15542 resultaten - Pagina 333 van 1037
... 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 ...
[20] Uit dit alles blijkt toch wel duidelijk dat het streven van de mens naar de wedergeboorte van zijn geest in zijn ziel -als hij eenmaal de wegen daartoe kent -de allereerste en allerhoogste behoefte is. Want zonder deze wedergeboorte houdt hij, ondanks zijn nog zo heldere wetenschap, volledig op een mens te zijn. Hij is dan niets meer dan een verstandig, veel wetend en daarom des te miserabeler dier in de gedaante van een mens. Heer en Meester, heb ik daar gelijk in of niet?'Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] En zo zal het dan ook in die tijden geschieden. Alles wat hoog zal zijn zal verlaagd worden. De toppen der bergen zullen tot een vlak en vruchtbaar land moeten worden. Dan zal men niet vragen: 'Wie is koning over dit land?' maar 'Wie is de eerste en grootste weldoener van dit gelukkige volk? Laten we naar hem toegaan, opdat ook wij zijn wijsheid volgens Gods orde leren kennen! ,
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] De Herder zal geboeid en geslagen worden en de schapen zullen zich verspreiden; er zal grote vrees over hen komen, droefheid en angst. Maar Ik zal hen dan weer opzoeken, bijeen brengen en hun moed en kracht geven tegenover de vijanden van het licht uit de hemelen. Maar nu niets meer hierover want Ik heb jullie dat nu alleen maar gezegd, opdat jullie je het op de juiste tijd zullen herinneren en juist zullen handelen, en niet ook bij jullie de oude spreuk van toepassing zal zijn: 'Uit het oog, uit het hart!' - En nu is het ook reeds tijd voor het ochtendmaal! Laat ons daarom naar huis gaan!'
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Na deze woorden vermande het drietal zich en ging met ons naar huis, at en dronk met ons en was heel opgewekt.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Dat is een waar woord; trek daarom de oude mens helemaal uit en trek een nieuwe aan, -want de oude mens is voortaan niet meer geschikt! Maar eet en drink nu nog wat, dan gaan we daarna naar de tempel!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'Voor hen ga Ik ook niet naar de tempel, maar voor het volk dat vandaag omwille van Mij hier naar toe is gekomen; en daarom vrees Ik die woestelingen niet! Maar laten we nu ons best doen om snel naar de tempel te gaan!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De eerste nevenzon, die meer naar het noorden bijna tegelijk opkwam met de echte zon -die in deze gelijkenis Mijzelf voorstelt - stelt de tegenprofeet voor of de tegengezalfde, die zal opstaan en zeggen: 'Zie, ik ben de waarachtig Gezalfde Gods! Luister naar mij als jullie zalig willen worden! ' Maar Ik zeg jullie dat niemand van jullie zich moet laten verleiden! Want dit zal een zendeling van de hel zijn en hij zal door zijn bedrieglijke kunsten allerlei wonderlijke tekenen doen en zal een zeer vroom gezicht opzetten en bidden en offeren; maar zijn hart zal vol bittere haat zijn tegen alle waarheid, die hij te vuur en te zwaard zal vervolgen en allen die zich niet aan zijn leer houden zal hij vervloeken. Deze zal ook de drie goden uitvinden en ze laten aanbidden. Ik zal daar als Verlosser der wereld ook wel toe gerekend worden, maar verdeeld in drie personen. Men zal met de mond nog wel één God belijden maar toch drie personen aanbidden, waarvan ieder op zichzelf ook een volkomen god zal zijn en apart aanbeden zal moeten worden.
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] In die tijd zullen hoogmoed, tweedracht en wederzijdse haat de hoogste graad bereiken. Dan zal het ene volk tegen het andere ten strijde trekken, de ene oorlog na de andere zal dan plaatsvinden, er zullen grote aardbevingen komen, jaren met mislukte oogst, inflatie, hongersnood en pest. Dan zal Ik echter de wortels van de tegen-gezalfde vernietigen, zodat hij dan zal verwelken als een boom waarvan men alle wortels heeft afgehakt. Er zal dan veel gevloek, gejammer, gehuil en geklaag zijn en dan zal het de kwalijke en nietswaardige nevenzonnen, ofschoon zij hun valse glans aan Mij ontlenen, vergaan zoals het nu de nevenzonnen voor jullie ogen vergaat. Kijk, ze worden vager en vager, de gedaante van de zon gaat in een zwak schijnend waas over en daarvoor in de plaats komt des te heerlijker, stralender en verwarmender de enig ware zon naar voren. Nu zien jullie ook de vogeltjes uit hun schuilplaatsen tevoorschijn komen en vol monterheid de ene ware zon met hun gezang begroeten, en de grote roofvogels verspreiden zich en spoeden zich naar hun duistere wouden.
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Goed spreken is gemakkelijker dan goed handelen, en in het handelen ligt het zaad van het onkruid, dat ook onverhoeds tezamen met het zaad van de zuivere tarwe in de aarde van het hart van de mens wordt gezaaid. Dit zal wortel schieten en dan geweldig voortwoekeren onder de zuivere tarwe en deze vaak verstikken en te gronde richten. Daarom moeten ook jullie niet enkel toehoorders van Mijn woord zijn, maar ook naar dat woord handelen! Maar ook jullie zullen in je handelen terughoudend zijn, vanwege de grote en machtige wereld; ja, jullie zullen Mij in het verborgene, bij jezelf wel belijden, maar uit vrees voor de wereld zullen jullie nauwelijks in Mijn naam durven spreken en nog minder in Mijn naam durven te handelen. Want de wereld zou dat kunnen merken en jullie ter verantwoording kunnen roepen als zij merkt dat ook jullie je naar Mij hebben gericht, omdat dat blijkt uit jullie handelen. En zie, dan komt het werkelijk niet op de vraag aan waarom alles wat Ik jullie nu voorspeld heb, zal moeten gebeuren, totdat in de laatste tijden de waarheid pas volledig vrij wordt en de volkeren gezegend worden; maar van jullie alleen zal het afhangen of jullie de wereld meer zullen vrezen dan Mij of juist minder .
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar nog voordat Ik naar de tempel vertrok, vroegen de Romeinen en ook Mijn leerlingen Mij of ze ook mee naar de tempel zouden gaan en wat er in die tussentijd met de jongeren moest gebeuren.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Ik zei: 'Niemand van jullie kan de toegang tot de tempel geweigerd worden; maar de jongeren blijven hier, Mijn dienaar weet wel wat hem te doen staat. Als jullie echter naar de tempel gaan, ga dan vooruit om goede plaatsen uit te kiezen, Ik kom later. Maar Mijn oudste leerlingen blijven hier en gaan samen met Mij; want voor hen is het belangrijk, dat ze getuige zijn van al Mijn woorden en daden!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ook Nikodemus kwam nog naar Mij toe om te vragen hoe hij ongemerkt met zijn beide vrienden zou kunnen afdalen.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Ik zei: 'Sluit je aan bij de Opper-Egyptenaren, die zullen jullie zo naar beneden loodsen dat niemand jullie op zal merken!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Maar nadat Ik Jordan deze raad had gegeven, ging Ik onmiddellijk met Mijn leerlingen naar de stad, waar het in alle straten en stegen krioelde van de mensen.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Toen Ik dit tegen Mijn leerlingen zei boog Ik Me naar de aarde, nam een beetje leem, spuugde er wat van Mijn speeksel op en maakte er modder van, die Ik toen op de ogen van de blinde wreef. (Joh. 9,6)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)