Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 332 van 1112

...  320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345  ...
[4] EEN ROMEIN zei: 'Ja, dat weet ik uit eigen ervaring; want ik heb zo'n spiegel in Memphis gezien. Hij was gemaakt van een zeer harde soort zwart marmer en mat ongeveer twee manslengten in doorsnee. Het vlak was gedeeltelijk al wel wat mat, maar over het geheel weerkaatste het nog goed, en als men voor de spiegel ging staan, zag men zich daarin als een kolossale reus. Enkelen van ons hebben dat gezien.
Hoofdstuk 234: Uitvindingen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, de oude Egyptenaren waren in staat een soort spiegels te maken waarmee zij de zonnestralen opvingen. Alle stralen die op een grote wiskundig juiste uitholling van zo'n spiegel terechtkwamen, werden door deze holle spiegel over een afstand van 50-100 manslengten op een punt ter grootte van een hoofd samengebundeld, dat zoveel licht uitstraalde datje er niet naar kon kijken, en die stralen ontwikkelden daar zo'n grote hitte, dat witgloeiend ijzer daarbij vergeleken nog maar koel water was. Het natuurlijke gevolg daarvan was dat een voorwerp waarop dit gloeiende punt gericht werd, ogenblikkelijk in brand vloog en vernietigd werd, zoals jullie, maar vooral de Grieken en de Romeinen al wel vaak zullen hebben horen vertellen.
Hoofdstuk 234: Uitvindingen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Iedere goede arbeider is weliswaar zijn loon waard, maar een huurling die zich huren laat om werk te doen voor een ander die zelfbelang bij het werk heeft, is zelden zijn loon waard. Want hij zal slechts voor de schijn ter wille van zijn loon werken; maar de werkgever zal daarmee slecht gediend zijn. En zo en nog erger zullen alle valse leraren en profeten zijn. Want hun motief zal - zoals nu bij de Farizeeën - de mammon zijn; daarvoor zullen zij onderricht geven, domme en verkeerde dingen voorspellen, de mensen fysiek en nog meer geestelijk bedriegen, de eigendommen van weduwen en wezen opslokken en hun daarvoor de hemel beloven, en tenslotte zullen zij hen die bij de zuivere waarheid blijven, als de grootste ketters te vuur en te zwaard vervolgen en onder groot misbaar zeggen: 'Wij zijn de ware volgelingen van Christus, de Zoon van God!' Ik zeg jullie dat nu vooruit, opdat jullie en je ware volgelingen kunnen weten hoe je je moet gedragen wanneer dat mocht gebeuren - en ten dele ook reeds begonnen is!'
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'Heel gemakkelijk; want hoe vaak heb Ik al voor een grote menigte gesproken, en waren er dan niet altijd mensen bij die niet kwamen luisteren voor het heil van hun ziel, maar voor het heil van hun geldbuidel. Iets beleefden zij zelf, iets lieten zij zich door anderen vertellen, en het meeste maakten zij er zelf bij, verzonnen zodoende leugen op leugen, maakten vervolgens reizen naar alle windstreken, zeiden dat ze door Mij gezonden waren en verdienden daarmee veel geld. - Wat zegje daar dan van?'
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Daarbij zijn deze mensen nog van mening dat zij God een goede en Hem welgevallige dienst bewijzen. Jullie zullen zulke mensen nog heel veel tegenkomen, en velen zullen zich bekeren. Als wij hen nu meteen met bliksems uit de wolken zouden verdelgen, zouden jullie hen dan ook nog kunnen bekeren? Laten we dus niet meteen onze toevlucht tot bliksems nemen!
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Laat ieder zich daarom hoeden voor eerzucht, omdat dat de vader is van de nijd, de zelfzucht en tenslotte, als hij voedsel vindt, van de grootste hoogmoed, die zijn oervaderland in de hel heeft! - Heb jij, leerling van Mij, dat begrepen?'
Hoofdstuk 236: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zo kunnen een engel en de ergste duivel vlak naast elkaar zijn, staan of zitten, terwijl zij geestelijk toch eindeloos ver van elkaar verwijderd zijn, en de engel bevindt zich onbeïnvloed door de uiteraard vlakbij hem zijnde duivel (heel wel in de hemel)*, (*toegevoegd) en de duivel bevindt zich op gelijke wijze in de hel en weet niet het minste van de engel die zo vlak bij hem is. Maar dat kun je nu niet zo gemakkelijk begrijpen, want geestelijke verhoudingen zijn heel anders dan die van deze aarde.
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar voor de opmerkzame waarnemer zijn ook hier genoeg van dergelijke verschijnselen te vinden die met die in het hiernamaals heel precies corresponderen. Zo kun je bijvoorbeeld fysiek dichtbij een mens staan, die innerlijk je grootste vijand is en dag en nacht er op zint hoe hij je op de gevoeligste manier schade toe kan brengen, en toch geestelijk ver van hem verwijderd zijn. Hij kan je niet uitstaan vanwege je hoge positie, omdat hij die liever zelf had; hij is echter slim en weet zijn innerlijke gezindheid voor jou zo te verbergen, dat jij die op geen enkele manier ook maar kunt vermoeden. Als je dus bij hem komt, zal hij je met de grootste vriendelijkheid ontvangen en je alle eer geven, terwijl hij in werkelijkheid, als er niet zulke strenge strafwetten zouden zijn, je meteen zou willen vernietigen. Maar hij dacht bij zichzelf: 'Jij bent nu hoog boven en ik nog diep beneden! Jij moet mij eerst nog omhoog helpen, en als ik eenmaal hoog boven ben, zal er wel voor gezorgd worden dat je in de afgrond stort! ' Kijk, dat is reeds een volmaakte duivel, en hij bevindt zich al met lichaam en ziel in de hel, terwijl jij als altijd rechtschapen en eerzaam man je dus in de hemel bevindt.
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Kijk, hieraan kun je zien hoe ver hemel en hel van elkaar afstaan! En nu zal Ik je nog een voorbeeld geven van de aard van de hel op zich; let dus goed op !
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Iedereen wil meteen de hoogste heer zijn; alleen degenen die op gelijke wijze kwaad en slecht zijn, gaan samen tegen anderen die op een andere manier kwaad en slecht zijn, en zo zijn er eeuwig ruzie, getwist, oorlog en wederzijdse verminkingen van de gruwelijkste aard. En verzamelen de verminkten zich weer, dan zijn zij pas helemaal wraakgierig en proberen met hun voorstellingen en goocheltrucs als tovenaars en kunstenaars de aandacht te trekken. Als zij daardoor langzaam maar zeker een grote aanhang gekregen hebben, wee dan degenen die hen verminkt hebben!
Hoofdstuk 238: De gevechten in de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Stel je twee mensen voor, bijvoorbeeld twee naburige, trotse en heerszuchtige koningen! Uiterlijk zijn ze zeer vriendschappelijk. Als de een de ander bezoekt, overbieden zij elkaar in voorkomendheid en zij omarmen en kussen elkaar als de beste en intiemste vrienden; maar heimelijk denkt en wenst ieder voor zich: '0, zag ik je maar zo gauw mogelijk onder mijn voeten in het stof vertrapt liggen! ' leder loert slechts op een geschikte en voor hem gunstige gelegenheid om zijn buurman, die hij boven alles haat, helemaal te kunnen vernietigen. Wie er echter op uit is met zijn buurman een oorlog te beginnen, vindt ook al gauw een reden daarvoor. Kortom, beiden raken al gauw met elkaar in oorlog, en de sterkere overwint de wat zwakkere, en deze blijft niets anders over dan te vluchten.
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Als hij zo zijn huid gered heeft, gaat hij zo vlug mogelijk naar een derde nog machtiger buur, vertelt hem over zijn ongeluk, verraadt hem alles over zijn vroegere vriend, geeft de derde adviezen hoe hij hem gemakkelijk kan overwinnen en biedt zichzelf als aanvoerder aan. Daarop worden snel voor goede soldij krijgsknechten te paard geworven en onverwacht wordt de voormalige overwinnaar, voor hij er erg in heeft, overvallen en beroofd van al zijn goederen en land. Als nu de tweede overwonnene zich nog door de vlucht kan redden, zal hij al gauw een vierde vinden die tegen de derde optrekt en hem mogelijkerwijs overwint, en dan valt er schijnbaar een periode van rust. Maar de overwonnenen rusten innerlijk helemaal niet, maar ieder zoekt voor zichzelf de gelegenheid zich op alle overwinnaars op ongeëvenaarde wijze te wreken. En kijk, zo wordt zo'n,totaal hels gemoed steeds verder en verder gedreven door zijn innerlijke worm, die niet sterft!
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Alle helse geesten kunnen zich erg goed anders voordoen dan zij zijn. Zij verschijnen vaak uiterlijk als engelen terwijl ze innerlijk net verscheurende dieren zijn en blijven. Hun vermommings kunst gaat zo ver, dat zij zelfs engelen zouden kunnen verleiden, en Ik ben voornamelijk daarom lichamelijk op deze aarde gekomen, om voor eeuwig tegen de hel een dam op te werpen, die zij in alle eeuwigheid nooit zal kunnen overmeesteren.
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] En verder vinden jullie ook bij hem in zijn 59e hoofdstuk: 'Hij zag dat er niemand was (d.w.z. geen liefde en geen waarheid) en verbaasde zich dat er geen vertegenwoordiger was; daarom bracht Zijn arm (het menselijke van de Heer) Hem heil, en de gerechtigheid richtte Hem op (de goddelijke orde in het menselijke van de Heer). Daarom trok Hij gerechtigheid aan als een pantser en de helm des heils op Zijn hoofd en trok het gewaad van de wraak ( de waarheid) aan en bedekte Zich met ijver als met een mantel. Toen kwam voor Sion een verlosser!'
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] IK zei: 'Ja, m'n vriend, de wereld en de hel zijn net zo één als lichaam en ziel één zijn. De grote helleziel bedient zich net zo van de uiterlijke wereld als de ziel zich van haar lichaam bedient. Als de ziel een engel is door haar liefde tot God en de naaste, dan zal ook het lichaam alleen maar goed doen, omdat de ziel, die het lichaam levend maakt, niets kwaads wil en kan doen; maar is de ziel al volledig een duivel, dan is haar lichaam dat ook.
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345  ...