Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 341 van 1088

...  329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354  ...
[8] Maar omdat jullie hart nog blind is, zoeken jullie nog naar de levenszon en zijn jullie niet in staat om te bepalen waar zij staat; maar jullie zwakke schijnsel heeft jullie toch al dichter bij haar gebracht, open dus het oog van je hart en vraag jullie sterren om jullie de plaats van die zon te wijzen!'
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De hoofdmagiër zei: 'In je eenvoud, die ik al zo lang van je ken, ben je werkelijk wijzer dan ik met al mijn kennis en kunnen! Aan jouw inzicht en mening zullen we ons dan ook houden; want door vragen kom je altijd verder dan door eisen te stellen. Maar nu moeten we nog iets vaststellen, en dat is of we hier nog langer zullen blijven of naar de stad af zullen dalen.'
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Alleen de Romeinen keken er volkomen onverschillig naar en Agricola zei tegen Mij : 'Heer, het ziet er niet slecht uit; maar onze brandende bergen zijn toch nog heel wat anders!'
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zie echter een even groot aantal witte, ernstige, mooie wezens toesnellen, en de monsters vluchten voor hen. Wie zijn dan die witte menselijke gedaanten die naar die allergruwelijkste plaats snellen?'
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Als een ziel dat eenmaal in gaat zien, keert zij zich af van haar vroegere slechtheid, en begint die te verachten en te verafschuwen en probeert innerlijk beter te worden. Ook al mocht zij zo nu en dan toch nog in een oude zonde terugvallen, dan volhardt zij daar niet in, maar heeft daar berouw over en verlangt er niet naar om hem weer te begaan. Zo verminderen en bekoelen langzamerhand de slechte neigingen, en dan wordt het ook steeds lichter in zo'n ziel.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] En omdat de witte vredesgeesten die je zag in de eerste plaats voor de verbetering van die slechte ziel zorgen, gaat een ziel die haar leven heeft gebeterd, eerst naar deze geesten over om zich daar in geduld en goede orde en rust te oefenen.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Wie nog nooit een zon, een maan, een bewoonbare aarde, planten, dieren en mensen geschapen heeft, weet ook beslist niet hoe al deze schepselen geleid, in stand gehouden en naar hun uiteindelijke bestemming gebracht moeten worden. Maar Ik weet dat allemaal en heb een eeuwige orde vastgesteld, zonder welke niemand ooit iets kan bereiken.
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Pas als de mens kennis heeft opgedaan en zijn verstand scherp en wakker heeft gemaakt, komt de openbaring van de goddelijke wil erbij, die de mens de ware weg wijst naar het eeuwige leven en naar God. De mens kan die openbaring dan aannemen of niet, omdat hij ook tegenover God een volkomen vrije wil moet hebben, want anders zou hij geen mens zijn maar een dier, dat geen eigen vrije wil, maar slechts een instinct heeft dat hij niet kan weerstaan.
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Wanneer zij daar een zekere vastheid in heeft bereikt, kan zij in een nog betere toestand overgaan, die zij echter niet als loon mag zien voor haar verbetering, maar als een heel natuurlijk gevolg van haar innerlijke orde. Want als een op deze wijze heel ongemerkt beter geworden ziel zou merken, dat haar verbeterde toestand haar door Mij als loon voor haar innerlijke moeite werd gegeven, zoals het naar waarheid ook is, dan zou de oude zelfzucht al gauw weer in haar ontwaken. Zij zou daarom nog meer haar best gaan doen om beter en lichter te worden, maar alleen maar om snel nog meer beloond te worden, maar niet om terwille van het goede, reiner en beter te worden.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Het eerste mensenpaar heeft beslist de zuiverste en beste opvoeding van God gekregen en kon die ook onvervalst op al zijn nakomelingen overdragen; maar kijk eens naar de mensen tweeduizend jaar later, ten tijde van Noach, dan zie je dat ze in kwaadaardige duivels veranderd zijn!
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Heeft het de eerste mensen van de aarde soms ooit aan de beste opvoeding ontbroken? O nee! Hebben zij die soms ook niet aan hun kinderen gegeven? Ja zeker, en altijd in de meest zuivere zin! Maar de mensen voelden ook de aandrang in zich om tegen de geboden van God in te gaan, omdat dat hun lichaam behaagde, en daardoor raakte hun leven totaal in verval en algehele godvergetenheid. En als God mannen naar hen toezond en hen vaderlijk vermaande, om zich weer tot Hem te keren, dan werden deze mannen direct in de ban gedaan en verdreven en een aantal werd zelfs op gruwelijke wijze gedood.
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Dat was echter geen gericht dat direct uit Gods wil voortkwam, maar een gericht dat werd toegelaten, dat ten gevolge van de inwendige structuur van de aarde zo moest plaatsvinden; want als je van een hoge rotswand naar beneden springt, te pletter valt en dood bent, is dat ook een gericht dat je overkomt, maar niet door de wil van God, maar omdat de aarde zodanig is ingericht dat alles wat zwaar is wel omlaag móet vallen wat de mens uit zijn verstand heel goed kan weten.
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Is het dan soms de schuld van God als zulke mensen om de hierboven genoemde redenen in de grootste en meest goddeloze zieleblindheid terechtkomen en daar dan duizenden jaren in blijven? Als God een vermanend gericht over zulke mensen toelaat, is dat beslist vaderlijk goed en wijs; want alleen grote lichamelijke nood is in staat de ziel af te wenden van de materie en naar het geestelijke toe te keren. -Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Ik zei: 'Ik houd van mensen met jouw karakter; zij maken ernst met de waarheid! - Maar nu kijken we weer naar de vuurgloed!'
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] En zo spraken zij nog een poosje onder elkaar over Mij. Maar wij rustten en keken naar het voortdurend wisselende lichtspel.
Hoofdstuk 122: De magiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354  ...