Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 339 van 1110

...  327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352  ...
[8] De vleugel betekent dus alleen maar de hoge graad van de wijsheid en de kracht van al het zuiver geestelijke, maar niet dat een zuivere geest ook als een vogel op Gods bevel van de hemel naar de aarde en vandaar weer terug moet vliegen. Overigens is er in de ware hemel nooit een engel geweest die niet eerst op de een of andere aarde mens is geweest. De heel onjuiste voorstelling die jullie hebben van engelen, dat ze namelijk als zuivere geesten geschapen zouden zijn, heeft alleen maar betrekking op de werkende krachten en machten van God, waardoor Gods alomtegenwoordigheid tot uitdrukking komt, die in alle oneindigheid werkt, en waarvan een mens zich geen voorstelling moet maken, omdat het oneindige uit God voor ieder begrensd wezen werkelijk onvoorstelbaar is, iets wat hopelijk niet moeilijk te begrijpen is.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Is het je nu al wat duidelijker, wat dus in eerste instantie eigenlijk de engelen zijn die uit de hemel naar de aarde neerdalen en weer naar de hemel opstijgen, en Mij dienen als God van eeuwigheid en hier op aarde tijdelijk jullie mensen dienen, die als geroepen kinderen van God Zijn hart en dus Zijn aarde zijn?'
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] En zo is nu aanjou en jullie allen ook de Jacobsladder dubbel en dwars uitgelegd en nu weten jullie wat je werkelijk geestelijk onder het begrip 'engel van God' allemaal moet verstaan. Maar toch vraag Ik jullie terwille van jezelf, of je het allemaal goed begrepen hebt.'
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zei: 'Dat is werkelijk een kinderlijke vraag van je! Ik zeg je dat de engel - net zoals jij en alle mensen en de hele eindeloze schepping - beide tegelijk is, omdat er in de hele oneindigheid geen andere werkelijkheid buiten Mij bestaat dan alleen Mijn gedachten, ideeën en begrippen. Die worden door Mijn liefde tot leven gewekt en door Mijn wil voor eeuwig in stand gehouden en vastgehouden. Maar wat Ik als God kan doen en van eeuwigheid heb gedaan en ook verder eeuwig zal doen, zullen ook jullie eens in Mijn rijk kunnen doen.
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Dat zulke capaciteiten in jullie mensen aanwezig zijn, kunnen jullie heel gemakkelijk en juist opmaken uit jullie droombeelden, wanneer die helder zijn, want daarin worden jullie innerlijke gedachten, ideeën en begrippen tot realiteiten en worden ze levend en krijgen ze vorm; jullie kunnen je daarmee als met echte objecten bezighouden. Wel,jullie weten natuurlijk niet hoe dat in zijn werk gaat, dat jullie je in je dromen in een heel gewone wereld temidden van mensen bevinden, die vaak heel wijs met jullie spreken en van alles doen; maar dat is voorlopig niet belangrijk. Als jullie op de manier die Ik jullie heb uitgelegd in de geest uit Mij zijn wedergeboren, zullen je alle geheimen van je leven en de reden daarvan duidelijk worden; maar voorlopig kunnen jullie als een heldere waarheid aannemen, dat ieder verschijnsel in het leven van de mens een zeer wijze en ware reden heeft, daar het anders nooit of te nimmer in de mens te voorschijn zou komen.
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Volkomen, en Ik zal jullie ook de reden daarvan laten zien, opdat mettertijd niemand zal zeggen: 'Ja, Hij, de Waarachtige, heeft ons wel bevolen om dat te geloven, en het zal allemaal beslist wel zo zijn als Hij ons Zelf heeft geleerd, zonder ons evenwel het hoe en waarom nader uit te leggen!' Nee, zo wil Ik jullie niet leren! Want jullie wil Ik het immers geven om het geheim van het Godsrijk te begrijpen. Luister dus naar Mij!
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] Ik zei: 'Dat, Mijn vriend, zul je nog vroeg genoeg te weten komen, en daarover kun je van gedachten wisselen met Mijn leerlingen, die van dat alles al heel precies op de hoogte zijn. Maar Ik heb jullie nog veel belangrijker dingen te laten zien en te vertellen, maar pas na de ochtendmaaltijd. Want dadelijk zullen de dertig Grieken de berg op komen, een ochtendmaal nemen, en een aantal zaken met de jongeman daar bespreken. Zij komen vroeger omdat de nachtelijke verschijnselen hen ook verontrust hebben.'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[28] Nikodemus zei: 'Zo luidt toch volgens de oude Schrift de naam van een aartsengel! Is het soms de aartsengel zelf? Als dat zo is, zou me een grote vrees kunnen overvallen! Ja, ja, ik heb het meteen in het begin al gezegd!'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Toen zei Nikodemus: 'Heer, wanneer ik dus eenmaal gestorven ben, zal mijn voortlevende ziel niets meer van deze aarde te zien krijgen, maar in haar zelfgeschapen wereld verder leven, - en toch is er op en in deze aarde nog heel veel wat een ziel die naar hogere kennis verlangt graag nog beter zou hebben willen leren kennen! Wij zien bijvoorbeeld vaak met groot verlangen naar de sterrenhemel en zouden willen weten wat de maan, de zon, de planeten en alle andere sterren zijn, en we zouden ook de diepten der zeeën willen doorgronden. Maar als de ziel na de dood alleen maar in een lichte, uit haar fantasie ontsproten droomwereld zal leven en handelen, en alleen met zulke schijnbare menselijke gestalten zal omgaan, die ook alleen maar produkten van haar eigen fantasie zijn, dan zal dat volgens mijn mening, aan de eeuwig voortlevende ziel, gesteld dat zij zich alles blijft herinneren, geen al te groot genoegen kunnen schenken. Natuurlijk, als aan de ziel bij het afleggen van het lichaam de herinnering slechts in zoverre gelaten wordt als in een heldere droom, waarin men meestal zijn ik herkent, maar zich daarbij niets of slechts zeer weinig werkelijke dingen van deze aarde herinnert, dan kan zo'n ziel natuurlijk wel heel vrolijk voortbestaan, want naar hetgeen haar met het lichaam volledig ontnomen werd, zal zij ook nooit meer terug verlangen. Ik praat nu zoals ik het me voorstel, maar ik vraag U ook in dit opzicht om nadere uitleg.'
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nikodemus zei: 'O Heer, deze genadige vraag van U geeft zelf al het antwoord volgens het gevoel van ieder mens; want in de vraag zelf ligt al het duidelijke antwoord en het zou daarom overbodig zijn er antwoord op te geven. Ik maak eruit op dat U daarmee alleen maar allergenadigst heeft willen aangeven dat een volmaakte ziel na het afleggen van het lichaam Uw hele schepping in een eindeloos veel helderder licht zal zien dan ooit in het lichamelijke leven voor haar mogelijk geweest zou zijn, en ook dat zo'n ziel alles wat zij beleefd en op aarde mee en doorgemaakt heeft, veel duidelijker in haar herinnering zal bewaren dan zij ooit in haar lichaam had gekund. - O Heer, heb ik nu goed geantwoord?'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar zelfs zo'n vleselijke ziel sterft eigenlijk niet nadat zij met veel pijn het lichaam verlaten heeft, maar leeft verder in de geestenwereld; dat voortleven is dan net zo pover als haar besef en haar zelfbewustzijn in een zuiver geestelijke sfeer. Welnu, zo'n ziel leeft dan aan gene zijde weliswaar verder, maar alleen zo als in een wat helderder droom en weet vaak niet dat zij ooit al eens in een andere wereld geleefd heeft, maar zij leeft en handelt volgens de haar eigen zinnelijkheid.. En als zij door lichtere geesten die zich aan haar kenbaar maken, wordt vermaand en onderwezen over het feit dat zij zich nu in een andere en geestelijke wereld bevindt, dan gelooft zij dat niet en hoont en bespot hen die haar de waarheid vertellen.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[29] Ik zei: 'En Ik heb je niet tegengesproken, maar jou en jullie allen tot nu toe laten zien wat en wie een engel van God is. Waarom zou je dan nu angstig worden voor deze engel, daar je toch ook voorbestemd bent zelf een aartsengel te worden? Maar om alle twijfel over deze engel bij je weg te.nemen zeg Ik je, dat hij de geest van Henoch is! Zijn lichaam is nu Mijn wil. Daarom zei Ik je immers dat er in de hemelen geen andere aartsengelen zijn en ooit zullen zijn dan slechts die, welke eerst reeds in het vlees op een wereld geleefd hebben. Maar nu genoeg daarover, want de Grieken komen er al aan! Laat niemand Mij echter aan hen bekend maken, want het is hun tijd nog niet om Mij Zelf nu al te leren kennen!'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar de engel zei: 'Beste vrienden, stoppen jullie je goud maar gauw weer op de plaats waar je het vandaan hebt gehaald! Want zie en hoor wat ik jullie nu zal zeggen! Echte goden laten zich door mensen niet aanbidden, ook nemen zij van niemand enig stoffelijk offer aan. De wijze en liefdevolle wens van de goden voor jullie mensen bestaat daarin, dat jullie maar in één, enig ware, eeuwige en almachtige God geloven en Hem met al jullie levenskracht boven alles zullen liefhebben en jullie naasten zoals ieder van jullie zichzelf liefheeft, wat zoveel wil zeggen als: wat je redelijkerwijs verwacht datje naaste voorjou zal doen, doe dat ook voor hem!
Hoofdstuk 59: De ware aanbidding van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als jullie je dat ter harte nemen, geloven en daarnaar handelen, dan aanbidden jullie daardoor de ene ware God op waardige en passende wijze, en brengen jullie Hem op die manier het enige offer dat Hem werkelijk welgevallig is. En als jullie, wereldse mensen, dat zullen doen, zal de ene, ware God jullie, evenals ons, als Zijn onsterfelijke kinderen aannemen, en de macht en de heerschappij van de dood zal van jullie zielen wijken.
Hoofdstuk 59: De ware aanbidding van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De echte God wil alleen maar dat alle mensen elkaar als broeders liefhebben en vrij en ongeknecht op aarde zullen wandelen en door de genade van de enige en alleen ware God in alle dingen voortdurend wijzer zullen worden. Omdat jullie nu uit mijn mond eerlijk, getrouwen naar waarheld gehoord hebben wat de enig ware God van de mensen wil, neem daarom jullie goud terug, want dit aardse slijk hebben de echte mensen en de ware God eeuwig niet nodig!'
Hoofdstuk 59: De ware aanbidding van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352  ...