Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 331 van 1110

...  319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344  ...
[22] Lazarus zei: 'Deze wijn krijg ik zelf naar waarheid gewoon door de genade van God. Daarom kunnen jullie hem hier met mate drinken, maar ik heb absoluut geen wijn om door te verkopen!'
Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Als je eens goed nadenkt over wat ik je nu heb gezegd, dan zul je overal precies zulke wonderen zien als deze, die ik zichtbaar voor jou volgens de wil van de Heer in een oogwenk heb gedaan, - alleen met dat verschil dat ik als volmaakte geest door de wil van de Heer ogenblikkelijk uit de lucht kan samentrekken, wat een eenvoudige nog helemaal onvolmaakte geest met zijn beperkte intelligentie en eveneens beperkte wilsmacht slechts stukje bij beetje kan doen.'
Hoofdstuk 15: Een verklaring van de materialisaties - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Je hebt daarnet buiten ook al die mooie jongens en meisjes gezien. Die prachtige, heerlijke wezens moesten allemaal als ellendige slaven verkocht worden! En ook hen heeft die verheven man bevrijd en heeft ze van top tot teen van mooie kleren voorzien en dat allemaal in één enkelogenblik en daarom verwelkomden zij Hem dan ook als een heel lieve vader. Als dit alles nu volkomen waar gebeurd is, wat is dan al mijn macht vergeleken met slechts een zuchtje van Zijn wil? Richten jullie daarom ook al je aandacht voornamelijk op Hem, want van hetgeen Hij enkel door Zijn wil kan bewerkstelligen, heeft niemand ooit kunnen dromen. Wat ik je hier nu volkomen openhartig heb gezegd, is de absolute waarheid. Wat vind je daar nu van?'
Hoofdstuk 13: Agricola 's verwijzing naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] De mooie jodin zei: 'Ja, dat zou ons allen wel bijzonder goed bevallen, maar voor zo 'n ongehoorde genade zijn wij beslist te onbelangrijk en ook te grote zondaars! Want ten eerste hebben wij reeds lang de sabbat rust volgens de regels kunnen heiligen en horen wij allang in de rij van de grote zondaars, en ten tweede konden wij ons daar ook niet van zuiveren, omdat wij daar de middelen nooit voor bezaten. En dus zal God ook al komt Hij nu ook lichamelijk tot de mensen, beslist niet naar ons kijken. Hij kwam wel naar Abraham, Isaak en Jacob, maar dat waren zeer vrome mensen, die nooit een zonde hadden begaan. Wat zijn wij daarmee vergeleken? Ik zou God dus wel boven alles kunnen liefhebben, maar Hij is veel te heilig en kan de liefde van een zondaar niet aannemen.'
Hoofdstuk 13: Agricola 's verwijzing naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] En kijk, weldra ontstaan er dan allerlei planten en dieren en dat gaat zo door tot en met de mens, waarin dan heel veel van die oergedachten en oerideeën van God pas volledige bevrijding uit hun oude gericht vinden. Pas dan herkennen deze God als de oergrond van al het bestaan en al het leven en zij keren dan tot Hem terug als zelfstandige, volledig vrije wezens, d.w.z. als zij volgens Zijn herkende wil geleefd hebben.
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De grootste en machtigste van deze zeven oergeschapen geesten was volgens het oude geschrift duidelijk Lucifer. Hij werd echter trots op zijn macht en grootte, wilde niet alleen aan God gelijk zijn, maar zelfs boven God staan en heersen. Toen werd God toornig, greep de verrader en stootte hem voor eeuwig van Zich in het gericht. De zes grote geesten bleven echter met hun ontelbaar vele ondergeschikte geesten bij God en dienen Hem alleen, van eeuwigheid tot eeuwigheid, terwijl de ondergeschikte geesten van Lucifer als boosaardige duivels voor eeuwig als door God verworpen wezens met Lucifer in het eeuwige vuur van de toorn van God branden en steeds zonder enige verzachting de grootste pijnen moeten lijden. Wel, wat vind jij, die beslist ook zo 'n eerste engel van God bent, daarvan?'
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daarom heeft de Heer Zelf jullie allen nu vooral de liefde tot God en tot de naaste op het hart gedrukt en erbij gezegd: 'Wees barmhartig, zoals ook jullie Vader in de hemel barmhartig is en wees zachtmoedig en deemoedig, zoals ook Ik van gans er harte zachtmoedig en deemoedig ben!
Hoofdstuk 20: De disharmonie van de zeven geesten in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De Heer gebood jullie mensen dus vooral de zevende geest tot ontwikkeling te brengen, omdat juist in deze laatste geest alle voorafgaande aanwezig zijn en tot ontwikkeling komen. Wie zich dus inspant om deze laatste geest te ontwikkelen en krachtig te maken, doet dat tegelijkertijd ook met de voorafgaande geesten en wordt daardoor het snelst en zekerst voleindigd. Wie echter zijn ontwikkeling begint met één of ook meer van de eerdere geesten, bereikt moeilijk of vaak helemaal niet de gehele en volledige levensvoleinding, omdat deze eerdere geesten puur op zichzelf niet de zevende geest bevatten, terwijl in deze geest wel alle geesten die noodzakelijkerwijs aan hem voorafgaan, aanwezig zijn.
Hoofdstuk 20: De disharmonie van de zeven geesten in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Daarop antwoordde Lazarus: 'Ik dank je voor je speciale belangstelling! Maar precies hetzelfde wat de Heer jullie door Zijn overgrote genade hier in huis zo vriendelijk heeft uitgelegd, heeft deze meer dan wijze en door de wil van de Heer ook vrijwel almachtige jongeman mij buiten verklaard en duidelijk gemaakt.
Hoofdstuk 21: Wonder op wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Als bewijs heb ik hier deze twee bekers van zuiver goud, waarvan - om mij het werken van een volmaakte geest aanschouwelijker en begrijpelijker te maken - de ene op mijn hand langzaam vanaf de bodem tot de bovenste rand werd geschapen en de tweede in een oogwenk ontstond! De aanleiding daartoe was het wonderbaarlijke en plotselinge verschijnen van de vele banken, tafels, tenten en het tafelgerei, de tafelkleden en de uiteenlopende spijzen en dranken. Er werden ongeveer acht tot negenhonderd mensen uit alle windstreken volgens hun eigen gewoonte uitstekend bediend en toch is de vreemdelingen geen kruimel uit mijn voorraad voorgezet! Omdat dat allemaal voor mijn eigen ogen gebeurde, was het wel te begrijpen dat ik vroeg hoe hij dat allemaal tot stand kon brengen. En hij legde mij alles zo goed en zuiver uit, dat ik alles wat hij mij duidelijk maakte, volkomen heb begrepen.
Hoofdstuk 21: Wonder op wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Vervolgens kwam het gesprek op het oude boek van de oorlogen van Jehova, op de zeven geesten van God en op de val van de engelen met hun engelenvorst Lucifer. En zie, deze schijnbare jongeman onthulde mij alles en zorgde bovendien dat zijn hele, meer dan een uur durende toespraak over deze zeer belangrijke dingen in een boek werd opgeschreven, dat ik je meteen zal laten zien, als een tweede bewijs voor het feit dat ik alles wat jullie gehoord hebben, ook gehoord heb, en dan kun je het daarin zelf ter vergelijking nalezen!'
Hoofdstuk 21: Wonder op wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De jodin zei: 'Weten jullie dan ook nog niet helemaal zeker wie die verheven man eigenlijk is? Maar als jullie het wel weten, waarom zeggen jullie het mij dan niet?'
Hoofdstuk 22: De weetgierigheid van de jonge jodin met betrekking tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Agricola zei: 'O, m'n beste dochter, jullie wijze koning Salomo heeft eens gezegd: ' Alles in deze wereld heeft zijn tijd en van tijd tot tijd moet de mens geduld hebben, want zolang de druifniet rijp is, moet men haar niet van de wijnstok afhalen!' En zie, zo zul jij ook nog niet volledig rijp zijn om meer over die verheven man te horen; als je echter rijp wordt, zul je ook wel meer te horen krijgen. Maar zoals gezegd, let goed op alles wat die verheven man zal zeggen en doen, dan zal je hart je wel zeggen wie Hij is! - Heb je mij nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 22: De weetgierigheid van de jonge jodin met betrekking tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Agricola zei: 'Ach, wat een gedachte?! Wat jullie lieve dochter zei, beviel mij juist zo goed, omdat zij volkomen openhartig en onbevangen de waarheid sprak. Ik blijf van nu af aan nog meer jullie vriend dan ik al was. Jullie kunnen dus wat dat betreft wel helemaal gerust zijn. Maar laat je dochter maar op haar manier verder praten, dan zullen we daardoor toch nog bij de hele waarheid komen.'
Hoofdstuk 22: De weetgierigheid van de jonge jodin met betrekking tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Agricola zei: 'Je hebt weliswaar helemaal naar waarheid en juist gesproken, maar er is toch nog iets wat je bij je beschrijving van armoede en nood bent vergeten! Kijk, wie God liefheeft, die beproeft Hij eerst heel secuur voor Hij hem volledig helpt! En dat schijnt God de Heer bij jullie gedaan te hebben. Toen jullie nood echter het hoogst was, kwam ook Zijn hulp en nu zijn jullie pas werkelijk geholpen. Want ik heb jullie in de naam van God, onze Heer, mijn belofte gegeven en ik zal mijn woord ook houden en wel zuiver uit liefde en dankbaarheid voor jullie ware God en niet vanwege een of andere speciale liefde en genegenheid voor jou, omdat je een zeer mooie jodin bent. Want mijn liefde tot God is zeer veel groter dan ik ooit voor alle schoonheid en pracht van de wereld heb gevoeld. Dus overje levensonderhoud hoef je van nu af aan niet meer in te zitten, maar dat je een nadere kennismaking met die verhevene nog een poosje wordt onthouden, heeft een heel wijze reder en wij zijn dus niet op een of andere wijze hard tegen je als we je niet meteen alles zeggen, wat wij allen geheel zeker en volkomen waar over Hem weten.
Hoofdstuk 22: De weetgierigheid van de jonge jodin met betrekking tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344  ...