hier voor de herberg gebracht worden en de commandant zal binnen komen om Nikodemus naar zijn oordeel te vragen.'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[30] Toen Ik Nikodemus dat advies had gegeven, kwam ook reeds de Romeinse commandant naar ons toe in de eetzaal, legde Nikodemus voor wat er aan de hand was en verlangde het oordeel van hem.
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei, terwijl Ik naar al Mijn leerlingen van dat moment wees: 'Daar zitten ze, bekijk ze maar! De een of andere van hen zal naar jullie komen en jullie de leer van het heil voor jullie zielen verkondigen. En na enkele jaren zal er door Mij een apostel in jullie stad voor de heidenen gewekt worden om jullie de volle waarheid te tonen. Maar vóór die tijd zal hij een vijand zijn van Mijn licht, maar na die opwekking de grootste ijveraar daarvoor. Maar vóór hem zullen nog een paar anderen nar jullie komen, die hij zal vervolgen; neem die goed op, dan zal jullie loon daarvoor niet klein genoemd kunnen worden!
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] De Damasceners kwamen naar Mij toe en de woordvoerder sprak: 'Luister, voor ons totaal onbekende vriend! U hebt daar de zuiverste waarheid gesproken; zo was het ook! Die mensen hebben, omdat ze in de buurt van de grote stad Jeruzalem wonen, voor ons Damasceners een grote geringschatting getoond en lieten ons door hun buitensporige zwelgpartijen zien hoe rijk en koopkrachtig ze waren in vergelijking met ons; ze kregen van onze waarden dan ook wat ze verlangden en toen was hun niets te duur. Maar pas nu moeten ze spijt hebben gekregen van hun braspartijen en wilden ze zich schadeloosstellen bij ons, totaal onschuldigen, wat de feiten nu maar al te duidelijk bewijzen. Maar jij, edele en waarachtige vriend, hebt nu een volledig juist oordeel geveld en wij voegen er nu hier het verzoek aan toe dat het ook werkelijk uitgevoerd wordt!'
Hoofdstuk 178: De Heer beslecht de strijd tussen de Damasceners en de waarden van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Want wie een profeet gelovig opneemt in Mijn naam, zal ook het loon van een profeet oogsten. Mijn leerlingen en apostelen zullen ware profeten zijn en derhalve knechten van God de Heer, door Wie ook Ik naar deze wereld ben gezonden voor het heil van alle mensen die in Mij geloven en volgens Mijn leer zullen leven en handelen. -Hebben jullie ook dat nu begrepen?'
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wel, wij Damasceners waren en zijn voor een deel nog heel goede en echte joden; maar er moet geen zendeling uit Jeruzalem komen om ons voor deze slechte en bedrieglijke stad te stemmen! Wie dat zou doen, moet liever niet naar ons komen; want komt er zo iemand, dan zal hij meteen de stad uitgezet worden, waar hij dan op de vlucht kan slaan. Maar wanneer profeten en rechters, zoals u er een bent naar ons toe komen, nemen wij die altijd graag op, ook al zijn we grotendeels Grieken, Oud-Syriërs en Babyloniërs; want van de ware profeten kan ieder mens iets waars en derhalve ook goeds te horen krijgen. En zo zullen ook allen die u ons als uw ware leerlingen zult zenden, goed door ons opgenomen worden!'
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Er trad nu een dochter naar voren, die zei: 'Heer, mijn moeder ligt doodziek thuis! Ze is weduwe en heeft maar één knecht, die over het algemeen heel trouw is en goed voor onze zaken zorgde. Het was maar heel toevallig, dat deze knecht daarstraks, toen dat tumult op straat ontstond, erbij kwam om als inwoner van Emmaüs een paar woorden ten gunste van onze waarden te spreken. En omdat hij dat gedaan heeft werd hij ook door de soldaten gepakt, geboeid en naar de gevangenis gebracht. Ik vraag u nu, beste rechter en heren, omwille van mijn doodzieke moeder, onze knecht, die geheel onschuldig in de gevangenis gekomen is, weer vrij te laten! ,
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] En Ik zei: 'De genoemde knecht kan helemaal niet uit de gevangenis vrijgelaten worden, omdat hij zich daar niet bevindt; want toen hij merkte dat de halsstarrigheid van de waarden en hun knechten hen in de gevangenis zou brengen, ging hij er onmiddellijk, en nog net op tijd, vandoor, om zich buiten in dezelfde hut te verbergen waar wij vanmorgen dit arme en zieke gezin hebben aangetroffen. Ik zal Rafaël er nu naar toe zenden om hem snel hierheen te brengen; pas dan zullen we het overige bespreken.'
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343  ...