17481 resultaten - Pagina 332 van 1166
... 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 ...
[13] Maar toen we ongeveer twee uur lang zo aan tafel zaten, kwam een BUURMAN die iets verder woonde en nog niets van Mijn aanwezigheid vernomen had met een totaal wanhopig gezicht het huis van de leider binnen en zei: 'Barnabe, Barnabe, we zijn zo goed als verloren! Hoe het gebeurd is weet ik niet; maar het is werkelijk waar: Onze enige en noodzakelijke weg naar Nahim is er niet meer! Er is nu een soort gemetselde borstwering; als je daar overheen kijkt zie je zo'n grote diepte dat je ervan gruwt! Om daar naar beneden te gaan is alleen voor een vogel, maar niet meer voor een mens mogelijk! En een andere weg naar beneden ken ik niet, omdat dit gebergte naar alle kanten niets dan uiterst steile rotswanden heeft. Wat moeten we nu doen als we zout nodig hebben? Mijn voorraad is uitgeput en die van jullie zal ook opraken; wat dan? Wie heeft ons dat aangedaan?"Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] DE WAARD zei: 'Kijk daar! De Meester aller meesters die daar met ons aan tafel zit en die, zoals je ziet, ook mijn dochter Eliza enkel door Zijn almachtige woord in één ogenblik zo genezen heeft zoals jij haar nu hier naast mij ziet zitten, heeft voor ons nu ook deze heerlijkste wijn uit water geschapen en zal er op dezelfde manier zeker ook voor zorgen dat wij eigen zout zullen hebben. Zeg me nu of je nog bang bent omdat deze ware Heer en Meester puur door Zijn almachtige woord deze weg naar beneden, die steeds heel gevaarlijk voor ons was, voor altijd versperd heeft en in ruil daarvoor een verborgen en gemakkelijke weg opent waarlangs wij ook onze onontbeerlijke huisdieren zonder enig gevaar naar boven en naar beneden kunnen drijven! Ben je het daarmee eens?"
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Maar Ikzelf verklaarde hun dit verschijnsel en ze aanvaardden Mijn verklaring ook dankbaar; ze probeerden hun krachtige stemmen nog eens en het klonk wederom terug, ook zonder het hosanna.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Toen kwam hij gauw terug, sloeg zich op de borst en zei: 'O, dit overtreft nu toch wel alles! Ik weet precies wat ik voorheen in mijn provisiekamers had; ze waren slechts karig gevuld voor de behoefte van mijn huis, en nu puilen ze aan alle kanten uit van de grootste overvloed! Dat was U weer, Heer! Ja, nu kan er voor duizenden gekookt worden en niet alleen voor deze tweehonderd! Maar waar haal ik nu zoveel koks vandaan? Mijn lieve buren moeten vandaag wel hun uiterste best doen, want mijn eigen mensen zouden het vóór morgen niet klaarspelen!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] IK zei: 'Ja, Mijn vriend Barnabe, langs natuurlijke weg zal er met veel aan te doen zijn! Als het op deze hoogte niet zo koud was, zouden we hier buiten kunnen gaan zitten; maar de avonden worden nu al zeer koud en donker en daarom gaat het niet meer buiten. In een schapenstal passen weliswaar vele vreedzame schapen; maar omdat je ook geen banken en tafels hebt, is het toch wel een beetje moeilijk. Ook wat het licht. betreft is je huis niet zo goed uitgerust! Dat weet Ik. Maar we zullen toch middelen vinden waardoor we allemaal goed ondergebracht kunnen worden. Kijk in je huis hoe het met tafels en banken zit en kom het me daarna zeggen!'
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik weet wel dat Mijn daden en Mijn woorden jullie de moed hebben ontnomen om in Mijn bijzijn iets te zeggen; maar dit is toch niet zo belangrijk als het feit dat jullie in je hart geloven dat Ik degene ben die uit God door de mond van de profeten beloofd werd, eerst aan de joden en door hen aan alle volkeren der aarde.
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] DE VERRE BUUR zei: 'O Heer, we zouden nu wel durven spreken, als we maar wisten waarover! Maar er komt nog bij dat we, wat natuurlijk gemakkelijk te begrijpen is, allemaal nog veel te vol zitten met gedachten over alles wat we vandaag gehoord, gezien en beleefd hebben. Maar als ik U, enkel voor mijn persoon, om iets zou mogen vragen, dan zou het zijn dat U ons allen of alleen mij vertelt, wat er later na de zekere dood van dit lichaam met mij zal gebeuren.
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wel, dat zijn werkelijk woorden waaraan mijn gemoed en ook mijn verstand nooit helemaal hebben kunnen wennen! Hoe moet men dat in waarheid opvatten? Of zal het letterlijk zo gebeuren?
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[21] Maar voordat iemand een hap naar zijn mond bracht ging DE WAARD staan en sprak: 'Mijn beste buren, luister allen naar mij! Deze maaltijd is een ware goddelijke maaltijd in het paradijs dat verloren ging door de schuld van de mensen. De grote, heilige God en Heer heeft het ons Zelf teruggebracht. Hij zit, o wonder aller wonderen, nu in levende lijve in ons midden en heeft Zelf dit ware paradijselijke maal voor ons toebereid! Deze maaltijd is derhalve een ten hoogste gezegend en heilig maal. Maar wij zijn zondige mensen - en willen nu toch graag dit maal genieten hoewel we onwaardig zijn. Laten we daarom van te voren allen tot de Heer bidden, dat Hij ons onze zonden vergeeft en ons dan een beetje waardiger acht om met Hem deze heilige maaltijd te houden. Verheffen jullie je en spreek met mij: O Heer, Gij Wonderbaarlijke! Vergeefons onze zonden, opdat wij waardiger worden met U aan tafel te zitten!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] EEN van hen zei toen: "O Meester en Heer! Ziet U, wanneer iemands gemoed vol is van duizend maal duizend gedachten over U, over Uw daden en Uw leer en men in zichzelf nog lang niet volledig tot een heldere rust kan komen, dan is het moeilijk om te spreken, omdat men in 't geheel niet weet waar men moet beginnen en waar ophouden! En dan komt er ook nog bij, dat U hier Zelf aanwezig bent en U zeker iedere gedachte van ons eerder kent dan hij in ons is opgekomen en wij er ons van bewust zijn. Hoe kunnen we in Uw persoonlijke aanwezigheid dan spreken en waarover moeten we dan praten? Ja, wanneer U hier nog iets wilt zeggen zouden wij wel graag naar U luisteren, hoelang U ook zou willen spreken; maar wanneer wij nu zouden praten, zou het er wel heel erg mager uitzien!"
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Want als dat nooit zou kunnen, dan had Ik zeker geen leerlingen bij Me opdat deze even volkomen zullen zijn als de Vader in de hemel en in Mij volkomen is; want Ik heb toch zeker geen mens nodig als dienaar omdat Ikzelf alle mensen dienen kan en dat ook altijd doe. En als Ik al wezens wilde hebben die Mij zouden dienen, dan hoefde Ik het maar te willen en er stonden in één enkelogenblik talloze scharen van de machtigste engelen tot Mijn beschikking, die Mij op Mijn wenken zouden bedienen. En hieruit kunnen jullie al onfeilbaar de conclusie trekken, dat Ik alleen maar leerlingen tot Mij genomen heb opdat zij van Mij alles zullen leren wat Ikzelf kan, en dat Ik ook om deze zelfde reden naar jullie ben gekomen. - Zeg Me nu, of jullie nu nog niet durven te spreken in Mijn aanwezigheid!"
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Waarlijk, als het allemaal letterlijk zo gebeurt, is het zeer treurig met de mensheid gesteld en onder zulke omstandigheden zou het toch vele duizenden malen beter zijn als men nooit was geboren en mens was geworden! Hoe vele duizend maal duizend mensen weten niets van onze leer, want ze zijn duistere heidenen, en hun lot, waar ze geen schuld aan hebben, zal dan de eeuwige straf in het verschrikkelijkste vuur van de hel zijn!
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zei: 'Ja, Mijn dierbaren, het is moeilijk om jullie dit nu op dit moment met enkele woorden te verklaren; maar Ik heb dit allemaal tot in de kleinste details aan Mijn leerlingen uitgelegd en zij zullen het jullie weer duidelijk maken.
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wat de profeten erover geschreven hebben vanuit hun innerlijke ingeving hebben ze in beelden geschreven, die pure overdrachtelijke uitdrukkingen zijn van de hierin verborgen naakte waarheden. Wie derhalve de oude leer der overeenkomstigheden of analogieën kent, zal al gauw begrijpen wat de beelden van de profeten allemaal te betekenen hebben.
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] En Mijn leerlingen die nu al van heel veel zaken kennis hebben, zullen jullie tijdens Mijn langere verblijf in jullie midden dit wel nader laten zien en jullie ook bij menige gelegenheid tonen dat ze Mijn leerlingen zijn op een na, die tot nog toe nog niet al te veel heeft begrepen vanwege zijn nog altijd hebzuchtige, op werelds gewin gerichte hart. Maar de andere elf en de schrijver Matthéus zijn reeds heel bekwame, goddelijk wijze mannen geworden en jullie zullen van hen veel kunnen leren en vernemen; luister maar naar hen!"
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)