5587 resultaten - Pagina 333 van 373
... 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 ...
[22] BOREM zegt: 'Lieve broeder, je moet je hart ook behoeden voor al te grote nieuwsgierigheid, omdat een dergelijke kijklustigheid heimelijk ook steeds vergezeld gaat van leedvermaak! Wees hier daarom alleen maar een wijze toeschouwer tot nut van je geest; doch zet de nieuwsgierigheid aan de kant! Want hier moeten we uitermate nuchter zijn, omdat hier iets van de hel mee in het geding is. Kijk nu toe, doch zonder enige nieuwsgierigheid; vertel me dan precies wat je ziet!'Hoofdstuk 76: Harteloos gedrag van de dames van het H. Hart van Jezus tegenover hun ouders, die bij hen aankloppen - Het ingrijpen van de twee in het wit geklede mannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS richt zijn ogen weer op het achterhoofd van de dames van het H. Hart en zegt na een kortstondig toekijken: 'Ja, ja, het is echt zo, de twee mannen in het wit trekken in gezelschap van de oude mensen nu werkelijk naar het klooster! Hoe meer ze naderen, des te ijveriger bliksemt het uit de vele ramen; maar de bliksem reikt niet al te ver. Ook wordt er van binnenuit donderen gehoord, maar wel zwak.
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Willen jullie echter nog duidelijker weten wie deze opgeblazen kikkers zijn, weet dan: Dat zijn jullie dochters die door jullie grote domheid gepaard aan grote rijkdom, het klooster van deze dames van het H. Hart van Jezus in zijn gedreven en daardoor in zekere zin geheel verdoemd zijn. Hoe bevallen ze jullie nu in deze hemelse gewaden?'
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Een zeer bejaard uitziende vader van een van de H. Hart Dames gaat nu voor de twee mannen staan en zegt op huilerige toon: 'O jullie machtige boden van God, hoe kan dat nu toch, dat ook mijn dochter zich onder deze ongelukkigen bevindt! Zover mij bekend is, leefde mijn dochter streng en uiterst gewetensvol volgens de regels van haar orde en dus ook geheel in de geest van de alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk, welke geest toch duidelijk de Heilige Geest moet zijn?
Hoofdstuk 78: Een duister Jezuïetenverhaal: De bedrogen vader - De geestelijke kant van de gebeurtenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] 'O, jij ellendige worm in het stof! Omdat je niet gelooft, zul je zolang met een zware ziekte worden geplaagd, tot het lieve meisje zich in het klooster van de dames van het H. Hart van Jezus bevindt, als bruid van mijn Zoon. Als bewijs van de waarheid zullen drie dagen achter elkaar' s nachts om 12 uur alle klokken van Rome een uur lang uit zich zelf gaan luiden!'
Hoofdstuk 78: Een duister Jezuïetenverhaal: De bedrogen vader - De geestelijke kant van de gebeurtenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] De ene zegt weer: 'Nu, als de kerk meer gold dan het zuivere woord van God, dan moet je nu de kerk om rekenschap vragen en niet ons, daar wij als uitgesproken protestanten ons nooit aan iets anders hebben gehouden dan aan datgene, wat Christus alleen geleerd heeft! In het evangelie van de Heer staat echter nergens iets over een alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk, niets over de paus, niets over Jezuïeten en niets over de dames van het H. Hart van Jezus, maar er staat heel eenvoudig: 'Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf! Aan deze twee geboden hangt de hele wet en de profeten.'
Hoofdstuk 78: Een duister Jezuïetenverhaal: De bedrogen vader - De geestelijke kant van de gebeurtenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] En weer ergens anders staat geschreven: 'Wie mijn woorden hoort, ze aanneemt en daarnaar leeft, die is het die Mij liefheeft; wie echter Mij liefheeft, tot diegene zal Ik komen en Mij Zelf aan hem openbaren!' - Zie, dat is ook Petrus, de onoverwinnelijke in het hart van een mens. Dat alleen is de ware, levende kerk van de Heer, als Hij door het levende geloof, dat is de liefde, in het hart van de mens zijn intrek heeft genomen!
Hoofdstuk 79: De ergernis van de oude man over Rome en over de lankmoedigheid van God - Gelijkenissen over het geduld van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Welnu, wat de Heer eens deed, dat doet Hij nog! Daarom zeggen wij altijd uit de diepste grond van ons hart: O Vader, Uw heilige wil geschiede!'
Hoofdstuk 80: Gelijkenis van de tarwe - en distelsoorten - Het ontwaken van de liefde van Martinus voor de Heer - Voortzetting van de scène met de dames van het H. Hart van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] BISSCHOP MARTINUS is tot tranen geroerd en zegt: 'Ja, ja, mijn lieve broeder, alleen maar Zijn heilige wil! O, als ik Hem nu hier zou hebben, dan zou ik Hem zo aan mijn hart drukken, dat ik daarna geheel zou kunnen oplossen! O Gij, mijn goede Heer Jezus, kom, kom tot ons beiden!'
Hoofdstuk 80: Gelijkenis van de tarwe - en distelsoorten - Het ontwaken van de liefde van Martinus voor de Heer - Voortzetting van de scène met de dames van het H. Hart van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BOREM zegt: 'Broeder, nu ben je pas op de goede weg gekomen. Nu ben je pas begonnen om Christus naar je toe te trekken. Ik zegje, je gaat nu een heerlijke verlossing tegemoet! Al gauw zul je ondervinden, wat het betekent: 'Geen oog heeft ooit gezien en geen menselijk zintuig ooit ervaren, wat de Heer heeft bereid voor diegenen die Hem liefhebben!' Jij hebt nu liefde tot de Heer in je hart opgewekt en die geldt alleen bij Hem. Let nu op wat spoedig met jou gaat gebeuren, als je in deze liefde zult volharden en groeien. Kijk nu eens naar het bord en zeg me, wat je daar ziet!'
Hoofdstuk 80: Gelijkenis van de tarwe - en distelsoorten - Het ontwaken van de liefde van Martinus voor de Heer - Voortzetting van de scène met de dames van het H. Hart van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] (BISSCHOP MARTINUS:) 'O broeder, ik onderga nu een verrukking, waarvan ik nog nooit een allergeringst vermoeden heb gehad. Wat zal dat straks nog worden als het verder gaat, zoals ik het nu in mijn hart voel, daar het steeds meer ontvlamt in liefde tot de Heer Jezus?
Hoofdstuk 80: Gelijkenis van de tarwe - en distelsoorten - Het ontwaken van de liefde van Martinus voor de Heer - Voortzetting van de scène met de dames van het H. Hart van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Bisschop Martinus richt zijn blik nu weer op het achterhoofd van de dames van het H. Hart. Hij ziet dat alles nog net zo is als voorheen, voor hij zijn blik er van had afgewend om het stralende bord te bekijken en daarover te praten met Borem.
Hoofdstuk 80: Gelijkenis van de tarwe - en distelsoorten - Het ontwaken van de liefde van Martinus voor de Heer - Voortzetting van de scène met de dames van het H. Hart van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] 'Vriend, geduld is de eerste regel van het leven en dat geldt hier in het geestenrijk evengoed als op de wereld! Alles heeft uur en tijd! Gaan jullie allen maar voort om in jullie hart de liefde en een vast vertrouwen op de Heer steeds meer en meer te beleven, dan zullen jullie zo snel als maar mogelijk is uit deze jammerlijke toestand geraken.
Hoofdstuk 80: Gelijkenis van de tarwe - en distelsoorten - Het ontwaken van de liefde van Martinus voor de Heer - Voortzetting van de scène met de dames van het H. Hart van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[37] BOREM zegt: 'Wees maar blij. Ik zeg je, zoals ik je al eerder heb gezegd: je bent dicht bij een groot en heerlijk doel. Werk vlijtig aan je hart en let overal op, dan zul je gauw de grote op handen zijnde verlossing in je zelf gewaar worden!'
Hoofdstuk 82: Het optreden van de dames van het H. Hart van Jezus - De helse storm op zee - Het vangen van het stormgespuis in een zak – Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] De zee stelt hun natuurlijke staat voor, die hun tijdens hun aardse leven meer aan het hart lag dan het geestelijke. Daarom moeten ze zich daar nu ook in storten en hierin de ijdelheid van hun wereldse streven toetsen. Ook stelt de zee de mate van hun grote domheid voor, waarin ze nu tot op de bodem moeten gaan om deze als zodanig te herkennen. De slangenkoppen van deze kikvorsen betekenen de overduidelijke, hoogmoedige kwaadaardigheid en dikwijls slimme berekening hoe deze uit te voeren. De schorpioen-staarten betekenen hun arglistige aard, tengevolge waarvan ze diegenen die ze schade wilden toebrengen, van achteren in de rug pakten en verwondden. - Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 81: Het verdwijnen van de kikvorsen in de zee en het op de zee wandelen van de zoekende ouders - Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus