Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 333 van 1112

...  321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346  ...
[7] Ik kwam echter nu in dit wereldlichaam om al de legioenen maal legioenen duivels daaruit te verdrijven. Ik gaf je gisteren met de jonge vrouw in het klein een voorbeeld van wat Ik nu in het groot doe. Ik zal nu het huis schoonvegen van de oude duivels; maar als de mensen zich niet daaraan zullen houden, dan zullen ze al gauw gereed zijn met een nieuwe hel en haar duivels, en die zullen dan al gauw in het gereinigde huis intrekken en een toestand in de wereld te weeg brengen die nog erger zal zijn dan de eerste voor Mij was.
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Want zoals voorheen, moet ook nu en in het vervolg iedere ziel in het lichaam haar wils en kennis vrijheidsproef doormaken, en die kan zonder toegelaten prikkels tot het goede en het kwade nooit .of te nimmer plaatsvinden. Maar nu hebben de mensen door Mij hulp bij de hand en ze kunnen de hel die zich in hen uit wil breiden altijd met glans overwinnen, wat nu juist het gevolg van Mijn verlossing is. Die dat echter niet zullen doen, zullen nog dienstbaarder aan de nieuwe hel zijn dan de ouden dat tot op deze tijd waren.'
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Toen zeiden ALLEN: 'Heer en Meester! Deze zaak is ons nu helemaal duidelijk; maar er gebeurt nu iets anders bij ons, namelijk, een heel speciaal treurig gevoel in ons hart doet zich gelden, en noodzakelijkerwijs om twee redenen: De eerste is dat we met lichaam en ziel duidelijk in de volmaaktste helleven en de tweede is dat altijd verreweg het merendeel van de mensen van deze aarde kennelijk niets anders dan hellegeesten worden, en dat ook duidelijk voor eeuwig. Is er dan voor zulke hellegeesten werkelijk ook bij U, o Heer, geen mogelijke hulp meer denkbaar?'
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Laat echter niemand van jullie denken dat Ik ook de hel eens geschapen zou hebben! Dat zij verre van Mij en van jullie allen! Denk ook niet, dat het een plaats van eeuwige bestraffing van de boosdoeners van deze aarde is! Zij heeft zich vanzelf gevormd uit al die vele mensenzielen die op deze aarde iedere goddelijke openbaring weghoonden, God loochenden, slechts deden wat hun uiterlijke zinnelijkheid behaagde, maar zich uiteindelijk goddelijke eer lieten bewijzen en al het volk door hun hovelingen liet instrueren dat zij zelf goden waren en dat het hele volk hen moest aanbidden, zoals Nebukadnezar dat in Babylon deed. Zij bedachten opnieuw afgoden en dwongen de volken die te aanbidden en hun grote offers te brengen; wie dat niet deed, werd onmenselijk gemarteld.
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar toen zeiden DE FARIZEEËN EN SCHRIFTGELEERDEN, die in het geheim niet erg met de uitleg over de hel tevreden waren: ' Ah, daarover maken wij ons helemaal geen zorgen en wij laten dat aan Zijn goedheid en wijsheid over. We hebben immers gemopperd omdat Hij zoveel zondaars en tollenaars aannam, die toch ook echt geen hemelse geesten waren, dus zal Hij ook wel voor geesten die reeds werkelijk hels zijn een uitweg hebben! Want in Zijn wijsheid zal nog heel veel verborgen liggen wat Hij ons niet zal openbaren. Wat wij nodig hebben zal Hij ons openbaren; wat we echter beslist niet nodig hebben, daar moeten we ons ook niet druk over maken. Als een duivel uit eigen wil zo blind en dom is en als hij geen licht wil aannemen, -wel, laat hem dan in eeuwigheid duivel blijven! Als hij voortdurend de gelegenheid heeft zich te verbeteren, en het hem niet aan begrip en verstand en ook niet aan wil daarvoor ontbreekt, maar als hij toch het goede en ware niet wil en het in zekere zin een eer vindt tegen de wil van God in te gaan, wel, laat die nar dat dan doen zolang hem dat waarschijnlijk plezier verschaft, en God en alle zalige heiligen zullen daarbij niets verliezen! -Dat is zo onze heel nuchtere mening.'
Hoofdstuk 241: Lazarus wil de zondaars helpen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] LAZARUS zei: 'Ja, ja, jullie mening is volkomen juist, en de Romeinen hebben ook helemaal gelijk als zij zeggen: 'Hem die het zelf wil, geschiedt geen onrecht! ' , maar ik zeg: Zo spreekt toch alleen maar de droge wereldse rechtsfilosofie. Maar als ik een mens zie die zich uit vertwijfeling van het leven wil beroven, of ik zie een echt onervaren mens die giftige bessen verzamelt om op te eten, dan is het toch mijn menselijke plicht niet maar iedereen te laten doen wat hij zich voorgenomen heeft, maar hem daar heel ernstig van af te houden en hem te vertellen welke gevolgen het een en ander voor hem kan hebben.
Hoofdstuk 241: Lazarus wil de zondaars helpen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Natuurlijk, als ik niet weet of zie dat er ergens voor een mens door zijn handelwijze gevaar dreigt, dan heb ik ook geen gevoel voor hem en kan ik hem ook niet helpen; maar als ik het zie, weet en voel, dan mag ik een mens, al is hij nog zo dom en eigenzinnig, niet door zijn eigen wil aan de ondergang prijsgeven, en het kan een voelend hart niet onverschillig laten of er tussen duizend mensen negenhonderd negenennegentig verloren gaan of niet. En ik kan daarom al diegenen alleen slechts prijzen die het hard en treurig te moede wordt als zij beseffen dat er zo ontzettend velen zo goed als voor eeuwig verloren zijn, en ik vind het nu ook heel natuurlijk dat deze edel voelende mensen zich op die wijze voor de Heer uitgesproken hebben. Want van Hem kan men toch wel met het volste vertrouwen verwachten, dat Hij ons in dit opzicht een juiste verklaring, ook al is het door een of ander beeld, zal geven. -Heer, heb ik juist geoordeeld of niet?'
Hoofdstuk 241: Lazarus wil de zondaars helpen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Waar vind je een man, die honderd schapen heeft en als hij er één van verliest niet meteen de negenennegentig in de woestijn achter zal laten en op weg zal gaan naar het verloren schaap en het zo lang zal zoeken tot hij het terugvindt, en, als hij het gevonden heeft, het op zijn schouders neemt van vreugde? En als hij dan thuiskomt, zal hij al zijn buren bij zich uitnodigen en zeggen: 'Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap dat verloren was, teruggevonden en geef een feestmaal! ,
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] En Ik zeg jullie: Zo zal er ook meer vreugde zijn over één zondaar die verloren was, als hij zich echt verbeterd heeft, dan over negenennegentig rechtvaardigen die nooit boete hoefden te doen! (Luc.15,3-7)
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] En Ik zeg: Zo zal er ook in de hemel bij de engelen van God een grote vreugde zijn over één zondaar, die verloren was, maar door ware en ernstige boetedoening zich weer voor de hemel heeft laten vinden! (Luc .18, 8-11)
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Omdat hij echter zo'n honger leed en zich, toen de nood het hoogst was, alleen met wortels en gras voedde, kwam hij eindelijk tot zichzelf en zei in gedachten: 'Hoeveel dagloners heeft mijn vader thuis die brood in overvloed hebben en ik verga van de honger! Ik zal echter op weg naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: 'Vader, ik heb gezondigd in de hemel en voor u! Ik ben voortaan niet meer waard dat ik uw zoon heet; maar neem me aan als een van uw minste dagloners!' (Jeremia 3, 12 en Psalm 51, 6)
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] DE GELEERDE FARIZEEËR zei: 'Ja, Heer, als zij het beeld van de verloren zoon horen en begrijpen zullen, zullen zij zich uiteindelijk om de hel niet zo erg druk maken!'
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Nu bestaat er echter nog een tweede soort centrale zonnen, waaromheen zich in nog oneindig grotere banen hele zonnengebieden met hun centrale zonnen bewegen, waarvan de verst verwijderde gebieden reeds een aeon van deze aardse jaren nodig hebben om slechts eenmaal om deze tweede centrale zon té cirkelen. Zo' n tweede centrale zon, waaromheen nu hele zonnengebieden met hun centrale zonnen draaien, zullen we samen met haar duizendmaal duizend zonnengebieden een zonnenheelal noemen.
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Stel je nu echter weer een net zo groot aantal van die zonnenheelallen voor! Die hebben weer op een afstand die voor geen mensenverstand meer te meten is een gemeenschappelijke centrale zon, die op zich als hemellichaam nog tienmaal duizendmaal duizend maal groter is dan de zonnenheelallen die in onmetelijk wijde kringen om haar heen draaien.
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Buiten deze wereldmens strekt zich naar alle kanten de vrije etherruimte eeuwig uit, waar deze mens in een voor jullie begrippen werkelijk eindeloos grote kring, door Mijn wil aangedreven, met voor jullie onvoorstelbare snelheid doorheen vliegt ter wille van de voedingsstof uit de eindeloze etherzee, waar hij in zekere zin als een vis doorheen zwemt. Omdat er in de vrije, grote etherruimte geen onder of boven is en geen wezen noch naar de ene noch naar de andere kant ergens heen kan vallen, bevindt deze mens zich dus net zo stevig en vast in de etherruimte als deze aarde, de zon en al de aeonenmaal aeonen zonnen in een hulsglobe.
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346  ...