Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 338 van 1490

...  326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351  ...
[13] Is de Vader dan niet de eeuwige liefde in Mij? En waar deze is en woont, is daar niet de hemel en het ware Godsrijk?
Hoofdstuk 246: Kinderen als voorbeelden voor de leerlingen. God en mens in de Heer (Ev. Matth. 18,10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Ben Ik als Mens niet juist de Zoon van deze liefde die in Mijzelf woont, die alles wat bestaat en de oneindigheid vervult heeft geschapen sinds alle eeuwigheden? En omdat deze eeuwige en almachtige Godsliefde in Mij is, ben Ik dan niet volledig één met haar? -Zeg nu, of je dat nog niet inziet!'
Hoofdstuk 246: Kinderen als voorbeelden voor de leerlingen. God en mens in de Heer (Ev. Matth. 18,10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] SIMON JUDA zegt: 'Ja, Heer en Meester, sommige dingen die uit Uw mond komen en zelfs voor het gezondste menselijke verstand niet echt helemaal helder en duidelijk willen worden, zouden nog besproken moeten worden. En dan staat er op de achtergrond, grijnzend als een monster, het strikt noodzakelijke en onvermijdelijke lijden dat de Mensenzoon te wachten staat; ik durf met zekerheid te beweren, dat deze noodzaak zelfs voor het gezondste en beste mensenverstand nooit helemaal duidelijk zal zijn!
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Al is deze daad nog zo noodzakelijk voor het bereiken van het door U reeds eeuwigheden geleden gestelde belangrijkste doel, dit feit zal weinig of niets bijdragen aan een geruststellende opheldering voor het menselijk verstand, en daarom zal dit te allen tijde de vraag stellen: 'Waarom moest de Almachtige dan zo vreselijk mishandeld worden door Zijn schepselen om hen de zaligheid en het eeuwige leven te kunnen geven? Waren Zijn zuiverste leer en het feit dat Hij wonderen deed die enkel en alleen aan God mogelijk zijn, niet voldoende? Als dit de mensen niet beter maakt, hoe moeten Zijn lijden en sterven dat dan doen?'
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ik als een van Uw trouwste aanhangers zeg heel openhartig: Uw lijden zal voor veel goede mensen een steen des aanstoots zijn en ze zullen gaan wankelen in hun geloof Daarom vraag ik U ook nu al om een helder licht over deze gebeurtenis, opdat we dan te zijner tijd in staat zijn aan de vragende mensen ook een juist antwoord ter geruststelling te geven"
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En dat is het waarom de Mensenzoon naar deze wereld is gekomen, om datgene wat in zekere zin van eeuwigheid verloren was, op te zoeken, het te verlossen en zo in staat te stellen zalig te worden. (Matth. 18,11)
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Ik kwam immers hoofdzakelijk om deze reden nu Zelf in een stoffelijk lichaam naar deze wereld, namelijk om het verloren schaap te zoeken en het naar zijn zalige bestemming te leiden.
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Gods Geest en wil wordt nu in dit lichaam van Mij, dus in de materiezachter en als het ware buigzaam en oplosbaar gemaakt. Is dat gebeurd, dan moet deze materie van Mij in de grootst mogelijke vernedering en deemoediging gebroken en eerst losgemaakt worden, en Gods Geest, die in al Zijn volheid in Mij woont en één is met Mijn ziel, moet deze gebroken materie die door het vuur van Zijn liefde is gelouterd, opwekken en levend maken, en dan zal zij opstaan als overwinnaar van alle gericht en alle dood.
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Dat jullie nu nog niet helemaal helder in zullen zien hoe en waarom dit zo moet en ook zal geschieden, heb Ik jullie van tevoren gezegd; maar jullie kunnen er nu al wel uit opmaken dat deze gebeurtenis, hoe afschrikwekkend het voor een puur menselijk oog ook mag zijn, toch noodzakelijk is om al het geschapene na een passende lengte van tijden terug te voeren tot het vrije, onafhankelijke en zuivere goddelijke leven.
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En daarom heb Ik deze kinderen ook aan jullie voorgesteld en jullie in een goedgeordend overeenkomstig beeld de wil getoond van Hem, die in Mij woont en voor eeuwig de Heer is over al het geschapene in de hele oneindigheid. En omdat Ik dit nu tot jullie heb gesproken en wij volop tijd en gelegenheid hebben, krijgen jullie nu nog een keer het woord om te laten horen wat jullie eventueel nog willen weten. -Petrus, heb jij nog iets?"
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zei: "Ja, doe dat, want het is ook een goed werk om de strijd tussen de mensen te beslechten en ervoor te zorgen dat hun boosheid overgaat; want deze is een produkt van de hel en verpest het hart voor jaren en maakt de ziel duister. Ga maar en beslecht de ruzie!'
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Toen PETRUS dit hoorde, zei hij: 'Die man is weliswaar een dief, maar laat hem nu toch maar gaan. Als hij deze overtreding nog een keer durft te begaan, lever hem dan pas over aan het gerecht; want jullie weten immers zelf, dat wij volgens de wet de vijand eerst zeven keer moeten vergeven!"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] PETRUS zei: 'Daar hebben jullie nu weliswaar het volste recht toe; maar doe mij nu een plezier en doe het beste, vergeef hem ook deze laatste, ofschoon reeds achtste keer! Maar als jullie hem voor de negende keer bij deze overtreding betrappen, breng dan pas jullie goede recht aan hem ten uitvoer!'
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Na deze woorden lieten ze de dief vrij, nadat hij hen eerst beloofd had om de overtreding nooit meer te begaan; zo werd de erge strijd dus bijgelegd en de strijdenden keerden rustig naar hun huis terug.
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] IK zei: 'ik weet dat de zaken er nu zo voor staan en het voor een rechter moeilijk is met deze twee verschillende wetten recht te spreken, en ook om te bepalen hoe en wanneer iemand zich tegenover een ander heeft schuldig gemaakt, omdat bijvoorbeeld de ene wet goedkeurt wat volgens de andere wet een zonde is.
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351  ...