Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 331 van 1112

...  319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344  ...
[1] PETRUS zei: 'Toen U Zich aan de Jordaan door Johannes liet dopen, openden de hemelen zich, en de geest van God zweefde in de vorm van een vurige duif boven Uw hoofd, en uit de hemelen hoorde men met een heldere stem de volgende woorden: 'Dit is Mijn geliefde Zoon aan Wie Ik een welbehagen heb, naar Hem moeten jullie luisteren!' En ook bij een andere gelegenheid hoorde ik precies diezelfde woorden, waarover wij eigenlijk tot op heden U nog niet zo precies om nadere uitleg dorsten te vragen. Maar omdat U nu Zelf ons allen nog duidelijker God wilt laten kennen, geloof ik dat het nu ook het moment zou zijn om ons dat beter uit te leggen, natuurlijk als het volgens Uw goddelijke wil is.
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Om jullie dat volledig te ontsluieren is het ogenblik nog niet helemaal gekomen; maar het zal ook niet lang op zich laten wachten. Maar Ik heb jullie immers toch al verschillende keren gezegd toen jullie Mij vroegen om jullie de Vader te laten zien: Wie Mij ziet, ziet ook de Vader; want Ik en de Vader zijn volledig één. De Vader is in Mij en Ik insgelijks in de Vader. -Hoe hebben jullie dat dan begrepen?'
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Zoals je het verkregen hebt, zo moet je het ook weer verdelen onder degenen die het nodig hebben! Want wie echt Mijn leerling en volgeling wil zijn en ook zal zijn, zal, als hij het in alle ernst wil, zich geen zorgen hoeven te maken voor de komende dag wat hij zal eten en drinken en waarmee hij zich zal kleden, maar laat hij slechts ijverig het rijk van God en diens gerechtigheid zoeken! Al het andere wat hij nodig heeft om te leven, zal hem erbij gegeven worden; want de Vader in de hemel weet altijd wat de Zijnen nodig hebben. Hij, die het gras op het veld voedt en alle dieren hun voer en hun bekleding geeft, zal voor de mensen die in Zijn liefde en in Zijn welbehagen wandelen toch nog wel meer zorg dragen; want zo'n mens is meer waard dan alle planten en alle dieren van de hele wereld. -Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] PETRUS zei: 'Wij begrepen dat zo, en dat geldt voor ons allen: U bent altijd doordrongen van de volledige kracht van de Vader in zoverre U die hier maar nodig hebt op deze aarde, en zo bevindt de eeuwige en oneindige Vader Zich ook in U. U bent Zijn volledig evenbeeld. Omdat dus de Vader als de oneindige, eeuwige en alomtegenwoordige God ook in U is en U zeker in het bijzonder omgeeft, daarom moet U ook in de Vader zijn!'
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] En kijk, dat alles bevindt zich nu in Mij: De liefde, de wijsheid en alle macht! En daarom is er maar één God, en dat ben Ik, en Ik heb alleen maar hier een lichaam aangenomen om Mij aan jullie mensen van deze aarde, die Ik volkomen naar Mijn evenbeeld geschapen heb uit de oersubstantie van Mijn liefde, in jullie individualiteit nader te kunnen openbaren, - zoals dat juist nu het geval is.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Kijk ieder mens heeft liefde in zich en tengevolge van die liefde ook een wil; want de liefde op zichzelf is een begeren en verlangen, en in het begeren en verlangen ligt nu juist de wil. Dat is ook eigen aan alle planten en dieren, en in zeker opzicht ook aan de andere materie.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Liefde en wil heeft zelfs de ruwste en ongeciviliseerdste mens. Maar wat doet hij daarmee? Hij is alleen maar uit op de bevrediging van zijn laagste en stoffelijkste behoeften die zich instinctmatig uit zijn grove liefde in zijn wil vertalen, waar zijn verstand niets anders dan een flauw vermoeden van opvangt. Kijk maar eens of de daden van zulke mensen niet veel slechter zijn dan die van dieren bij wie de liefde en het verlangen door een beïnvloeding van boven geleid wordt!
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar heel anders staat het met de liefde en haar wil bij die mensen* (*toegevoegd) van wie het verstand een helder licht is geworden; het schijnt dan door de liefde en haar wil, en daardoor door de hele mens. Dan pas zorgt de liefde voor de zuivere middelen, zij ordent het licht of de wijsheid, en zij activeert de wil. Als de mens echter als evenbeeld van God ook die mogelijkheid in zich heeft, bestaat hij dan uit drie mensen of is hij slechts één mens?'
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, Heer, God is naast al Zijn eigenschappen echter ook oneindig en daardoor alomtegenwoordig! Hoe is dat dan bij U mogelijk, terwijl U Zich toch net als wij binnen één nauwkeurig begrensd persoon lichamelijk bij ons bevindt?'
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'O ja, met veel genoegen! Kijk, zoals volgens Mijn oude, dat wil zeggen eeuwige orde geen vrucht aan een boom in één keer rijp wordt, zo wordt ook geen centrale zon, geen planetaire zon en geen aarde zoals deze, ineens helemaal kant en klaar geschapen, bewoond en met alle mogelijke vruchten begroeid, maar dat gaat geleidelijk aan; want voor God is het immers echt niet nodig Zich ergens mee te overhaasten, omdat Hij van de ene eeuwigheid tot de andere toch tijd genoeg heeft, -ofschoon het niet buiten de mogelijkheden van God ligt een hele zon, evenals een hele aarde of talloos vele werelden van beide soorten in één ogenblik tot aanzijn te roepen.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zo'n komeet is derhalve een langzaam wordende zon, die zich uit de in de eindeloze ruimte voorkomende lichtstof vormt, zich in de vrije ether langzaam maar zeker verdicht, en dus uit de aanvankelijk geestelijke substantie in het stoffelijke begint over te gaan, en na voor jullie ondenkbaar lange tijdruimtes een werkelijke zon wordt en waaruit, wanneer zij haar volle rijpheid bereikt heeft, pas dan planeten of aarden, zoals deze er een is, net als kuikens uit een ei geboren worden, maar aanvankelijk ook als slechts merendeels heel losse gas massa's met heel weinig vastere lichaamsmassa's. Zij worden door de innerlijke, grote natuurlijke kracht van de zon in de verre vrije ruimte als het ware naar buiten geslingerd; en als zij de juiste afstand hebben bereikt die bij hun grootte en speciale zwaarte hoort, dan beginnen zij ten gevolge van de grote en sterke aantrekkingskracht van de zon in zekere zin weer naar de zon terug te vallen.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Dat ligt allemaal echter vast in de oergoddelijke orde, en alles wat maar natuur heet moet zich naar deze wetten voegen. - Nu weet je ook wat kometen zijn, en kun je het ook aan denkende mensen bijbrengen.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Mozes was zelf een groot meester in alle mogelijke vakken van de menselijke kennis. Er bestond in Egypte geen mysterie zo groot waarin hij niet ingewijd was, en de oude Egyptenaren bezaten ook zulke oogwapens, ook al waren die niet zo volmaakt als die van de genoemde latere geleerden, en zij konden daardoor heel goed de planeten ontdekken en hun loop ook redelijk goed berekenen, waarvan nog heden ten dage hun dierenriem te Diathira het duidelijkste bewijs levert. De zuivere wetenschap en hoofdwetenschap was natuurlijk slechts in handen van de priesterkaste; het gewone volk moest zich tevredenstellen met wat de priesters wilden zeggen.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Zo'n terugval duurt vaak duizenden aardse jaren. In die tijd heeft zich zo'n nieuw zonnekind door de hem van talloze kanten ontmoetende lichtsubstanties reeds meer en meer verdicht. Wanneer de komeet vaak na zeer veel jaren van de een of andere kant komend weer in de buurt van de zon komt, wordt hij door de mensen van deze aarde en ook door mensen van andere aarden als een ster, gewoonlijk met een lange, lichtgevende dampstaart, gezien. Tengevolge van een bepaalde afstotende kracht van de zon kan hij echter toch nooit meer in de zon terugvallen, welke afstotende kracht - vooral vlak in de buurt van de zon -bestaat uit het zeer heftige uitstromen van het licht, waardoor zo'n komeet wanneer hij als een nog heellicht lichaam in de buurt van de zon komt, zich bijna met de snelheid van het licht verder beweegt, omdat hij daardoor een nieuwe heftige stoot krijgt en zich in de grote diepte van de ruimte verliest, waarop hij aan de uiterste grens van zijn verwijdering weer begint terug te vallen naar de zon.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Kijk, de komeet waarover je een uitleg kreeg, heeft op grote afstand van de zon helemaal geen staart, maar alleen een nevelachtige damp om zijn kern! Pas wanneer hij in de buurt van de zon komt, vormt zich een staart tengevolge van zijn zeer grote snelheid. Want door deze snelheid, die bij veel kometen zo buitengewoon is dat ze in de buurt van de zon vaak in enkele ogenblikken 80, 90-100.000 uren ruimteweg afleggen, kan de zeer lichte etherdamp niet zo snel door de ruimte vliegen als de aanmerkelijk zwaardere kern en de hem direct omgevende dichtere damp, en zo geschiedt daardoor in het groot ongeveer hetzelfde als wanneer je een nog sterk gloeiend en net zo sterk rokend stuk hout neemt en het ver weg door de lucht zou gooien; je zou dan zien dat de rook als zeer licht lichaam achter het gloeiende vliegende stuk hout ook als het ware een kometenstaart vormt.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344  ...