Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 330 van 728

...  318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343  ...
[4] Als het rijk Gods echter in jullie zelfgestalte krijgt en vol werkzaamheid wordt volgens Mijn aan jullie geopenbaarde wil, dan zullen jullie het ook aanschouwen en daar grote vreugde aan beleven. Maar omdat jullie je allemaal -op één na, die Ik al vaak vermaand heb en die nog geen afstand kan doen van zijn gierigheid -al volkomen in Mijn wil hebben begeven, zal Ik een al sinds lang voleindigde, zalige engelengeest hierheen roepen; dan zal hij jullie verdere toelichtingen geven over het wezen van het rijk Gods!'
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Jij bent nu nog in je lichaam en ik in mijn zuivere wezen als geestelijk mens, en wij bevinden ons allebei volledig in een en hetzelfde werkelijk bestaande rijk Gods. Het heel kleine verschil is alleen, dat ik mij daar volmaakt en voor eeuwig in mijzelf helder bewust van ben, maar jij nog onvolmaakt, en daarom kun jij alje reeds lange tijd zalige, reine geestelijke broeders en zusters niet zien -behalve in een heldere droom; wanneer je echter nog volmaakter zult worden dan nu, zullen ze niet verborgen zijn voor jouw ogen.
Hoofdstuk 173: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Rafaël zei tegen hem: 'Ja, mijn beste vriend en broeder, dat kan men je niet op dezelfde manier geven als men 's nachts een vertrek verlicht door daarin het licht aan te steken en het dan te laten schijnen voor allen die in dat vertrek wonen! Want zolang het aangestoken licht blijft branden zal het vertrek wel verlicht blijven; maar als de olie opraakt, zal het vertrek weer donker worden. Als het echter nooit meer donker moet worden in dat vertrek, is er meer voor nodig dan ternauwernood één met een beetje olie gevulde lamp aan te steken.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Hierop voelde de arts nogmaals aan de handen van Rafaël. Toen hij ze echter met zijn vingers met mannelijke kracht vastpakte, voelde hij alleen maar lucht; want zijn vingers kwamen ongehinderd tegen zijn eigen handpalm en voelden niets lichamelijks daartussen; en toch zag de arts Rafaël net zo voor zich als tevoren, maar natuurlijk meer met de ogen van zijn ziel dan met die van zijn lichaam. Toen hij ook dit had ervaren, raakte hij in verlegenheid en wist hij niet wat hij daarvan moest zeggen.
Hoofdstuk 175: De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als God echter niet wijs zou zijn, zou Hij ook niet zo machtig zijn om iets vanuit Zichzelf tot een als het ware buiten Hem bestaand en vorm hebbend leven te roepen. Een allerhoogste macht en kracht is echter niet denkbaar zonder een hoogste, zuiverste, aller onbaatzuchtigste liefde en, uitgaande van haar eeuwig levende vuur, een allerhoogst en uiterst levend wijsheidslicht. En van dat licht kan geen enkel ook maar enigszins gelouterd menselijk verstand ooit verwachten, dat ze *(* D. w.z. de liefde en wijsheid van God.) allerlei zwakke en onbeholpen wezens in een dikwijls uiterst kort leven roept om zich daardoor een kortstondig genoegen te verschaffen, zoals kinderen met hun speelgoed; want in dat als zodanig totaalonmogelijke geval zou God in Zijn liefde en wijsheid net zo machteloos zijn als een mens en zou Hij door de macht van Zijn wil geen enkel wezen tot een werkelijk bestaan kunnen roepen.
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Daaruit kun je opmaken dat er ten eerste één ware en eeuwige, in Zichzelf onveranderlijke God moet bestaan, zonder wie geen ander wezen denkbaar zou zijn. En ten tweede dat deze ene en enig ware God de hoogste, zuiverste liefde en dus ook de hoogste wijsheid, waar al Zijn eindeloos vele werken van getuigen, en daarom ook boven alles machtig moet zijn, omdat zonder dat niets geschapen zou kunnen worden. En ten derde omdat God in Zichzelf als de eeuwige orde onveranderlijk is, kunnen ook Zijn schepselen na de voorbestemde periode van hun voleinding, waar weliswaar wel enige schijnbare veranderingen aan vooraf moeten gaan, onmogelijk anders dan, evenals Hij, voor eeuwig onveranderlijk blijven.
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Als jullie de dieren tot mensen zullen omvormen, geef hun dan zuivere, voor mensen passende kost! Ware mensen zijn er echter maar weinig, en die er nog zijn, wonen in ellende en worden door de mensen van steen bijna platgedrukt en door de dierlijke mensen platgetrapt.
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Rafaël echter sprak weer met Philopold en Kisjonah over de oertijd en de veranderingen van de aarde; want Philopold was een goede geoloog en had al heel veel opgeschreven van wat hij had waargenomen en zijn mening daarover gevormd, evenals onze Kisjonah. Daarom interesseerden de twee zich ook erg voor wat Rafaël hun daarover met grote duidelijkheid en gemak onthulde.
Hoofdstuk 183: Het onderricht van Rafaël (12.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen Rafaël echter over de vuurspuwende bergen begon te praten, kon onze arts zich niet meer inhouden en vroeg Rafaël hem toe te staan het een en ander te vragen.
Hoofdstuk 183: Het onderricht van Rafaël (12.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Mozes zelf heeft voor de Israëlieten, die in Egypte duister waren geworden, een eigen boek geschreven op dezelfde manier als Mijn Rafaël jullie nu heeft onderwezen. Dat gold tot de tijd van de eerste koningen als belangrijk; toen hun nakomelingen zich echter door alle zinnelijkheid gevangen hadden laten nemen, ging ook alle zuivere wetenschap onder hen te gronde, en in de plaats daarvan kwam hetgeen je nu onder de loden in een vaak nog duisterder graad aantreft dan bij de heidenen.
Hoofdstuk 184: Over het opnemen van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar toch zal ook deze kennis in het geheim bewaard blijven onder degenen die in Mijn leer zullen blijven, en dan zal er een tijd komen waarin deze wetenschap, en tegelijk daarmee duizend andere, al het oude bijgeloof voor altijd tot op de bodem zal vernietigen. Maar eerst zal er nog langdurige en harde strijd zijn; tenslotte zal de waarheid echter overwinnen, en al het duistere, valse en slechte zal voor eeuwig in de afgrond verdoemd worden.
Hoofdstuk 184: Over het opnemen van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De Heer:) 'Als een ziel echter de zuivere leer heeft gekregen, de waarheid ook wel begrijpt en bij zichzelf denkt: ' Aha, nu weet ik wat ik met recht voor mijn heil moet doen; maar voordat ik daar helemaal mee aan het werk ga, wil ik toch ook een poosje genieten van de bekoorlijkheden en aangename dingen van deze wereld, omdat ze mij geboden worden. Want nu ik de wegen naar de geestelijke voleinding precies ken, zal het er wel niet echt op aankomen wanneer ik die in volle ernst wil gaan bewandelen; en als ik die weg opga, zal ik ook zeker vooruitkomen!' - Kijk, vriend, dan begint de ziel de bekoringen en aangename dingen van de wereld te proeven en vervolgens ook met volle teugen te gemeten; daardoor geeft ze aan de materie van haar vlees een flink overwicht, dat slechts heel moeilijk of vaak helemaal niet meer met haar heldere inzicht in de dingen van de geest overwonnen kan worden.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Alleen degene die zijn medemens volgens de juiste orde onderwijst, zoals Ik je heb laten zien, bouwt een huis op rotsbodem.Als er over zo'n huis stormen en overstromingen heen komen, zullen die het huis niet kunnen deren, omdat het op rots gebouwd is. En die rotsbodem ben Ik; door met Mij te beginnen zullen jullie alles uitstekend kunnen doen, zonder Mij echter niets. Onthoud dat goed, Mijn vriend!
Hoofdstuk 185: Over valse en ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Dat is altijd het boze begin van de valse en leugenachtige profeten en van de verduistering en het slechter worden van de mensen geweest. Daarom moet alleen diegene zijn medemensen onderwijzen, die het eerst van Mij in zijn hart heeft geleerd. Wie echter uit zichzelf slechts over hetgeen hij bij stukjes en beetjes van andere mensen heeft gehoord zijn medemensen gaat onderrichten alsof hij door Mij onderricht was, en ook zal roepen: 'Kijk, hier, daar of ginds is Christus, de van eeuwigheid gezalfde Waarheid uit God!', die moet je niet geloven; want dat is een valse profeet, die alleen vanwege aanzien en tijdelijk gewin profeet wil spelen.
Hoofdstuk 185: Over valse en ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar Ik zei: 'Wie van jullie nu naar beneden wil gaan om zich met aardse spijs en drank te versterken, kan nu gaan en zijn lichaam tevreden stellen; Ikzelf zal vandaag echter tot vanavond op deze berg blijven. Wie bij Mij wil blijven, zal ook geen honger of dorst lijden!
Hoofdstuk 186: De genezing van de zieken uit Joppe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343  ...