Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 332 van 1088

...  320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345  ...
[12] Vóór mij heeft zich weliswaar op dat kleinere spreekgestoelte een aanmatigende opperfarizeeër op een hoogst onwelvoeglijke wijze laten horen, zonder dat iemand uit onze raad van priesters hem dat ook maar met een woord gevraagd had; maar jullie hebben hem naar mijn beste weten naar behoren daarvoor schadeloos gesteld. Hij heeft zich daarover wel bij de Hoge Raad beklaagd -wat echter in deze tijd niet zo veel betekent -, en hij kreeg al gauw ten antwoord: 'Komt iets ongelegen, dan brengt het kommer, geen zegen!' Tijdens de begrijpelijke grote opgewondenheid van het volk was het meer dan dom om iets naar voren te brengen, wat onder normale omstandigheden niet al te ongunstig opgenomen zou worden.
Hoofdstuk 82: De kalmerende toespraak van Nicodémus tot het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Toen de onbescheiden opperfarizeeër dat antwoord kreeg, verdween hij snel met zijn tamelijk opgezwollen wangen en ik werd door de gezamenlijke raad afgevaardigd om jullie te zeggen, dat jullie je maar moeten houden aan dat wat mijn voorganger gezegd heeft. Nu jullie allen die troost hier in de tempel gevonden hebben, moeten jullie nu God in je hart danken en dan weer rustig naar huis gaan! En mocht je anderen tegenkomen dan kun je ook hun hetzelfde vertellen, zodat ze niet tevergeefs de lange weg hierheen afleggen, want de tempel is vanmorgen en vanmiddag gesloten, zoals altijd op een voorsabbat.'
Hoofdstuk 82: De kalmerende toespraak van Nicodémus tot het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen vroeg het volk Nikodemus nog naar de betekenis van het derde teken, dat hij volgens de mededeling van zijn grijze voorganger zelf had gezien.
Hoofdstuk 82: De kalmerende toespraak van Nicodémus tot het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar Nikodemus zei: 'Dat zal ik jullie ook nog wel vertellen, maar Wat zachter als we onder elkaar zijn, omdat onze muren vele oren hebben! Wacht vanmiddag maar op de weg die naar Emmaüs leidt! Daar zal ik bij jullie komen en het derde teken volkomen naar waarheid vertellen en het jullie ook uitleggen, zo goed me dat mogelijk zal zijn.'
Hoofdstuk 82: De kalmerende toespraak van Nicodémus tot het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar Nikodemus antwoordde de hogepriester, die Kajafas heette: 'O, als jullie zo verstandig en wijs zijn, ga dan nu zelf de tempel binnen, die nog vol mensen is, hoewel een groot deel na mijn toespraak de tempel verliet en naar huis is gegaan, en spreek op jullie manier met het volk, dan zul je gauw genoeg merken hoe het je zal ontvangen! Waren wij beiden soms de eersten die tegen het volk hebben gesproken? Velen van jullie hebben op jullie manier tot het volk gesproken, en wat was het gevolg van ieder van die preken? Het gevolg was dat de prediker moest vluchten, wilde hij niet vreselijk mishandeld worden.
Hoofdstuk 83: Het overleg van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Het was in deze nacht echt niet het moment om tegen het woedende en vertwijfelde volk een strafrede te houden, maar wel om het te troosten en tot rust te brengen, - en dat hebben wij beiden gedaan en daarmee hebben we beslist geen fout begaan. Of jullie echter voor het volk geen fout begaan hebben, is een heel andere vraag! Ga maar eens naar de grote hal van de tempel om te proberen het volk iets anders te leren, dan sta ik ervoor in dat het jullie nog erger zal vergaan dan het eerder de opperfarizeeër en schriftgeleerde vergaan is toen hij inging tegen de bewering van het volk dat de stem van het volk gelijk was aan de stem van God!
Hoofdstuk 83: Het overleg van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Daarop antwoordde Nikodemus hem: 'Jij bent nu hogepriester, en je kunt in veel opzichten doen wat je wilt; maar wanneer, zoals het er nu uitziet, binnenkort het hele volk ons zal afvallen en zich onder bescherming van de Romeinen zal stellen, - wat ga je dan doen? Al vervloek je het volk dag en nacht aan één stuk door, dan zal het net zo naar je luisteren als nu de heidenen, Samaritanen en Sadduceeën naar je luisteren. Met welke middelen wil je de afvalligen dan weer voor ons en de tempel winnen, en aan onze kant krijgen?
Hoofdstuk 83: Het overleg van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar na een poosje zei de hogepriester toch weer enigszins geprikkeld: 'Maar nochtans weet ik wat er gedaan moet worden om weer vaste grond onder de voeten te krijgen! Ook de valse profeet uit Galilea moet vallen zoals Johannes gevallen is, dan zal het volk weer naar ons toe komen. Heb ik juist gesproken of niet?'
Hoofdstuk 83: Het overleg van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Omdat het echter al vlak voor het middaguur was, werd een tempeldienaar opdracht gegeven naar de hallen te gaan om het volk duidelijk te maken dat het zich nu snel moest verwijderen, omdat vanwege de voorsabbat de tempel gesloten zou worden voor de noodzakelijke reiniging. De dienaar kwam en bracht die boodschap over aan de nog talrijke mensen in de tempel. Maar dat viel niet in goede aarde.
Hoofdstuk 84: De versplintering in de Hoge Raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De reusachtige man uit Bethlehem was nog aanwezig en hij riep met een werkelijk donderende stem tegen de dienaar: 'Wij weten zelf wel wanneer we de tempel moeten verlaten! We zullen hem nu dan ook zo grondig verlaten, dat we hem hoogstwaarschijnlijk nooit meer zullen bezoeken; want alleen de tempel en die er in huizen hebben schuld aan al het onheil dat binnenkort over ons beloofde land zal losbarsten. Ga naar je bazen en zeg hun dat het volk nu zo spreekt, en wie het daar niet mee eens is, moet maar naar buiten komen en ons dat betwisten!'
Hoofdstuk 84: De versplintering in de Hoge Raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De Oudste zei: 'We zijn nu helemaal onder elkaar, en ik kan dus vrijuit praten, en jullie kunnen naar me luisteren als je het de moeite waard vindt. Kijk, onze Mozes hebben wij evenals Jehova en alle profeten volkomen naar waarheid de rug toegekeerd, en vanwege het volk en ons inkomen zijn we zuiver voor de vorm bezig; want van ons die hier nu bij elkaar zijn, gelooft er niet één in een God, in Mozes, noch in een of andere profeet. Maar als we nu zien dat het hele volk in de Nazarener gelooft en hem naloopt, laten we dat dan ook doen, in ieder geval voor de vorm, dan zullen we daardoor bij het volk en zelfs bij de Romeinen heel veel winnen!'
Hoofdstuk 84: De versplintering in de Hoge Raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen ontstond er totale tweespalt in de Hoge Raad. Het ene deel was het eens met de Oudste, het andere deel met de hogepriester, en er ontstond grote ruzie. Toen stonden de Oudsten op en gingen naar huis, want zij hadden zelfhuizen en andere bezittingen. Alleen de Farizeeën bleven nog bij Kajafas, maar vertrokken toch ook al gauw omdat het middaguur al was aangebroken.
Hoofdstuk 84: De versplintering in de Hoge Raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Kijk, zo staan de zaken in de tempel, en Ik heb jullie dat nu uitvoerig verteld om te laten zien hoe weinig indruk de waarschuwende nachtelijke tekenen op dit addergebroed daar beneden gemaakt hebben! Ze zijn en blijven onverbeterlijk, zoals ze altijd al waren; daarom zal het licht van hen worden weggenomen en aan de heidenen worden gegeven. -Maar nu komt ook onze Lazarus al met Rafaël om ons voor het middagmaal uit te nodigen, en we zullen allen weer naar binnen gaan voor het middageten!'
Hoofdstuk 84: De versplintering in de Hoge Raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Toen zei Agricola: 'Heer en Meester, ik ben zo verontwaardigd door Uw verslag van de Hoge Raad, en ook over het voorafgaande verhaal van de waard hoe bepaalde priesters zich over U hebben uitgelaten, dat ik nu grote lust zou hebben de landvoogd de hele geschiedenis mee te delen en een bode naar opperstadhouder Cyrenius te zenden, opdat de hogepriester snel de ogen geopend zullen worden en hij tot inzicht komt hoe de zaken nu staan!'
Hoofdstuk 84: De versplintering in de Hoge Raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Toen stonden wij op en gingen naar de grote eetzaal waar reeds een goed maal op ons wachtte.
Hoofdstuk 84: De versplintering in de Hoge Raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345  ...