15542 resultaten - Pagina 335 van 1037
... 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 ...
[3] Zijn gisterenmiddag niet die twee uiterst betrouwbare Farizeeën naar Emmaüs gegaan met twee van onze slimste levieten? Waar zijn ze nu? Wij weten het niet. Eergisteren hebben we onze meest betrouwbare spionnen en achtervolgers er op uitgestuurd en erop aangedrongen dat ze ons nog voor de avond zouden melden wat ze te weten waren gekomen, maar tot op dit uur is nog niemand teruggekomen! Waar zijn ze gebleven? Hoe ontzettend hebben die verschijningen van eergisternacht ons in verlegenheid gebracht! Door wie kwam dat anders dan door hem en zijn handlangers?!Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Een aartsfarizeeër van Kajafas' partij zei nu: 'Als het dan allemaal zo is als jullie nu welmenend naar voren hebben gebracht, wat kunnen we volgens jullie dan het beste doen? Want we kunnen deze dingen, die onze ondergang zullen bewerkstelligen, toch niet zomaar zonder in te grijpen laten gebeuren!'
Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar wat denken jullie hiervan? Kijk, een man had twee zonen! Hij ging naar de eerste en zei: 'Mijn zoon, ga vandaag naar mijn wijngaard om daar te werken!' Maar de zoon zei: 'Vader, dat wil ik niet, want ik zie op tegen dat zware werk! ' Toen zijn vader weg was gegaan, kreeg de zoon spijt; hij stond op, ging naar de wijngaard en werkte er de hele dag met inspanning van al zijn krachten.
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Nu ging de vader naar zijn tweede zoon en zei ook tegen hem wat hij tegen de eerste had gezegd. En deze antwoordde: 'Heer en vader! Ja, ik zal er onmiddellijk heengaan om er te werken!' Maar toen de vader wegging, bleef zijn zoon thuis en ging niet naar de wijngaard om te werken. -Wie van de beide zonen heeft hier nu de wil van de vader vervuld?'
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar de meer gematigden zeiden: 'Jullie kunnen weliswaar doen watje wilt, maar wij kunnen jullie bij voorbaat verzekeren dat jullie niets tegen hem kunnen uitrichten. Want ten eerste heeft hij veel aanhangers onder het volk en ten tweede bezit hij een voor ons onbegrijpelijke tovermacht, waardoor alle krachten van de natuur en de geestenwereld hem schijnen te gehoorzamen. En ten derde is hij zo goed thuis in de schrift dat wij vergeleken met hem allemaal prutsers zijn; ten vierde staan de hooggeplaatste Romeinen aan zijn kant, want zij houden hem zeker voor een halfgod. Ook die oude, wonderlijke Egyptenaren, Perzen, Arabieren, Indiërs en nog andere oosterlingen heeft hij om zich heen en daarom zal het heel moeilijk worden om op succesvolle wijze iets tegen hem te ondernemen. En voor het geval jullie ons niet willen geloven moeten jullie naar buiten gaan om je zelfvan alles op de hoogte te stellen en je ervan te overtuigen!
Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Maar Ik zeg jullie: Precies daarom zijn jullie de allerlaatsten voor God! Want alles wat in de ogen van de wereld groot en stralend is, is voor God een gruwel. Jullie willen niet naar de hemel en versperren ook nog de weg voor degenen die er wel naartoe willen. Daarom zullen jullie later ook des te meer verdoemd worden.
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Wordt er niet naar de waarschuwende profeten geluisterd, maar worden die steeds vervolgd, dan stuurt God spoedig andere en scherpere omstandigheden om hen wakker te maken, zoals slechte oogst, inflatie, oorlogen, hongersnood en epidemieën en nog veel andere plagen.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Wat jullie doen en ook altijd hebben gedaan zal Ik jullie nu meteen in een gelijkenis duidelijk maken, -luister daarom naar Mij !
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Toen nu de tijd van de oogst aanbrak, zond de huisvader zijn knechten (profeten en leraren) naar de wijngaard om er de vruchten in ontvangst te nemen. Maar toen de wijngaardeniers, die de huisvader volledige trouw, oprechtheid, vlijt en ijver hadden beloofd, de knechten zagen, beraadslaagden zij als volgt met elkaar: 'Wel, we zijn met velen en het zal niet moeilijk zijn om met die paar knechten van onze heer af te rekenen; dan kunnen we de oogst mooi onder elkaar verdelen! ' Daar gingen al die boze wijngaardeniers mee akkoord en grepen de knechten beet, die door hun heer waren gestuurd om de vruchten in ontvangst te nemen. De een sloegen ze, de ander doodden ze en de derde stenigden ze.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] En wat denken jullie: Wat zal de heer van de wijngaard met de boze wijngaardeniers doen als hij daarna zelf naar hen toekomt, vergezeld van grote macht?
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Toen zond God profeten naar hen toe, en zij vervolgden die te vuur en te zwaard door hen voor het volk steeds voor valse profeten te verklaren en ieder die de leer van de profeten aannam en ernaar leefde, verklaarden ze voor wetsovertreders en godslasteraars.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Honderd jaar later pas werden de door hun toenmalige priesters vervolgde profeten erkend als ware profeten en werden er gedenktekens voor hen opgericht, die jullie vandaag de dag nog, alleen maar uit schijnbare eerbied, jaarlijks witkalken; maar aan het woord van de profeten geloven jullie nu evenmin als de toenmalige priesters er in die tijd aan hebben geloofd. En zoals zij de oude profeten hebben vervolgd, zo vervolgen jullie nu de naar jullie gezonden profeten, verklaren hen voor valse profeten, verstoten en doden hen!
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Daarop zei het tweetal: 'Waar zijn dan degenen die jou, als je waarachtig de erfgenaam bent, trachten te doden? Wij zijn niet hier naartoe gekomen om je gevangen te nemen en te doden, maar wij zijn gekomen om ernstig te onderzoeken of jij welovereenkomstig de volle waarheid degene bent die ons werd beloofd, Wij moeten op de drempel van de oude kerkdeur de wacht houden, opdat in deze .wonderzuchtige tijd, waarin de Essenen en ook andere magiërs hun goede oogst binnenhalen, niet ook hier een valse Christus binnensluipt en het blinde en lichtgelovige volk met zijn valse leer en wonderdaden betovert en verleidt. En wie derhalve onze vuurproef niet doorstaat, is een indringer en een bedrieger, en wij hebben het recht hem beet te pakken en naar buiten te gooien.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar opdat niemand zich ooit zal kunnen verontschuldigen door te beweren dat hij niet heeft geweten waarin de ware hemel dan wel bestaat, zal Ik jullie omwille van het volk in beelden tonen, waarin de ware hemel overal in de hele oneindigheid en hier op deze aarde, in en boven alle sterren, overal op dezelfde manier bestaat. Luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer) : 'Het hemelrijk of Godsrijk is als een koning die voor zijn zoon een bruiloft aanrichtte. Hij stuurde zijn knechten en dienaren erop uit om vele voorname gasten uit te nodigen voor het koninklijke bruiloftsfeest. Maar de genodigden zeiden bij zichzelf 'Waarom zouden we naar een koninklijk bruiloftsmaal gaan? Thuis hebben we het beter en zijn dan niemand dank verschuldigd! ' En daarom wilde niemand van de genodigden naar het koninklijke bruiloftsfeest komen.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)