Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 337 van 373

...  325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350  ...
[8] Zie, wie de tong gebonden wordt door de liefde, die praat als een dronkeman en stottert en zijn woorden hebben geen inhoud. Want een verlegen tong heeft geen wortels, die uit de bron der wijsheid haar woorden opzuigen. De wortels van jouw tong zijn echter vol van de sappigste spraak. Rechtvaardig jezelf daarom voor mijn hart als een man, maar niet als een loze grappenmaker! Wat ik tegen je zeg, is zo waar als mijn innerlijkste leven. Hoe kun jij dan alleen maar oppervlakkig en niet meer vanuit je hart tegen mij spreken?'
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Ik hoop dat je me nu hebt begrepen en wees nu maar op je hoede. Zeg en doe vooral met deze Chinezen niets, dan wat de Heer mij en jou zal aangeven, dan zal alles in goede orde verlopen. Ook moet je de Heer en ook mij in tegenwoordigheid van deze mensen niets hardop vragen, doch slechts in je hart. Het antwoord zal je dan wel in je hart worden gelegd net als bij mij. Ook ik vraag voortdurend de Heer wat er hier en daar te doen is. En de Heer geeft me dan ook onmiddellijk aan, wat ik moet doen en zonodig ook hardop moet zeggen.
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Let nu maar op, de Chinese komt naar je toe. Denk niet over, wat je zou willen zeggen, maar vraag het in je hart meteen aan de Heer en Hij zal je meteen in het hart leggen, wat je dient te zeggen! Nu weet je alles; handel er naar, dan zal alles goed gaan. Je mag je in geen geval beledigd voelen, als je door Chanchah nog enkele keren als een echte ezel wordt begroet!'
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS zegt nu in zijn hart: 'Ik dank je met alle liefde van mijn hart, dat je mij in zulke belangrijke dingen helder als nooit tevoren hebt onderwezen. Nu begin ik pas een beetje wegwijs te worden in wat heet: een innerlijke mens te zijn en als zodanig te spreken en te handelen! Nu wordt me ook duidelijk, wat bij mijn eerste aanwezigheid hier onder leiding van de Heer een maanbewoner tegen me heeft gezegd, die ik op een belachelijke manier mijn ergste domheid als hemelse wijsheid wilde verkopen.
Hoofdstuk 103: De gezegende vrucht van de vernedering van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Soms legt de Heer om stellig zeer wijze redenen iemand het antwoord ook niet ogenblikkelijk zo in het hart, als men het vaak graag heeft. Maar dan komt het er op aan in alle liefde en overgave heel rustig en gelaten af te wachten, rot het de Heer belieft ons het gewenste antwoord in het hart te leggen.
Hoofdstuk 103: De gezegende vrucht van de vernedering van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BISSCHOP MARTINUS zegt in zijn hart: 'Nu komt ze zeker beslist met een heel legioen ezels. Ik zal ze echter allemaal verdragen, zoals het vrije heelal het eindeloze leger van sterren, planeten en zonnen verdraagt, zonder daarbij moe te worden. In Uw Naam, Heer, mag nu komen wat wil! Op mijn geduldige rug mag nu menig kruis en kruisje gerust plaats nemen, ik zal het wel verdragen in alle liefde en geduld. Vooruit dus maar, in Naam van de Heer!'
Hoofdstuk 103: De gezegende vrucht van de vernedering van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Als men bij ons iemand beledigd heeft, moet men voor hem met het gezicht ter aarde vallen en de beledigde om vergeving van de belediging smeken, door hem eerst om een rechtvaardige straf, bij zware beledigingen zelfs om de dood te smeken en daarna pas om kwijtschelding van de schuld. Want ze zeggen en geloven daar allemaal: een belediging kan men alleen maar weer volkomen goed maken door een lichamelijke krenking van de ander. Als daardoor de belediging vereffend is, dan kan de belediger pas zijn beledigde tuchtiger smeken, hem ook in zijn hart te vergeven.
Hoofdstuk 104: Verzoening tussen de Chinese en Martinus - Over beledigen en vergeven in Chinese geest - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] CHANCHAH zegt: 'Ja, ik begrijp het en ben nu heel blij, dat ik een dergelijke goede leer begrijp. Als de liefde - ook wanneer ze helemaal geheim moet worden gehouden - een liefhebbend hart al zo mateloos gelukkig maakt: hoe gelukkig moeten dan pas diegenen zijn, die alleen onder de scepter van de liefde staan en geen andere kennen. Ja, ja, de liefde, de liefde - waar die wet is, daar moeten alle mensen onder zo'n wet zich wel in de allerhoogste zaligheid bevinden!
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Wat heeft een mens aan alle glans van de zon, als haar warmte hem ontbreekt? Waartoe dienen alle goud en edelstenen, als in hun bezitters een koud stenen hart klopt, waarin het vriest dat het kraakt? 0 vriend, je hebt mij nu iets heiligs gezegd. Ik begin al te merken, wat jouw mij boven alles dierbare vriend daarmee heeft willen aangeven, toen hij tegen mij zei: 'Jouw liefde tot mij zal je alles onthullen!' Ja, ja, deze liefde heeft mij nu al veel onthuld en mijn hart zegt het me, ze zal me nog veel meer onthullen!
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Ja, ik zeg je, als ik zo mijn hart vraag in alle liefdesgloed voor deze éne, dan zegt het mij: '0 Chanchah, voor mij is het de grote, heilige Lama! Wie anders zou zo hemels kunnen spreken, wie anders met één woord een vijgeboom met vol rijpe vruchten scheppen en hem dan aan de hem boven alles, alles, alles, liefhebbende Chanchah schenken als een levend teken van Zijn liefde? Wie anders ook zou zulke lieve, heerlijke ogen en zo' n meer dan hemels mooie mond hebben - dan alleen de geliefde Lama van mijn hart?
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Weet je, lieve vriend, zo spreekt weliswaar alleen mijn hart en niet mijn verstand. Alhoewel mijn verstand ook wel graag de mooie stem van het hart zou willen volgen, als het niet bang zou zijn om een zonde te begaan. Want waar het hart de grootste rol speelt, is het verstand nu bepaald geen al te strenge rechter en verheerlijkt graag datgene, wat uit het hart komt.
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Zo is het nu ook bij mij; mijn hart verafgoodt die Heerlijkste en het verstand zou maar al te graag hetzelfde doen, als het het enige verstand zou zijn en niet nog een hoeveelheid ander verstand om zich heen zou hebben.
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Maar ik zal me al gauw van dat andere verstand niets meer aantrekken, maar alleen het verstand van het hart volgen. Misschien zal ik dan eerder aan het juiste doel komen dan zo. Als er hier toch geen andere wet bestaat dan die van de liefde, dan zal ik met het droge verstand al gauw in het reine zijn. Wat zeg je op dit alles, lieve vriend?'
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Allerliefste Chanchah, daar valt voorlopig heel weinig op te zeggen. Volg jij alleen maar je hart, dan zul je geen al te verkeerde weg inslaan. Mettertijd zal dan ook in je verstand een waar licht opgaan. Meer kan ik je nu echt na al je mooie woorden niet zeggen.'
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ben je misschien een beetje jaloers, omdat mijn hart aan hem verreweg de voorkeur geeft boven jou? Of ben je niet zo zeer zijn echte vriend en broeder, als je voorwendt te zijn? Erger je je misschien heimelijk in je hart omdat die tot nu toe voor mij nog naamloze heerlijke je in elke vorm van geestelijke volmaaktheid eindeloos ver overtreft? Of zit misschien zijn mannelijk goddelijke schoonheid je dwars? Houd je misschien niet van zijn ogen en zijn mond die zeker die van jou evenveel overtreffen, als heel zijn verheven wezen dat van jou overtreft, alhoewel je er veel schitterender uitziet dan hij?
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350  ...