17481 resultaten - Pagina 336 van 1166
... 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 ...
[9] Mijn tekenen moeten alleen dienen om te bekrachtigen dat Ik werkelijk ben die Ik zeg dat Ik ben. Daarom waarschuw Ik jullie nogmaals om over datgene wat je in deze nacht zult horen en zien vooral niemand iets te zeggen, opdat geen mensenhart innerlijk gevangen raakt! Je moet je daardoor echter ook zelf niet in je hart gevangen laten nemen, maar je alleen laten leiden door Mijn woord en de waarheid daarvan.Hoofdstuk 7: De Heer met de Zijnen op een heuvel bij Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Want als je ongedwongen al Mijn tekenen zou weerspreken en ongedwongen de waarheid van Mijn wo o r d e n zou opvolgen, dan zou je toch het eeuwige leven in je hebben en de volle vrijheid daarvan; als jullie je echter alleen door de t e k e n e n laten beheersen en niet op de waarheid van Mijn woorden letten, dan zijn jullie geketend, dan bevind je je in het gericht, dan zijn jullie slechts zuiver machinale mensen zonder innerlijk, waarachtig geestelijk leven en daarom dood, zoals een steen dood is.
Hoofdstuk 7: De Heer met de Zijnen op een heuvel bij Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK richtte Mij tot de joden en zei: 'omdat jullie niet wilden geloven dat Mozes en Elia er al kort voor Mijn komst waren, moeten zij goed herkenbaar hier komen en jullie zelf zeggen wat voor een mentaliteit jullie hebben!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Daarop sprak MOZES tegen de Joden: 'Jullie godslasteraars in de tempel van Salomo, jullie kinderen van de slang, welke duivel heeft jullie dan verwekt datje kunt zeggen dat Abraham jullie vader is en dat jullie op mijn en Aärons stoel zitten?! Maar nu jullie daar volkomen onbevoegd op zitten om de door God aan mij gegeven wet aan de volkeren te verkondigen, waarom herkennen jullie dan nu de hoogst Verhevene niet, die mij toch op de Sinaï de wet op twee stenen tafelen heeft gegeven?!
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Jullie zeggen dat ik en deze broeder Elia eerst hadden moeten komen, -wel, wij waren er allebei! Maar wie van jullie heeft ons herkend en in ons geloofd?! En hebben jullie met ons niet precies hetzelfde gedaan wat jullie met vrijwel alle profeten en heiligen van de Heer hebben gedaan?! Wat moet het dan voorstellen als jullie, boosaardige huichelaars, voor mijn naam tot aan de grond buigen, maar mijzelf vervolgen en tenslotte tussen het altaar en het allerheiligste wurgen? Spreek en geefantwoord!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Slechts EEN VAN DE JONGEREN onder hen zei met hevig bevende stem: 'Mijn God en Heer, begint dan vandaag al het verschrikkelijke Laatste oordeel?'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] MOZES zei: 'Mijn aanklacht bevindt zich te allen tijde in mijn hand; de toorn en de wraak ligt echter in de hand van de almachtige Heer! Jullie jongste dag is echter al een behoorlijk stuk dichterbij gekomen; maar nu hangt alles helemaal alleen van de Heer ar Zeg eens, wat jullie mening daarover is!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Elia, Mijn wegbereider! Wat heb jij naar voren te brengen tegen deze dienaren van de tempel?'
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarop zei IK: 'Ja, zo is het! Er deden zich daarbij weliswaar nog een aantal andere omstandigheden voor, die Ik Zelfbij gelegenheid vermeld heb en waarover ook andere oog en oorgetuigen in Mijn bijzijn gesproken hebben; maar dit is de eigenlijke, diepste kern van hun meer dan helse slechtheid! Maar nu richt Ik Mij tot jullie, die Mijn trouwste profeten en nu engelen in Mijn hemel zijn, en Ik vraag aan jullie, of je deze grote misdadigers in Mijn heiligdom het grote onrecht dat zij aan jullie begaan hebben, kunt vergeven.'
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarop sprak MOZES: 'Booswicht, je bent nu oud, maar je was ooggetuige en je hoorde alles wat ik indertijd tegen de vergadering van priesters gezegd heb toen ik uit het heilige der heiligen terugkwam! Ik zei toen: 'Luister, broeders, God de Heer heeft in Zijn grote genade en ontferming mijn innerlijk voor mij geopend, en Mozes' geest kwam in mij en nu is mijn ziel met Mozes' geest één mens, die nu voor jullie staat zoals hij eens voor de Farao en op de Sinaï voor God stond! Ik was de eerste die deze stoel neergezet heeft en op Gods bevel daarop is gaan zitten, - en nu zit ik er, omdat God dat zo wil, als laatste op; want in de toekomst zal alleen de Heer, die reeds in deze wereld op wonderbare wijze het vlees der mensen heeft aangenomen, met deze stoel doen wat Hij volgens Zijn ondoorgrondelijk raadsbesluit zal willen!' Jullie werden woedend over die waarachtige voorspelling van mij, sleurden mij van de stoel af en wurgden mijn lichaam. Is het zo niet gebeurd?'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] MOZES zei: 'O, jullie wereldse, sluwe vossen, jullie wisten heel goed aan de hand van vele voorbeelden uit de Schrift, wat heldere dromen te betekenen hebben! Denk maar eens aan de droom van Jacob, de dromen van Jozef, de droom van de Farao en nog heel veel soortgelijke dromen; die hebben jullie heel goed in het oor gefluisterd wat jullie tot zevenmaal toe herhaalde visioen te betekenen had; maar jullie wereldse instelling, jullie priesterlijke hoogmoed, jullie lust om onbeschrijflijk luxueus te leven en jullie lust tot de grootst mogelijke luiheid en tot alle soorten en vormen van hoererij hebben jullie verblind en verdoofd, en daarom waren jullie erg bang om volgens Mijn voorspelling al jullie aangename, aardse levensvoordelen te verliezen, en daarom hebben jullie, in plaats van je naar Gods wil te voegen, liever alles tegen Hem ingezet en zijn jullie tot op dit uur en tot op dit ogenblik volledig in opstand tegen God. Stofwormen, hoe bevalt jullie deze ware geschiedenis?!
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Daarop verdwenen beiden op Mijn verborgen wenk, en WIJ waren weer alleen.
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Goed dan, al jullie zonden zullen jullie dan nu kwijtgescholden zijn, -maar alleen zolang geen van jullie weer een zonde begaat! Als jullie Mij echt als leerling willen volgen, leg dat dan verstandig aan in de tempel, opdat de sluwe vossen niet merken watje van plan bent! Want het is nog niet Mijn tijd om Mij ter wille van de zonden der wereld door de slechte vossen te laten vervolgen; want ook dat moet nog gebeuren, opdat hun maat vol wordt. - Maar let nu op datgene wat gaat komen, en neem het allen goed ter harte!'
Hoofdstuk 11: De goede voornemens van de pasbekeerde joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Rustig maar, Lazarus; want zonder Mijn wil zou dit onweer niet komen! Maar waarom Ik het laat komen, zul je later wel merken.'
Hoofdstuk 12: De nachtelijke storm tijdens het onweer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Dat is de betekenis van dit gezicht, en dat is dan ook de ware genadezon voor ieder die Mijn woord hoort en ernaar leeft, en daarin zullen ook allen die nu en later in Mij geloven, voor eeuwig bij Mij zijn en bij Mij wonen en met Mij alles besturen en leiden wat in de eeuwige ruimte is geschapen.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)