10915 resultaten - Pagina 338 van 728
... 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 ...
[8] Allen die aan Mijn tafel zaten gaven er echter de voorkeur aan om net als Ik tot de ochtend aan tafel te blijven; alleen de Joden bleven niet aan hun tafel, maar begaven zich naar hun oude kamers, die nu echter ook helemaal veranderd' waren. We lieten de lampen de hele nacht door branden en de vertrekken verlichten, opdat enkele nieuwsgierigen, die het toch gewaagd had den in de nacht heel zachtjes dicht naar het huis van de joden te gaan om van enige afstand af te luisteren wat er in het huis gaande was, bang zouden worden. Maar toen ze de lichten gewaar werden, durfden ze het huis niet te naderen, uit vrees door de commandant zelf of door een van zijn dienaren ontdekt en daarna bestraft te worden.Hoofdstuk 62: Het rumoer voor het huis van de Joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Wij rustten dan ook allemaal ongestoord tot de ochtend van een sabbat, die bij deze joden echter niet van bijzonder belang was, omdat ze al bijna meer heidens dan joods gezind waren. Maar toch kwam de oudste 's ochtends vroeg al naar Mij toe en vroeg Mij, of Ik en Mijn leerlingen ons strikt aan de sabbat hielden, aangezien die door Mozes was vastgesteld als een dag des Heren, die strikt geheiligd moest worden.
Hoofdstuk 63: De ware sabbatheiliging - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Alleen hoeven jullie voor de heidenen noch vandaag noch op een andere dag voor een armzalig loon het laagste werk te verrichten; als ze echter ook Mijn leer aannemen en jullie als hun naasten beschouwen en behandelen, kunnen jullie .hun ook in alle liefde en broederlijke vriendschap allerlei goede diensten. bewijzen, opdat er vrede en eenheid onder jullie heerst. Daarmee hebben Jullie nu alles wat de ware heiliging van de sabbat betreft.
Hoofdstuk 63: De ware sabbatheiliging - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Wij gingen echter naar buiten naar een heuvel buiten deze burcht, die nog hoger .was dan die waar de burcht op stond en waar we naar alle kanten een prachtig uitzicht hadden. Men overzag vandaar ook een groot deel van het dal van de Jordaan -en aan de andere kant in oostelijke richting in de verre vlakten van de Eufraat - een groot aantal bergen en omliggende plaatsen. Van hieruit kon men tot Jeruzalem kijken; maar deze keer was die streek helemaal m een dichte ochtendnevel gehuld, zodat men niets kon onderscheiden van de plaatsen van Judea.
Hoofdstuk 64: Hoe men bijgelovige heidenen dient te onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Tijdens deze leerzame gelegenheid was de zon echter ook al helemaal boven de horizon geklommen, en er kwam een bode uit het huis om ons te zeggen dat het ochtendmaal klaar stond. Toen stonden wij op en begaven ons naar het huis.
Hoofdstuk 65: Over de manier van onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Bij het huis aangekomen, bleek het gewoonweg belegerd door verscheidene burgers van deze stad; want ze hadden gehoord dat de commandant de hele nacht in het huis van de Joden was geweest, en ze zouden van een van de bewoners van het huis tegen een beloning graag te weten komen wat daar eigenlijk aan de hand was geweest. Toen ze echter reeds van enige afstand de commandant en zijn dienaren zagen en herkenden, hieven ze hun regelrechte belegering van het huis onmiddellijk op en trokken zich wat terug, zodat wij ongehinderd het huis konden binnengaan.
Hoofdstuk 65: Over de manier van onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De mens heeft op een sabbat dezelfde behoeften voor zijn lichaam als op iedere andere dag, en moet die voorzover mogelijk evenzeer bevredigen. Alleen moet hij zich onthouden van zware, slaafse arbeid in ruil voor loon.Als hij daarmee echter voor een of meerdere van zijn naasten iets nuttigs kan doen, wordt de sabbat daardoor niet ontheiligd, ook al pakt hij nog zo'n zwaar slaafs werk aan, en Ik zal hem daarvoor zegenen. Maar als zich zo'n gelegenheid niet voordoet, is het goed om op een sabbat uit te rusten en zijn gemoed met de dingen van de geest bezig te houden. Want bij het zware werk van een werkdag is de ziel niet goed in staat in zichzelf diepe geestelijke dingen te bespiegelen en zich tot God te verheffen; en daar heeft Mozes de sabbat dus voor ingesteld.
Hoofdstuk 63: De ware sabbatheiliging - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen de burgemeester nu goed inzag met wie hij in Mij te doen had, stond hij op, liep vol eerbied naar Mij toe en zei vol toewijding: 'Heer, Heer, U alleen bent Degene in wie ik met mijn hele huis van nu af aan zonder twijfel werkelijk zal geloven! Maar zegt U mij ook wat ik moet doen om te zorgen dat mijn geloof in korte tijd mogelijk ook in de harten van andere mensen zou kunnen overgaan! Want mijn gemoed is nu eenmaal zo, dat ik met datgene wat mij meer dan gelukkig en zalig en tevreden maakt, ook direct alle andere mensen even gelukkig en tevreden zou willen maken, wat echter met onze zwakke menselijke krachten natuurlijk dikwijls niet zo snel gaat als wij wensen en graag zouden zien. Maar U, o Heer, Heer, zijn alle middelen reeds sinds eeuwigheid volkomen bekend, en daarom kunt ook alleen U mij die bekend maken!'
Hoofdstuk 67: De commandant onderricht de burgemeester over de Heer (5.10.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Praat echter niet meteen teveel over dit teken hier want in deze stad wonen immers al twee mensen die Ik in Pella heb genezen, waar de commandant en zijn onderofficieren de nadere bijzonderheden goed van kennen, en die twee genezenen zullen wel een goed getuigenis over Mij geven! Daarna kunnen jullie pas beginnen te spreken over wat er hier gebeurd is.
Hoofdstuk 68: Liefde en geduld, de twee grootste deugden van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen dat allemaal afgehandeld was, stonden we op van tafel en begaven ons op weg naar Golan. We maakten echter een kleine omweg buiten de stad om, om in de stad geen onnodig opzien te baren, en op die weg vergezelde ook de burgemeester ons; want ook hij wilde voorlopig de vele op hem wachtende vragenstellers vermijden. Aan de andere kant van de stad, op de weg naar Golan, had de burgemeester een oude vriend; die bezocht hij en hij nam dus afscheid van ons, en wij gingen onze weg rustig verder.
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] De commandant stelde hem echter gerust en zei: 'Als ik hier een zo goed en aangenaam mogelijk onderdak voor de nacht had willen hebben had ik gebruik kunnen maken van de burcht, die mij steeds ter beschikking staat; maar omdat mij eindeloos veel meer aan dit gezelschap gelegen is dan aan al die ijdele en vergankelijke wereldse pracht en praal, blijf ook ik met mijn dochter en mijn voornaamste onderofficieren bij jou. En ik blijf ook bij jou, omdat de ene ware Heer en Meester, die voor mij alles in alles is, reeds voordat we bij de stad waren de wens heeft uitgesproken vandaag juist in jouw herberg te willen overnachten.
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik en de Vader zijn één. Wie Mij ziet en hoort, ziet en hoort ook de Vader; zonder Mij kan echter niemand de Vader zien of horen. Wie dus in Mij gelooft en volgens Mijn leer leeft en handelt, zal van Mij het eeuwige leven ontvangen!'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Wil echter ook de blinden genadig en barmhartig zijn, o Heer, en verlaat ons niet, die de waarheid herkend hebben, maar houd ons in de levende waarheid van Uw rijk op deze aarde, opdat wij steeds overeenkomstig Uw wil kunnen leven en handelen!'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Enkele leerlingen raakten echter wat geïrriteerd door het langdurige bedanken van de vrouwen de kinderen, en ze beduidden hun dat ze nu wel genoeg bedankt hadden.
Hoofdstuk 74: De waard en de commandant worden onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Als je echter over de dingen van de natuurlijke wereld nog diepere opheldering wilt, bezoek dan je ambtgenoot in Genezareth, dan zul je van hem veel horen wat jou tot n toe ook nog vreemd is; want Ik onderwijs de mensen steeds overeenkomstig hun vermogen om de dingen op te nemen en overeenkomstig datgene waar ze al eerder zelf vaak over hebben nagedacht, maar waarin ze ondanks al hun inspanning niet tot enige waarheid konden komen. En zo komt het dus dat Ik overal als het ware met iets nieuws tevoorschijn kom; toch is het eigenlijk niet iets volkomen vreemds en nieuws, maar iets wat er al is, maar door de mensen nog niet herkend en begrepen is.'
Hoofdstuk 74: De waard en de commandant worden onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)