Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 340 van 1110

...  328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353  ...
[10] De engel zei glimlachend: 'Zelfs voor een God is het moeilijk het jullie mensen naar de zin te maken. Wisten jullie gisteren dan al,dat wij hier kinderen van God zijn? Nee, dat wisten jullie niet en jullie zagen ons aan voor heel gewone mensen die zich voor hun spijzen en dranken en voor de bediening laten betalen. Omdat wij dat wisten, handelden wij dan ook zoals de mensen dat doen, en er waren gisteravond veel woorden en bewijzen voor nodig geweest, vóór jullie een andere mening over ons kregen.
Hoofdstuk 59: De ware aanbidding van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar omdat jullie nu weten met wie je hier te maken hebt, hebben jullie nu dan ook gegeten en gedronken zonder dat iemand daarvoor geld heeft gevraagd, en dat zal nu ook niemand van je verlangen.
Hoofdstuk 59: De ware aanbidding van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Kijk, zo staan de zaken hier! Bij ons betalen alleen maar vreemdelingen tol, de Ingezetenen zijn volgens onze oude wetten daarvan vrijgesteld. Een vreemdeling is echter ieder die onze God en Zijn wetten niet kent en een dienaar van de afgoden is. Wie echter in onze ene en enig ware God gelooft, Zijn wetten kent en gelooft en daarnaar leeft en handelt, is een Ingezetene en betaalt bij ons joden geen tol en geen vertering.
Hoofdstuk 59: De ware aanbidding van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De Griek zei: 'Ja, nu wel, - en ik moet openlijk toegeven dat dit werkelijk een goddelijk prachtige instelling is! Maar nu we toch aan het praten zijn, zouden we jullie, ware godmensen, nog om opheldering willen vragen wat die nachtelijke lichtverschijnselen toch te betekenen kunnen hebben. Daarover heerst in de stad vandaag nog grote opwinding, en de meeste vreemde kooplieden hebben vannacht al met hun voorraad goederen de stad verlaten, omdat zij niet konden weten wat dit verschijnsel in de komende tijd eventueel voor gevolgen zou kunnen hebben. Bovendien koopt niemand iets, en wacht iedereen vol angst op de verschrikkelijke dingen die -vooral naar aanleiding van het tweede verschijnsel over deze stad en over het hele joodse land kunnen losbarsten. Ja, ook wij zouden er allang vandoor zijn gegaan, als wij jullie gisteren niet nader hadden leren kennen. Maar wij dachten aan jullie en troostten ons met de gedachte dat wij vandaag beslist een bevredigende opheldering van jullie zouden krijgen. En zodoende vragen wij jullie daarom!
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De engel zei: 'Kijk naar ons en naar alle andere mensen die hier zijn, dan zullen jullie nergens enige angst of opwinding zien! En waarom niet? Omdat wij maar al te goed weten wat dit verschijnsel betekent. En wij weten dat omdat wij in het licht van God helderziend zijn; die daar beneden zijn echter blind, en daarom zien en begrijpen zij niets, en hun grote angst is daarom ook een heel terechte tuchtiging voor hun eigenzinnige blindheid en slechtheid.
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De woordvoerder zei: 'Beminnelijke en tevens wijze jonge vriend! Wij allen danken u bij monde van mij, want u en de vriendelijke waard, die waarschijnlijk uw vader of anders een van uw naaste verwanten is, hebt ons gisteravond beloofd om ons vandaag nader bekend te maken met de enig ware God, en dat hebben jullie nu ook gedaan, waarover wij dan ook heel blij zijn, en waarvoor wij jullie nogmaals van ganser harte danken; wij beloven jullie ook met de hand op ons hart dat wij deze leer zo nauwkeurig mogelijk zullen navolgen.
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar nu hebben we nog een vraag en daarna zullen we heel rustig weggaan. Daar beneden hebben jullie toch een tempel waarin, zoals wij gehoord hebben, de enige, alleen ware God der joden vereerd wordt. Wat is er met die God? Is daar ook iets van waar? Is dat dezelfde God die u ons nu beter hebt doen leren kennen, of is het ook maar zo'n dode afgod, waar wij er ook meer dan genoeg van hebben?'
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Maar zoals het toen was, is het nu niet meer. De godsdienstleraren zijn puur wereldse mensen geworden. Zij hebben de naam van de enige, ware God nog wel in hun mond, maar in hun hart hebben zij geen vonkje geloof in Hem en ook geen sprankje liefde tot Hem, en daarom zijn zij nu evenals hun tempel één en al duistere goddeloosheid. Daarom heeft God hun in deze nacht ook aangekondigd wat zij wegens hun algehele goddeloosheid te verwachten hebben. En daarom heb ik jullie voorheen gezegd dat van deze verschijnselen de goede mensen slechts het goede en de slechte en goddeloze mensen alleen maar het kwade te verwachten hebben.
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] En omdat jullie dit nu van mij, als bode van God, gehoord hebben, kunnen jullie nu ook in naam van de ene, alleen ware God in vrede naar je land trekken, en mocht jullie op zee een storm overvallen, roep dan de enig ware God om hulp aan, dan zal de storm weldra gaan liggen en zullen jullie op de hele verdere reis geen ongemakken meer te verduren hebben! En dat moet ook voor jullie een teken zijn dat de alleen :vare, enige God met de macht en de kracht van Zijn geest overal aanwezig is als Heer over de hele natuur en over alle elementen en dat alle natuurkrachten onder de macht van Zijn almachtige wil staan.'
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De engel zei: 'Als ik dat al weet, hoeveel te meer dan de allerhoogste geest van God! Zie, ik, die nu als jood voor je sta, ben als deze persoon weliswaar nog nooit in Athene geweest, waar jullie wonen, en toch weet ik in mijn geest alles wat er zich in die hele grote stad bevindt, en alles wat er zich met name in jouw huis bevindt en wat daar op ieder ogenblik gebeurt! Geloof je dat van mij?'
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De engel vulde aan: '... een catacombe, en daarin bewaar je veel goud, zilver en edelstenen, die jouw moedige en slimme kapers zeven jaar geleden van een Romeins handelsschip hebben afgenomen. Volgens onze wet zou zo'n daad een grote zonde voor God zijn, want je zult je naaste niets aandoen waarvan je zeker nooit zult willen dat jouw naaste het jou zou aandoen! Maar toen kende je onze goddelijke wet nog niet en je bracht voor de goed geslaagde beroving aan je god Mercurius een offer, en je kon niet tegen onze goddelijke wet zondigen, omdat die je volkomen onbekend was.
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar in het vervolg moet jij, zoals ook jullie allen, je niet meer met dit soort praktijken bezig houden, want als jullie dat nu weer zouden doen, dan zou de genade van de enig ware God jullie nooit ten deel vallen. Bovendien moeten jullie je toch ook aan de wijze staatswetten van Rome houden, die roof en diefstal ten strengste verbieden. Als jullie je zullen houden aan de Romeinse staatswetten, zullen jullie ook niet gemakkelijk tegen de wetten van God zondigen. -Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] De Griek zei: 'Ik zie nu wel dat aan jullie, ware kinderen van de enige, echte God, niets onbekend is en als ik toen met uw zuiver goddelijke wetten even bekend zou zijn geweest als nu, dan zou zo'n beroving ook nooit hebben plaatsgevonden, zoals die ook nooit weer zal worden begaan. Omdat echter geen mens op deze aarde het eenmaal gebeurde ongedaan kan maken, vraag ik u nu wat ik met de geroofde schatten moet doen.'
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] De engel zei: 'Degene van wie je de schatten geroofd hebt, is veel rijker dan jij, hij heeft deze schatten dus niet nodig; maar jullie hebben een groot aantal armen in jullie land die je kunt helpen. Want God de Heer zegt: 'Wat jullie aan de armen doen, dat hebben jullie aan Mij gedaan, en Ik zal het jullie reeds hier vergelden en honderdvoudig in Mijn rijk! ' Maak jullie overtollige schatten dus te gelde en help de armen die je kent, dan zullen jullie daardoor je zonden voor God en de mensen verzoenen! - En nu kunnen jullie in vrede van hier weggaan!'
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Ten eerste zie je wel dat deze geest even goed eet en drinkt als Ikzelf, terwijl Ik in Mijn wezen toch de allerhoogste Geest ben. Maar omdat deze geest voor de tijd dat hij hier is, ook een lichaam moet hebben om zich voor jullie zichtbaar te maken, moet hij dat lichaam, ook al is het nog zo licht-etherisch, ook met het voedsel van deze aarde voeden om voor jullie zichtbaar te blijven zolang dat nodig is; maar als het niet meer nodig is, zal hij ook zelf in een ondeelbaar ogenblik zijn lichaam oplossen en als een zuivere geest niet meer voor jullie zichtbaar zijn.
Hoofdstuk 61: Het voedsel van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353  ...