Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 339 van 1490

...  327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352  ...
[13] Moge dat voldoende zijn voor jou en iedereen; wat verder gaat dan dit, is reeds uit den boze en veroorzaakt nog weer groter kwaad. Deze bepaling is uit Mijn goddelijke orde genomen en geldt niet alleen voor hier, maar ook voor het grote hiernamaals. Want waarlijk Ik zeg jullie: Wat jullie zo op deze aarde zullen binden en losmaken, zal ook aan gene zijde, zelfs in het hemelrijk, gebonden of losgemaakt zijn. (Matth. 18,18)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen PETRUS weer bij ons in de kamer kwam, zei hij: 'Heer en Meester, de strijd is weliswaar bijgelegd, omdat ik mijn buren ertoe heb bewogen om ook voor de achtste keer de overtreding van de visdief door de vingers te zien; maar wettelijk gezien hadden ze hem deze achtste keer wel voor de rechter kunnen dagen. Het zou wel goed zijn, Heer, als U ook op dit aardse juridische gebied de wetten van Mozes iets nauwkeuriger wilde uitleggen, vooral in deze tijd, waarin ook de Romeinse wetten een grote invloed hebben gekregen op de levensomstandigheden van de joden en men niet meer zo goed weet of men zich nu meer aan de wet van Mozes of aan de Romeinse wet moet houden. In sommige opzichten is de Romeinse wet duidelijk humaner dan de Mozaïsche, die als staatswet in heel veel gevallen helemaal niet meer letterlijk toegepast kan worden. Welke wet is nu volgens Uw grote liefde en wijsheid beter?"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Als een broeder zich tegenover jou schuldig maakt, ga dan naar hem toe en vertel het hem onder vier ogen met vriendelijke woorden en vraag hem om jou zoiets niet meer aan te doen. Heeft hij naar je geluisterd en het ter harte genomen, dan heb je hem reeds gewonnen. (Matth. 18, 15) Luistert hij echter niet naar je, neem dan afhankelijk van de zonde die hij begaan heeft één of twee getuigen, zodat de zaak dan berust op verklaringen van twee of desnoods zelfs drie getuigen. (Matth. 18, 16) Luistert degene die zich tegenover jou heeft schuldig gemaakt ook in het bijzijn van de meegebrachte getuigen niet, laat dit dan waar de meegenomen getuigen bij zijn weten aan de gemeente waar de zondaar toe behoort. Luistert hij ook niet naar deze en blijft hij ook tegenover haar halsstarrig, dan moet hij door jou, door de getuigen en door de hele gemeente tot heiden en slechte tollenaar verklaard en als zodanig beschouwd worden. (Matth. 18, 17)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] En Ik denk dat jullie en dat iedereen in alle mogelijke kritische levensomstandigheden en ook temidden van duizend verschillende vaak zeer met elkaar in tegenspraak zijnde wereldse wetten, door deze regels die Ik jullie nu gegeven heb, heel goed de weg zullen kunnen vinden!'
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] Nu kwam PETRUS nogmaals naar Mij toe en zei: 'Heer, dat is nu allemaal goed en juist, en het spreekt vanzelf dat wij deze regels van U zelf zeker volledig in acht zullen nemen, en ze ook de andere mensen op het hart zullen drukken opdat zij ze trouw in acht nemen; maar het gaat me nu om één enkel kritisch punt en dat is het volgende: Hoe vaak moet ik, of een ander, iemand die tegen mij gezondigd heeft met vergeving tegemoet komen volgens de door U nu aan ons gegeven verzoenlijke regels? Is zeven maal volgens de wet van Mozes genoeg?" (Matth. 18,21)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] (Matth. 18,24) Omdat deze knecht en dienaar van de koning niets had waarmee hij zijn grote schuld kon betalen, gaf de koning bevel om de luie dienaar zelf, zijn vrouw, zijn mooie kinderen en alle andere bezittingen te verkopen, zodat uit de opbrengst alles betaald kon worden wat zijn knecht en dienaar hem schuldig was. (Matth. 18,25) Toen de dienaar zag dat hij nu samen met al de zijnen als slaaf verkocht was, viel hij voor de nog aanwezige koning neer en bad hem smekend als volgt: 'O, grote en machtige koning en heer, heb toch nog een beetje geduld met mij! Hef de verkoop op, laat me nog een tijdje vrij, dan zal ik zo goed ik kan proberen u de hele schuld te betalen!' (Matth. 18,26) Toen de koning dit vernomen had, werd ook zijn hart milder. Hij had medelijden met deze dienaar en hief de hele verkoop op, schold de dienaar de hele schuld kwijt en liet hem vrij. (Matth. 18,27)
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Spoedig daarna ging deze knecht naar de stad van de koning, omdat hij daar enkele dingen te doen en te regelen had. En zie, daar trof hij een van zijn mededienaren die hem sinds korte tijd bij gelegenheid honderd penning schuldig was! Toen zijn mededienaar hem zag vroeg hij om nog een korte tijd uitstel, dan zou hij hem de schuld terugbetalen. Maar onze door de koning zo zeer begenadigde dienaar luisterde niet naar hem, maar greep hem woedend bij de keel en schreeuwde: 'Betaal me nu meteen wat je me schuldig bent; want ik heb al heel lang gewacht, mijn geduld is nu geheel ten einde!' (Matth. 18,28)
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En daarom is het ook niet nodig, dat er op deze wereld een beschermende rechtbank bestaat die het recht moet bepalen tussen beledigers en beledigden, maar het enige tegenover Mij geldende beschermrecht moet jullie goede en verzoenlijke hart zijn, dan zullen jullie er bij deze rechtbank heel goed vanaf komen, met de minste onkosten en rechterlijke vonnisgelden, en degene die tegen jullie gezondigd heeft zal veel eerder in waarheid jullie vriend worden, dan wanneer hij hiertoe door een rechterlijke uitspraak gedwongen zou zijn. - En zeg Me nu of jullie dit allemaal in de grond der zaak hebben begrepen!"
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] PETRUS zegt: 'Heer en Meester! Dat zeker, en zo zou het ook het allerbeste zijn; maar ook wanneer wij dit allemaal nauwkeurig in acht nemen, en eveneens de vele andere mensen die deze leer van ons zullen krijgen, is het toch wel zeer de vraag of de wereldse rechtbanken daardoor met meer zullen blijven bestaan.
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Door deze onbehoorlijke ontvangst is nu het hart van de arme man vol toorn, boosheid en wraakzucht, en hoe meer hij nu nadacht over de absolute onmogelijkheid om een schoonzoon van de rijke man te worden, des te meer groeide de gedachte aan wraak om de harde trotse man op zeer gevoelige wijze te deemoedigen. En toen deze boze gedachte volledig rijp was geworden, was er ook reeds sprake van plan, besluit en wil en daad, en de jonge man werd tot moordenaar van de rijke man.
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Nu bevestigden allen dat ze deze leer goed begrepen hadden. De leerlingen die volgens hun eigen zeggen deze leer nu wel begrepen hadden, dachten toch nog veel na over hetgeen daarin voorkwam, en Johannes en Matthéus tekenden het belangrijkste op; Jacobus en Thomas maakten ook voor zichzelf aantekeningen, maar dan meer over de uitleg. Ze waren er wel twee uur mee bezig.
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Kijk, als iemand mij iets bepaalds heeft aangedaan, zal ik het hem zeker ook zeventig maal zeven keer vergeven als degene die mij beledigd heeft het er werkelijk op aan zou laten komen; maar als hij zo slecht en gemeen is dat dit voor hem nog niet genoeg is en hij mij vaker beledigt dan zeventig maal zeven keer, -wat moet er dan met zo iemand gebeuren? Ik ben van mening dat het dan toch wel tijd werd om zo'n misdadiger aan de wereldse rechtbank over te leveren, zoals ook Uw barmhartige koning dit tenslotte deed, omdat zijn grote zachtmoedigheid niets hielp; hij liet de onbarmhartige knecht toen toch aan zijn beul over. -Wat zegt U, Heer, van deze mening?"
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar het is natuurlijk vanzelfsprekend, dat er op deze wereld voor grote en grove overtreders van de rechten van de mensen ook gezaghebbende en grote wereldse rechtbanken moeten zijn en bestaan, omdat anders tenslotte niemand nog zeker zou zijn van zijn leven. Maar wat de kleinere misstappen betreft die niet zelden tussen jullie mensen plaatsvinden, die moeten voor de rechterstoel van het barmhartige en verzoenlijke hart bijgelegd worden, opdat de kleine misstappen van de mensen onder elkaar niet uitgroeien tot grote zware misdaden; want waarlijk Ik zeg: roof, doodslag en moord zijn uiteindelijk immers niets anders dan gevolgen van eerdere kleine misstappen van mensen onder elkaar, die ontstaan zijn om louter kleine, wereldse redenen van eigenbelang en eigendunk. -Een kleine gelijkenis zal dat nu voor jullie nog duidelijker belichten:
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Een rijke en in aanzien staande vader is in het bezit van een zeer mooie en lieve dochter, waar een jonge, maar arme, ofschoon behoorlijk goed ontwikkelde man, heel erg verliefd op wordt en dat des te meer, omdat de lieve dochter hem reeds meerdere malen door allerlei vriendelijke gebaren en tekenen maar al te duidelijk te verstaan heeft gegeven dat zij in haar hart genegenheid voor hem voelt. Wel, deze verder eerlijke en brave jonge man vat eindelijk moed en gaat met heel natuurlijke goede bedoelingen naar de vader van de mooie dochter en vraagt om haar hand. Maar de vader, vanwege zijn grote rijkdom uiterst trots en hard, laat de eerlijke, arme man die om de hand van zijn dochter vraagt, door zijn knechten de deur uitzetten en door zijn honden van zijn erf jagen.
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] En toen het belangrijkste was opgetekend zei PETRUS: 'Nu kan deze leer niet meer voor ons verloren gaan en daarmee is reeds veel gewonnen! Maar het wordt nu avond en ik zal er toch voor moeten gaan zorgen, dat we een avondmaal krijgen!" ..
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352  ...