5587 resultaten - Pagina 338 van 373
... 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 ...
[4] Zie, lieve vriend, deze vragen zijn voor mij van bijzonder belang. Ik verlang even hevig naar een antwoord daarop als een zwerver in een hete zandwoestijn naar een verfrissende waterdronk, als hij door brandende dorst gekweld wordt. Daarom, als je in je hart liefde voor mij voelt, aarzel dan niet om mij trouwhartig te antwoorden op deze belangrijke vragen. Als je dat niet zult doen, dan zal Chanchah zich van je afwenden en je nooit meer ergens naar vragen!'Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Bisschop Martinus trekt bij deze vragen al weer een verbouwereerd gezicht. Uiterlijk doet hij wel alsof hij er over nadenkt, hoe hij de bekoorlijke Chanchah zo beleefd mogelijk op haar vragen zou kunnen antwoorden. Innerlijk wacht hij echter angstig af, of Ik hem niet snel een of ander, natuurlijk meer dan voortreffelijk antwoord in zijn hart leg. Ik laat de goede Martinus echter ook deze keer om zeer wijze redenen een beetje spartelen, zoals jullie gewoonlijk zeggen.
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Omdat je mij op mijn eerdere, belangrijke vragen helemaal geen antwoord hebt gegeven, zou je me toch tenminste één van deze drie vragen kunnen beantwoorden, opdat ik weet, hoe ik me als nieuwkomer in deze wereld en om te beginnen in jouw huis moet gedragen. Dus ik vraag je uit de grond van mijn hart: spreek nu de waarheid en blijf me in geen geval het antwoord schuldig!'
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Kijk, datzelfde geldt ook hier voor een twijfelachtige vraag. Dat is ook een goed dichtgebonden zak, die Martinus voor jou moet openmaken en waaruit hij jou moet geven wat je verlangt. Maar als dat wat jij zou willen er niet in zit - zeg me dan eens wat hij moet doen? Moet hij de zak open maken of niet? Moet hij degene die hij zo innig liefheeft, die zijn hele hart beroert, beschamen? Wat denk je daarvan, lieve Chanchah?'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Martinus krijgt bij deze les van Mij aan de lieve Chinese een heel vrolijk gezicht en bedankt Mij volop in zijn hart.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] CHANCHAH echter zegt: 'O, jij liefste vriend van mijn hart en van mijn leven! Jij hebt inderdaad maar al te zeer gelijk met elk woord, dat uit je mond komt. Toch kan ook Chanchah er niets aan doen, dat zij een kind met zo' n weetgierige geest is. Maar ik, je arme Chanchah, zal van nu af aan mijn hart in bedwang houden en zal zijn als een bloem op het veld, die zich door het licht en de warmte van de zon van Lama ontvouwt en, gevoed door de dauwdruppels van de ochtendliefde van Lama, tenslotte ook haar bloembodem met het rijke zaad van het leven vult.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] IK zeg: 'O jij lief kindje! Ik zie wel dat je Lama jou het meest na aan het hart ligt. En dat is heel prijzenswaardig van je. Maar je zegt ook steeds tegen Mij en Ik bespeur het in je ogen en in je woorden -, dat je Mij ook buitengewoon liefhebt. Ondervraag je hart daarover en zeg het Mij dan.'
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Chanchah wordt hier heel verlegen en slaat de ogen neer. Haar hart echter ontvlamt steeds meer in liefde tot Mij, wat ze maar al te hevig voelt. Daarom komt ze, de anders maar al te spraaklustige, deze keer niet met een antwoord tevoorschijn. Na een poosje vraag Ik haar nogmaals of ze Me zulks niet kan meedelen. Dan zegt ze, als iemand met een zeer beklemd gemoed:
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] (CHANCHAH:) , O jij mijn oogappel, O jij altaar van 't vuur van mijn hart! Zie, toen ik op aarde nog thuis was aan de zijde van mijn moeder en een meisje was van zo'n 13 jaar oud, toen vroeg ik moeder, hoe men het eigenlijk zou moeten aanpakken om de heilige Lama boven alles lief te hebben.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] En precies zo ga ik nu te werk. Jij bent nu mijn avondbloem en mijn hart voor Lama is de morgenbloem. Jou begiet ik zoveel ik kan, omdat ik in jou de volmaakte mensengeest ontdek en mijn hart groeit geweldig - maar helaas niet met Lama, doch met jou, met jou!
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Jij bent een ware Lama van mijn hart geworden! Wat de grote Lama daar te zijner tijd op zal zeggen, dat zal Hij wel het beste weten. Ik moet je daarbij nog bekennen, dat zelfs mijn buitengewoon fijngevoelige geweten mij daarover helemaal geen verwijten maakt. Wat heb jij, heerlijke man, daar nu op te zeggen?'
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] IK zeg: 'Mijn geliefde Chanchah, ik heb een poosje op jouw antwoord, dat Mijn hart volop verheugt, moeten wachten. Zo moet jij nu ook een poosje wachten op een heel mooi en goed antwoord. Maar verheug je over wat Ik je dan als een allermooist antwoord zal geven; je zult het gauw krijgen!'
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] De twee bedanken Mij in hun hart voor deze opdracht en gaan dan meteen in orde maken wat Ik gevraagd heb. Martinus ontbiedt meteen de nu gereinigde paters uit al de reeds bekende orden. Zo ook de nonnen die de spijzen, namelijk brood en wijn, op tafel moeten zetten en de dames van het Heilig Hart van Jezus, aan wie vooral het aandragen van de vijgen wordt opgedragen, terwijl de paters eerst de grote tafel, die hier ook zonder timmerman ontstond, volgens de instructies van de twee klaarzetten.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Ook de vele aardse ouders, vooral die van de dames van het H. Hart, verbazen zich over de plotselinge activiteit in deze zaal. Ze zijn een beetje bang, omdat ze niet kunnen vatten, waar dat uiteindelijk op uit zal draaien. Want zij kunnen door de grote menigte die nu rondom de tafel druk bezig is niet zien, hoe deze rijkelijk wordt voorzien van brood, wijn en vijgen.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Als de tafel klaar is, gaan alle helpers weer terug naar hun zachte rustplaatsen. Martinus en Borem, begeleid door één van de dames van het H. Hart - en wel degene, die zich het eerst als kikker in haar innerlijk in zee stortte - komen echter weer naar Mij toe en laten Mij weten, dat nu alles klaar is.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus