10915 resultaten - Pagina 334 van 728
... 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 ...
[4] Van tijd tot tijd wekte Ik door Mijn geest mannen en jongemannen op, die het volk onderrichtten en alle moeite deden het naar de oude waarheid terug te brengen. Slechts weinigen luisterden naar hen, en nog minder mensen lieten zich er iets aan gelegen liggen; de grote massa vervolgde hen echter, martelde hen en doodde hen zelfs.Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik liet ook niet na om een al te zeer ontaard volk met grote en kleine tuchtigingen en gerichten te bezoeken. Die brachten echter ook slechts weinigen voor korte tijd verbetering; maar al te gauw trad de slechte wereldse geest weer in Mijn plaats.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Toen ten tijde van Mozes het Israëlitische volk op de Sinaï in de woestijn onder bliksem, donder en vuur weer opnieuw wetten van Mij kreeg, luisterde het aanvankelijk onder vrees en beven wel naar Mijn van verre goed hoorbare woorden -maar toen de verkondiging langere tijd duurde, raakte het volk er voor een deel aan gewend en trok het zich er niet veel meer van aan. Voor een ander deel kreeg het echter genoeg van Mijn aanhoudende onderricht en vroeg Mij om in plaats van aan het hele volk alleen aan Mozes Mijn wil te openbaren -het zou die wil dan wel van hem horen en opvolgen; het volk wilde zich intussen echter verwijderen van de berg Sinaï, omdat het daar al te hevig toeging, en in een ver daarvandaan gelegen dal zijn woonhutten bouwen.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Toen Rafaël dat had gezegd, was de maan ook al - echter als een naar verhouding kleine bol -voor de verbaasde ogen van de Romeinen tot een goed zichtbaar en gemakkelijk te herkennen bestaan geroepen.
Hoofdstuk 14: Rafaël als leraar in de astronomie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Rafaël plaatste hem zo hoog in de lucht, dat alle planeten er omheen konden cirkelen; hij was te midden van alle planeten nog wel zichtbaar, en de planeten cirkelden er omheen in de juiste verhoudingen, alhoewel in korte tijd. Rafaël deelde echter de korte tijd van een uur zo goed in, dat bijvoorbeeld Saturnus slechts een uur nodig had voor zijn volledige omlooptijd en dat alle dichterbij staande planeten zich in evenredige, mathematisch nauwkeurige kortere tijdsspannen bewogen, evenals de manen rond de planeten waar ze bij hoorden. Dat gaf voor de Romeinen een buitengewoon verbazingwekkend schouwspel, en te meer omdat Rafaël hun al die bewegingen grondig en heel begrijpelijk verklaarde.
Hoofdstuk 15: Rafaël verklaart de verhoudingen van de planeten tot de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei tegen hem: 'Zie de mannen hier rechts van Mij; de eerste is Kisjonah en de tweede is Philopold! Je zult nog vaak in de gelegenheid zijn om met hen te spreken; maar Ik weet wel waarover jij nu allemaal met Philopold zou willen spreken -waar het nu echter niet de juiste gelegenheid voor is; stel daarom je voornemen liever uit tot een ander moment. Voor vandaag heb je veel gezien en geleerd om je oude heidense bijgeloof uit te roeien; denk daar maar over na, opdat het in je geheugen en in je hart blijft en je het niet weer kwijtraakt, als je binnenkort weer naar je wereldse dingen en bezigheden terugkeert!
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Hierop stond Ik met enkele leerlingen op en begaf Mij in een ander vertrek ter ruste, en zo deden ook Maria en Jarah; de anderen bleven echter nog zitten en spraken met elkaar over Mij, Mijn leringen en daden.
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Nu ben ik echter een burger van de hemelen Gods en voor eeuwig Zijn dienaar en knecht. Mijn macht is Gods macht; daarom kan ik alles wat de Geest in mij wil. Als je dat nu weet, zul je ook wel weten van welke stof ik de dingen van de zichtbare hemel voor jullie gemaakt heb.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Aan de ziel is echter in deze wereld, die tot haar ontwikkeling dient, slechts een zeer klein deel uit de wet van de goddelijke orde toevertrouwd om in acht te nemen; als ze in dat kleine deel getrouw is, zal ze ook over grote dingen gesteld worden -maar niet voordat ze in het toepassen van het kleine, haar geopenbaarde deel van de wet van de orde zo'n grote vaardigheid heeft verkregen, dat die haar volledig eigen en als het ware aangeboren is. Want anders kan ze in zichzelf immers ook niet tot het innerlijke bewustzijn van haar vrije zelfstandigheid komen en derhalve ook niet werkelijk waarnemen wat de goddelijke wil allemaal in haar en door haar in staat is te doen.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] De macht van de goddelijke wil wordt de mens echter niet ingegoten, zoals bijvoorbeeld de melk bij een kind, maar hij moet die zelf met zijn eigen wilskracht, die bij ieder mens volkomen vrij is, als het ware met geweld naar zich toetrekken.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Jij kent dergelijke streken wel. Hoe is het bij de bewoners van die gebieden echter gesteld met de cultuur van de geest? Kijk, ze zijn voor het grootste deel helemaal verwilderd! En waarom? Omdat ze door gebrek aan een zo groot mogelijke verscheidenheid van de hen omringende dingen en schepselen, die noodzakelijk is voor de hogere ontwikkeling van de ziel, niet tot enige ontwikkeling van hun voorstellingen, ideeën en de voor de ontwikkeling van inzicht en verstand vruchtbare fantasie kunnen komen.
Hoofdstuk 20: De voornaamste redenen voor de verscheidenheid in de schepping op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] De namiddag bracht Ik in rust door; de leerlingen hadden echter van de commandant nog allerlei vragen te beantwoorden gekregen. Johannes en Mattheus gingen aan het schrijven en maakten korte aantekeningen van wat ze tot dan toe hadden gehoord en gezien; ook Mijn Jacobus de Oudere maakte aantekeningen voor zichzelf, die hij echter pas na verloop van enkele jaren ordende. De commandant maakte ook van deze gelegenheid gebruik om in het Grieks aantekeningen te maken, die ook hij echter pas later meer ordende.
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Er is echter nog een derde reden, die al Mijn leerlingen ook al kennen, en die zul jij in de toekomst ook nog preciezer leren kennen dan men je nu kan uitleggen; want je innerlijke verstand zou het niet kunnen begrijpen. Maar zoveel kan Ik je als aanduiding nu wel zeggen, dat alles en nog meer, wat de aarde van haar middelpunt tot ver boven de hoogste luchtregio bevat, zielensubstantie is; maar die substantie verkeert gedurende een bepaalde tijd, totdat ze bevrijd is in zeer uiteenlopende gerichtstoestanden, van zwaar tot minder zwaar, en daardoor wordt ze voor het lichamelijke oog alsook voor het gevoel van de mens op deze wereld zichtbaar en voelbaar als volkomen dode, hardere of zachtere materie. Hiertoe behoren om te beginnen alle steensoorten, mineralen, aardsoorten, water, lucht en alle nog ongebonden stoffen daarin.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Zolang een volk voor het grootste deel nog trouw was aan de oude waarheid, maar hier en daar een deel van het volk door de gevonden schatten van deze aarde te werelds begon te worden en zich meer en meer van de waarheid begon te verwijderen, hadden jouw middelen vaak gedurende twee, vaak ook drie generaties een heel gunstige uitwerking; bij de vierde generatie echter, die zich nog meer bezig ging houden met het najagen van wereldse schatten en er uit eigen vrije wil toe overging de wereld lief te hebben, werden dergelijke toegepaste middelen tot fabels, en slechts weinigen geloofden er nog zo half en half in.
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Van de mededelingen over alles wat Ik tijdens Mijn lichamelijke leven op deze aarde in het hele Joodse rijk heb gedaan en geleerd, is reeds na verloop van vijfhonderd jaar na Mijn aardse leven -met name wat de verklaringen van de dingen en verschijnselen in de natuurlijke wereld betreft -het meeste voor een deel in vergetelheid geraakt, grotendeels echter opnieuw zodanig met de oude onzin vermengd, dat niemand daarin meer de zuivere waarheid heeft kunnen ontdekken.
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)