15542 resultaten - Pagina 332 van 1037
... 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 ...
[12] Na een klein halfuur bevonden we ons al in de buurt van Jeruzalem, waar we een paar wachters aantroffen. Maar die lieten ons rustig doorlopen; want we waren met een te grote groep en ze hielden ons voor Romeinen en Grieken, waar ze in geen geval mee in conflict wilden komen. Die gevolgtrekking maakten zij , omdat we groepsgewijs aankwamen en geen woord met elkaar wisselden, wat ook gebruikelijk was bij de patrouillerende Romeinse wachters. Spoedig bereikten we de poort van de tuinmuur en korte tijd later ook de herberg op de Olijfberg; we gingen meteen naar de grote eetzaal, die volop verlicht op ons wachtte.Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Hiermee was de waard tevreden en ging naar Lazarus om hem een grote som geld te overhandigen, die hij op die dag had ontvangen; hij zei hem dat het grootste deel daarvan betaald was door de inmiddels vertrokken slavenhandelaren.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Toen legden ze deze zeven zakken vol louter zware goudstukken op de tafel en verdwenen zeer snel. Ik kon toen natuurlijk niets anders doen dan ze voor jou bewaren. En die paar honderd zilverstukken hier heb ik van andere gasten ontvangen; want er zijn al snel heel wat gasten gekomen, voor het grootste deel vreemdelingen, die veel gebruikt en goed betaald hebben. Sommigen wilden hier overnachten; maar ik heb me verontschuldigd door hun waarheidsgetrouw te vertellen dat ik al een paar honderd gasten verwachtte, die overdag slechts een uitstapje naar EmmaĆ¼s hadden gemaakt maar 's avonds weer terug zouden komen. Alleen een oude, vermoeide pelgrim heb ik hier gehouden en ik heb in mijn kamer een slaapplaats voor hem klaar gemaakt.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] 's middags was hier onder anderen ook die vrouw, die eerst die hooggeplaatste Romeinen hier naartoe had gebracht. Ze heeft hier gegeten en gedronken en informeerde toen zeer belangstellend naar de Heer en Meester. Ze betaalde er tien zilverlingen voor. Maar ik vertrouwde deze persoon niet, omdat ze best een spion van de tempel had kunnen zijn, daar het maar al te bekend is dat dergelijke liederlijke personen zich voor geld voor alles laten gebruiken en daarom heb ik haar ook niet verteld waar de Heer en Meester naar toe is gegaan.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Hier ging Ikzelf naar beiden toe en zei, nadat Ik Mijn handen op hun schouders had gelegd: 'Zo hoort het, Mijn beste vrienden! Je hebt hier vandaag ook geheel in Mijn geest gehandeld! Waarlijk, Ik zeg jullie: Jij, Mijn Jordan, bent samen met onze broeder Lazarus voor Mij meer waard dan honderd landen vol ongerechtigheid en eigenliefde!
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[30] Daar waren alle aanwezigen het volledig mee eens; ze begaven zich naar hun slaapplaatsen. Ik echter bleef de hele verdere nacht nog zittend in Mijn leunstoel rusten.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De volgende ochtend op de sabbat, ongeveer een kwartier voor de zon opging, stond Ik op uit Mijn stoel en ging meteen naar buiten. Petrus, Jacobus en Johannes merkten dat onmiddellijk en kwamen ook buiten nog voordat de zon was opgegaan.
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zei tegen hem: 'Maar Simon Juda, hoe lang zal Ik je in je domheid nog moeten verdragen?! Sprak Ik dan over de natuurlijke slaap van het lichaam? Kijk eens naar deze zeven heidenen! Hoe vaak zullen zij jou, aartsjood, nog beschamen? Zij hebben Mij heel goed begrepen, - waarom jij dan niet, terwijl je toch al zo lang bij Mij bent?'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar kijk nu allen goed naar deze zonsopgang, die vandaag heel bijzonder zal zijn voor dit gebied op aarde! Laat ieder zich afvragen of hij hem ook in geestelijke zin heeft begrepen! Want alles wat er op deze natuurlijke wereld gebeurt, kan niet anders gebeuren dan door hetgeen uit Gods hemelen naar binnen stroomt. En wat er door de hemelen van alle engelen de natuurlijke werelden binnenstroomt, gaat oorspronkelijk van Mij uit. Let daarom nu goed op; want ook de natuur moet in jullie bijzijn van Mij getuigen!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Het stelde deze persoon kennelijk zo teleur, dat ze hier niet te horen kreeg waar haar Heiland naar toe was gegaan, dat ze huilde en ikzelf in tweestrijd kwam of ik haar toch nog zou zeggen, waar Hij zich bevond. Maar toen schoot me plotseling deze goede gedachte te binnen: 'Je bent ofwel een omkoopbaar en corrupt persoon of je bent een uiterst vervelende dweepster, -die indruk had ze hier de eerste avond al gemaakt -, en de Heer en Meester kan je noch in het ene noch in het andere geval gebruiken!', en daarom vertelde ik haar dan ook niets. Maar Ik zei haar welgemeend het volgende: ' Als je werkelijk zo'n groot verlangen hebt naar de heer en meester die je heeft genezen, leef dan naar Zijn woord, dan zal Hij, aan wie ook onze meest geheime gedachten niet onbekend zijn, het op het juiste moment wel toelaten datje met Hem zult samenkomen!' Met deze raad was ze het helemaal eens en ging toen weg. En dat is dan ook alles wat er zich hier tijdens je afwezigheid heeft afgespeeld en wat van enige betekenis was. Zeg me nu of ik wel juist hebt gehandeld in al deze gevallen!'
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Wij begaven ons naar de top van de heuvel, maar waren niet lang alleen, want de zeven Opper-Egyptenaren kwamen ons al gauw achterna en de eerste Opper-Egyptenaar zei: 'Heer, vergeef ons dat we U onmiddellijk gevolgd zijn; op deze aarde zullen we U wel nooit meer in levenden lijve kunnen volgen en deze aarde zal ook nooit meer het eindeloos zeldzame geluk ten deel vallen, dat haar Schepper haar ooit nog met Zijn lichamelijke voeten zal betreden! Maar wij hebben het onbeschrijflijke geluk om oog en oorgetuigen te zijn van dit wonder, dat het grootste van Uw eindeloze eeuwige wonderdaden is. En daarom zou het wel een grove zonde zijn, U ook maar een enkel ogenblik uit het oog te verliezen en niet ieder woord uit Uw mond te vernemen.'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Petrus zei: 'O Heer, als ik dat nu vanuit mijzelf moet verklaren zal me dat waarlijk niet goed afgaan! Ik zie nu twee volmaakte zonnen en weet niet eens welke de echte is! En daar beneden op straat staan ook een heleboel mensen naar dit verschijnsel te kijken; zij weten vast nog minder dan ik. Ik, die nu toch reeds als een wijze beschouwd dient te worden, begrijp er niets van, - hoe moet dit verschijnsel dan wel niet overkomen op die mensen daar beneden?!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Er was nu ook nog een derde volkomen ontwikkelde zon te zien. De mensen in de straten begonnen bang te worden en velen sloegen op de vlucht en liepen de dichtstbijzijnde huizen binnen. Degenen die niet zo erg bang waren bleven echter naar dit zeldzame natuurverschijnsel staan kijken. De vogels in de lucht werden erg onrustig en men zag ook al spoedig een heleboel adelaars en gieren rondzweven. Ze achtervolgden elkaar. En toen de duiven en andere kleine vogels die vele machtige vijanden boven zich ontdekten, sloegen ook zij op de vlucht en verborgen zich zo goed ze konden.
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Daarom heb Ik jullie ook al veel uitgelegd, en jullie begrijpen nu al heel wat. Maar het belangrijkste is en blijft het voortdurend streven naar de volledige wedergeboorte van de geest in de ziel; want alleen daardoor wordt de mens pas in alle waarheid en wijsheid ingewijd en heeft hij een volkomen en samenhangend inzicht in alles, van het aardse tot het puur geestelijk hemelse. Door dit licht heeft hij dan ook het eeuwige leven, wat eindeloos meer is dan de wetenschap van alle dingen in de natuur.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Maar kijk dan eens naar de mens, die de onschatbare waarde van het leven maar al te goed kent! Als hij zou beseffen dat met de dood van het lichaam alles totaal afgelopen zou zijn, zou hij meteen vertwijfeld zijn, zijn bestaan duizenden malen verwensen en vervloeken en de grootste weldoener der mensheid zou dan degene zijn, die de macht en de kracht zou bezitten om de mensheid op de hele aarde en ook zichzelf te doden en derhalve geheel uit te roeien, -of hij zou de kunst moeten verstaan om alle mensen ineens dermate te versuffen dat ze zich niet meer van zichzelf bewust zijn, wat uiteindelijk hetzelfde zou zijn als wanneer hij ze allemaal gedood zou hebben.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)