Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 333 van 1490

...  321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346  ...
[6] Onthoud dat! Wanneer jullie met mensen zullen praten, moet je onderzoeken of ze niets weten van de ziel op zich en van het eeuwige leven van de ziel! Als ze hun schouders ophalen en enigszins meewarig zeggen: 'Ja, daar hebben we al vaak over horen praten; maar dat daar heel weinig of misschien wel geen woord van waar is, leert de ervaring van alledag, -wat boven deze ervaring uitgaat is niets anders dan leeg gedweep van bepaalde werkschuwe hongerlijders! ' , dan kunnen jullie met zekerheid concluderen, dat de ziel van zulke mensen al zo goed als helemaal verteerd is door haar vleesmaterie en zich reeds geheel en al in het gericht bevindt.
Hoofdstuk 229: De beide polen van het bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Hieruit zien jullie dat zelfs God, als Hij niet uit Zichzelf de voor jullie begrippen eindeloos grote tegenpool tegenover Zich geplaatst zou hebben, geen schepping als materieel bestaand uit Zichzelf had kunnen laten voortkomen en kunnen plaatsen, omdat de grote tegenpool nu juist de schepping zelf is. Deze kan dus niet anders dan gericht en zo goed als dood en bestendig zijn, wil zij beantwoorden aan het door de Schepper gestelde doel. En omdat ze is, wat en hoe ze is, is zij ook goed tegenover God. Slecht, wat betreft haar uitwerking, is ze alleen tegenover de mensen, omdat deze wat hun ziel en gedeeltelijk zelfs wat hun vlees betreft, de bestemming hebben om zich als uit de dood opgewekte wezens voor eeuwig door de zuivere positieve geest van God te verenigen met God, zonder daardoor ooit meer hun absolute vrijheid en zelfstandigheid te verliezen.
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Nu werpt zich natuurlijk vanzelf de belangrijkste van alle levensvragen op en deze luidt: Wat moet een mens derhalve doen en in acht nemen om zijn ziel te behoeden voor het terugtreden in het oude gericht van de materie die dood is?
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Hij moet zich precies houden aan de tien geboden die door Mozes aan de mensen zijn gegeven, en deze bestaan samengevat hieruit, dat men ten eerste vast gelooft aan een waarachtige God, Hem boven alles uit alle macht liefheeft, zijn broeders en zusters echter gelijk zichzelf en in geval van nood zelfs meer!
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] In deze in feite maar twee geboden ligt dan ook de hele wet van Mozes, alsook alle profeten, die omwille van een beter begrip niets anders dan alleen dit met veel woorden onderwezen hebben.
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wie dit zal doen, zal zeker zijn hart en daarmee ook zijn ziel behoeden voor iedere hoogmoed, hardheid, toorn, haat, zelfzucht, afgunst, gierigheid, hebzucht, heerszucht, een werelds luxeleven en liefde voor het wereldse, en dan zal hij gemakkelijk binnentreden in de levenspool van Gods geest; want de liefde tot God vervult juist de hele mens met Gods levensgeest, en de naastenliefde belichaamt en verankert deze in de ziel, waardoor zij dan noodzakelijk in alles identiek wordt met God Zelf door de liefdegeest van God in haar.
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] EPIPHANES zegt: 'Grote Heer en Meester! Groot was Uw wonderwerk van voorheen voor ons lichamelijk heil, -maar nog groter is Uw wijsheid in de leer die U ons nu gegeven heeft; want deze bewijst ons onvergelijkelijk veel intensiever Uw Goddelijkheid. Met het wonderwerk toonde U ons welonmiskenbaar dat U met de kracht en macht van God vervuld moet zijn, omdat zo'n werk U anders onmogelijk zou zijn; maar met deze lering heeft U ons laten zien, dat U rechtstreeks Zelf Degene bent wiens gedachten en ideeën die bepaalde, gerichte, vaste tegenpool vormen!
Hoofdstuk 231: De vraag naar de verlossing van de onwetenden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik, en zeker ook Aziona en Hiram hebben nu heel goed begrepen wat U, o Heer, ons gezegd hebt op onze zeker heel belangrijke vraag, en wij zien nu in hoe de zaken staan, en dat het eigenlijk onmogelijk anders kan zijn. Maar juist dit punt doet een andere vraag opkomen die voor de gehele mensheld van deze aarde belangrijk is.
Hoofdstuk 231: De vraag naar de verlossing van de onwetenden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Zie, grote Heer en Meester! Wij weten nu wat de mens te doen staat om wat de ziel betreft niet verslonden te worden door Uw tegenpool, wat zeker een hoogst treurig lot is voor ieder die zich daarvan niet heeft kunnen redden. Wij kennen door Uw genade en buitengewoon grote goedheid de juiste weg en zullen deze zeker en veilig bewandelen. Maar wat gebeurt er met alle andere talloos vele mensen die deze grote aarde bewonen? Deze weten niets van hetgeen U ons nu onthuld heeft! Hoe talloos velen zijn er al sinds het begin van de mensen op deze aarde vóór ons overgegaan, en welke talloze aantallen zullen er nog na ons overgaan!
Hoofdstuk 231: De vraag naar de verlossing van de onwetenden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De huidige grootste leer die U ons geeft is weliswaar buitengewoon groot en heilig; maar deze leemte in haar bestaat onmiskenbaar, die zou ik graag aangevuld willen zien doordat U in Uw goedheid een antwoord geeft op deze voor mijn gemoed zeer belangrijke vraag! Als het Uw goede en heilige wil is, geeft U ons dan ook hierover een juiste uitleg~'
Hoofdstuk 231: De vraag naar de verlossing van de onwetenden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Maar omdat ze na de lange tijden die daarmee verstrijken toch begint in te zien dat ze voor de gek was gehouden, ontbrandt ze in toorn en woede tegenover haar pijnigers en dat heeft dan gevechten en vuur in de ergste mate tot gevolg; deze zielen lossen in een dergelijk toornvuur dan gewoonweg op, ze zouden zich tenslotte zelfs nog geheel vernietigen als zoiets mogelijk zou zijn!
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En nu zijn we weer bij de koning van ons voorbeeld wiens ziel zo'n weg heeft doorgemaakt als Ik jullie nu heel in het kort precies heb beschreven. De naar deze wereld teruggekeerde ziel van zo'n eenmalige koning uit de vroege geschiedenis, die bijvoorbeeld in het uiterste Oost Azië zich zo misdragen heeft, komt nu op een heel ander deel van de wereld via de gewone weg van het vlees in het lichaam van een kind ter wereld, natuurlijk geboren uit een arme vrouw. Dan is zo'n ziel weer helemaal kind en weet van haar vorige toestand niet het geringste, en het zou ook helemaal verkeerd zijn als ze er maar de minste herinnering aan zou hebben.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Zij die vóór ons waren, hebben van deze leer zeker niets geweten en leefden naar hun materialistische neigingen. Wat kan hun lot aan gene zijde anders zijn dan treurig gevangengenomen te worden door Uw tegenpool? Wie zal en wie kan hen daaruit verlossen en wanneer? Hoe klein is bijvoorbeeld over het geheel genomen het aantal van de mensen die, omdat ze oorspronkelijk al meer geestelijker waren, zich ook gemakkelijker naar het puur geestelijke gericht hebben en daarom na het treurige afleggen van dit materiële lichaam heel gemakkelijk en zonder moeilijkheden in Uw hoofdpool zijn overgegaan? Als ik hen volgens de boeken waarin de vrome en puur geestelijk grote mensen staan opgetekend, allemaal bij elkaar optel, kom ik misschien amper uit op honderdduizend! Maar wat is dat vergeleken bij het enorme aantal van degenen die allen voor ondenkbaar lange tijden door de tegenpool zijn verslonden? Dan vraag ik toch ieder enigszins weldenkend en redelijk mens, of het voor de ongelukkigen niet beter zou zijn geweest nooit geboren te zijn?
Hoofdstuk 231: De vraag naar de verlossing van de onwetenden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Wanneer het er voor de vreemde naties en volkeren werkelijk zo uit zou zien als jij het in je vraag stelt, zou het wel wat treurig gesteld zijn met het zieleheil van de mensen op aarde; maar het ziet er toch wel een beetje anders uit, en derhalve is aan ieder mens de gelegenheid gegeven om zich, van welk geloof hij ook is, meer op het geestelijke dan op het materiële te richten. Als dit het geval is, kan een ziel aan gene zijde al niet meer helemaal door de materiële pool worden aangetrokken, maar verkeert met haar altijd volkomen vrije wil in een soort zweeftoestand, waarin ze noch tot de ene, noch tot de andere pool behoort. Deze toestand van de zielen noem Ik een middenrijk, waarin de zielen door reeds voleindigde geesten meestal naar de betere pool geleid worden.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Natuurlijk gaat het proces van een volledige ommekeer nogal langzaam; maar dat geeft verder niets, omdat het toch nooit zo kan zijn dat een ziel totaal verloren gaat. En zou ze al door een te grote verstoktheid volledig door de volle tegenpool verslonden worden -wat natuurlijk wel heel erg zou zijn -, zal ze het zich na een lange tijdcyclus weer moeten laten welgevallen om nogmaals een lichamelijke levensproef door te maken, ofwel op deze aarde of ook wel op een andere, waarvan er in de eindeloze ruimte talloze zijn, zonder te weten of ook maar te vermoeden dat ze reeds een keer een lichamelijke levensproef heeft doorgemaakt. Zij zou er ook niets aan hebben om dit te weten, omdat ze daardoor noodzakelijkerwijs meteen weer in haar oude euvel van zinnelijkheid zou vervallen en daardoor een tweede levensproef puur tevergeefs en zinloos zou zijn. Om jullie dat gemakkelijker te laten inzien geef Ik je een voorbeeld.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346  ...