5587 resultaten - Pagina 336 van 373
... 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 ...
[11] Maar, O vriend, jij heerlijkste, toen had ik de klank van jouw woorden nog niet gehoord. O, hoe diep zakt dat alles nu in het stof weg, als ik jou aankijk en jouw hemelse woordenklank in mijn bevend hart verneem als een heilige echo die uit de hemel weerklinkt! Ach, jij heerlijkste, wat zal ik beginnen als mijn hart steeds onstuimiger voor jou, voor eeuwig alleen voor jou ontbrandt?Hoofdstuk 95: Chanchah’s verlangen, het wezen van de Heer te doorgronden - Het recept van de Heer - Chanchah' s vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Lama, Lama, U bent wel groot en heerlijk, waar U bent. U dient men meer lief te hebben dan alles. Maar wat kan de arme Chanchah er aan doen, dat haar hart deze, zeker ook Uw vriend, zo heel innig omsloot!
Hoofdstuk 95: Chanchah’s verlangen, het wezen van de Heer te doorgronden - Het recept van de Heer - Chanchah' s vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Maar jij, o heerlijkste, zult toch niet boos op mij zijn, omdat ik het waag zo machtig veel van je te houden? Ik kan er toch niets aan doen, dat jij mijn hart zo dierbaar bent geworden!
Hoofdstuk 95: Chanchah’s verlangen, het wezen van de Heer te doorgronden - Het recept van de Heer - Chanchah' s vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Men leerde mij op aarde wel, dat er voor hen die goed zijn, een hemel is, die nog duizendmaal mooier zou zijn dan Peking, de grote keizerstad, en verhevener dan de majesteit van de blauwe bergen. Ik echter vind deze hemelse pracht nu heel leeg en ik vind, dat nooit de hoogste pracht van de hemelen, maar alleen een hart voor de ander eeuwig een hemel der hemelen blijft!
Hoofdstuk 95: Chanchah’s verlangen, het wezen van de Heer te doorgronden - Het recept van de Heer - Chanchah' s vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] IK zeg: 'Heel goed, lieve broeder Martinus, blijf jij maar zoals je bent, want juist zo ben je mij het liefst. Want zie, echte humor van het hart mag ook in alle hemelen niet ontbreken! Nu echter moeten wij wel weer aandacht schenken aan onze Chanchah. Martinus en Borem, til haar op van Mijn voeten, want Ik mag haar met Mijn handen nog niet aanraken!'
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] (Zich tot Chanchah richtend:) Hoe is het nu met je, jij lieftalligste inwoonster van mijn grote heilige en voor eeuwig door de liefdevolle Lama aan mij gegeven huis? O spreek, spreek weer! Zie, we hebben je immers allemaal zeer lief en jouw mooie woorden verblijden ons aller hart buitengewoon.'
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] CHANCHAH zegt: 'Ach, met mij is het oneindig goed! O jullie, lieve, hemelse vrienden, jullie dienaren van Lama, de Heilige. Wie zou het in jullie midden niet oneindig goed gaan? De liefde van het menselijk hart is immers het hoogste goed. Als echter een hart liefde heeft gevonden, zoals ik deze hier vond, wat zou er dan verder nog te wensen zijn? Welk geluk is groter dan dat, wat de liefde geeft? O vriend, ik voel mij hier eindeloos goed!
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Ik zal jullie toch nooit hoeven te verlaten, nietwaar, lieve vrienden? Ik voel wel dat ik jullie niet waard ben, omdat ik nog een groot aantal gebreken aan mezelf ontdek ondanks dit heerlijke kleed. Maar mijn hart houdt van jullie en - ik beken het allemaal graag - vooral jou, die mij je naam niet wilde zeggen. En jullie zullen immers dit hart niet verstoten, omdat het jullie en vooral jou, naamloze, zo onuitsprekelijk liefheeft!'
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zie, eerder hebben ook je beide vrienden gesproken, maar ik merkte weinig kracht in hun woorden. Alleen als ze met jou spraken, dan hadden ook hun woorden wel enige kracht. Toen die ene echter met mij sprak, bespeurde ik geen kracht in zijn woorden. Daaruit trekt mijn hart de conclusie, dat jij de Lama nader staat dan deze twee. Is dit oordeel niet juist?'
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] IK zeg: 'Ik zeg je, vraag slechts je hart, jouw liefde tot Mij; deze zal je alles onthullen! Nu gaan we echter ook naar de andere broeders; ook zij hebben onze zorg en liefde nodig. Loop jij maar naast Mij, Mijn lieve Chanchah.'
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] IK zeg: 'O jij lief balsemdruppeltje van Mijn hart, praat maar rustig zoals je hart het je ingeeft. Ons kun je in der eeuwigheid nooit beledigen, vooral als je zo wijs spreekt als je nu hebt gedaan. Want Ik zeg je, lieftallige Chanchah, het is precies zo als je nu hebt gezegd. Het is echt veel gemakkelijker om te geven dan om te nemen. De armelijke gever is er, als het er op aan komt, nog steeds beter aan toe dan de beste ontvanger!
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Opdat echter degenen die ontvangen het gegevene zo veel mogelijk zonder schaamte kunnen nemen, wordt door ons gastheren hier steeds in zo overvloedige en rijke mate gegeven, dat iedere ontvanger en nemer zo veel van het eindeloos veel gebodene kan en mag nemen, als zijn hart maar kan begeren.
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] De Chinese is nu door Mijn noodzakelijk wonder en door jouw gepraat uiterst gespitst. Haar hart krijgt lucht van Mijn nabijheid en haar geest wordt steeds meer wakker. Jij hebt daarbij nog door te vertellen, hoe je zelfs de geringste aanwijzingen van Lama meteen begrijpt, het vuur in haar hoofd en in haar hart nog heftiger aangewakkerd. Wat een wonder, dat ze nu met alle geweld een antwoord van je wil. Maar je moet het zelf oplossen, zelf verdragen!
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Bij deze woorden klopt CHANCHAH hem al op de schouder en zegt: 'Nu, dienaar van Lama? Hoe lang laat je die arme Chanchah wachten op een goed en duidelijk antwoord, waarnaar haar hart heviger verlangt dan haar ziel naar duizend levens!
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] 0 vriend, als ik duizend harten zou hebben en het mooiste wezen zou zijn, dat ooit onder de stralen van de zon wandelde: al die harten zullen van jou zijn en mijn mooie ogen zullen zich nooit van je afwenden, als je mij de waarheid zegt over datgene, wat je mij nog als antwoord schuldig bent. Ik heb echter maar één hart; dit ene hart zal je echter liefhebben als duizend harten, als je voor mij een ware vriend bent en mij óf in woorden óf indien mogelijk daadwerkelijk de grote Lama toont. Maar wee jij, als je het waagt om mijn hart, dat jou zo onmetelijk wil liefhebben, om de ruin te leiden!
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus