5587 resultaten - Pagina 341 van 373
... 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 ...
[4] De vrouwen zeggen allemaal als uit één mond: 'O ja, lieve, goede vriend! Werkelijk, jij bent vast een echte vriend van God; van jou willen we graag alles aannemen. Jij meent het goed en redelijk met ons en herkent de pijn van ons hart. Maar met deze Martinus willen we niets meer te maken hebben. Want in plaats van onze nood te zien, ons te troosten en te onderrichten en ons de waarheid te tonen, als we misschien toch op een dwaalweg zouden zijn, heeft hij ons naar de hel gestuurd in het bad van de duivels. Dat was zeer onhemels van hem, die toch een voorname hemelburger is, of tenminste wil zijn. Daarom zouden wij liever hebben dat hij verdween, zodat wij ons niet ergeren aan zijn verschijning. 'Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Het is wel een lieve man en het is aangenaam, om zijn mooie verschijning te zien. Maar wat heb je aan de verschijning, als deze in het hart rauwer is dan een appel acht weken na de bloei? Zal Martinus ons net als jij tegemoetkomen, dan zal hij in ons ook 'n hart vinden, dat zeker niet zonder liefde is. Maar in zijn lust om als huisheer te tiranniseren, zal hij in plaats van liefde heel wat anders vinden.
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Die twee zusters zijn als het er op aankomt toch ook niet mooier dan wij, maar die vriend houdt boven alles van hen en gaat bijna uitsluitend alleen maar met hen om. En wij staan hier als arme zondaressen en worden door niemand gezien, want iedereen richt de ogen op die drie. Moet zoiets ons dan niet krenken? En als omtrent die vriend al een hele tijd de meest verheven vermoedens in ons hart opkwamen: moeten die dan niet weer als aardse bloemen verwelken, als hun alle nodige voedsel wordt weggenomen?
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Zie, het hart heeft ook voedsel nodig, als het sterk wil worden in de liefde. Hoe moet ons hart echter in de liefde ooit sterk worden, als het in plaats van voedsel alleen maar de ene vasten periode na de andere krijgt?'
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] BOREM zegt: 'Ja, mijn zeer geliefde zusters, jullie verlangen is terecht. Heb slechts een klein beetje geduld en jullie hart zal al gauw overvloedig worden verzadigd. - Jullie weten immers, dat een goede arts eerst de zieken geneest en dan pas bij de gezonden een bezoek aflegt.
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Onze ogen zijn hier overvloedig voorzien en hebben niets meer nodig. Heel anders ziet het er echter met onze harten uit. Zie, deze zijn nog van niets voorzien! Wat heeft het voor zin om het oog te verkwikken, als het hart daarbij lijdt? Zorg daarom eerst voor ons hart, dan zullen onze ogen maar al te gemakkelijk worden bevredigd.'
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] BOREM zegt: 'Lieve zusters, jullie verlangen is heel goed en terecht. Maar jullie delen mij dit mee, voordat jullie hebben ervaren wat ik jullie wil tonen. Weten jullie dan of dat niet juist voor jullie hart is bedoeld? Weten jullie dan al van tevoren, waaruit het wonderbaarlijke bestaat, dat ik jullie wil laten zien? Is het wonderbaarlijke dan alleen voor de ogen? Kan er ook niet iets zeer wonderbaarlijks zijn, dat alleen voor het hart bestemd is?
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Wat is dan meer: het oog of het hart? Kan het oog ook niet blind zijn en het hart toch in alle volheid van het liefdeleven zwelgen? Welk aards menselijk oog kan God zien? Zie, daarvoor is elk menselijk oog blind; maar het hart kan zich God voorstellen en het kan Hem liefhebben. Ja, het kan zelfs voor Hem, de Heer, een levende tempel worden, waarin Hij Zijn intrek neemt! Wat is dus meer, het oog of het hart?
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Als dat zo is, hoe kunnen jullie, lieve zusters, dan denken, dat ik jullie hier, in het rijk van het hart van God, ergens naar toe zou willen brengen, waar er alleen maar voor de ogen wonderbaarlijk lijkende dingen zijn?
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Ik zeg jullie: hier is alles slechts voor het hart bedoeld! Het oog getuigt alleen maar door het licht van alles wat er in het hart gebeurt en wat er van hart tot hart gebeurt. Zo is ook het wonderbaarlijke wat ik jullie wil laten zien, niet voor jullie ogen doch alleen voor jullie hart bedoeld.
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Maar omdat hier in het Godsrijk niemand blind is en ieder zijn gezichtsvermogen heeft dat net zo krachtig is als het hart -, is het oog inderdaad ook altijd getuige van datgene wat er voor het hart gebeurt en uit het hart komt. En zo zullen jullie datgene wat er voor jullie hart gebeuren zal, ook met jullie ogen zien. Volg mij daarom nu!'
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Jullie hebben wel gelijk, dat jullie hart met afschuw wordt vervuld door zo'n ergerlijk gejoel. Maar daarbij moeten jullie toch alleen naar Mij en niet naar jullie zelf kijken, anders werpen jullie jezelf tot rechters op. Dat zou dan erger zijn dan al dat loze gescheld van deze nog zeer slechte badgasten.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Zie, lieve vrienden en broeders, jullie ergeren je nu aan het loze schelden en lasteren van deze badgasten. En het is juist, dat jullie daar in je hart heel ontstemd over zijn. Maar Ik zie daarnaast in jullie allen ook een gloed, die als ze machtig genoeg zou zijn, deze badgasten voor eeuwig van kant zou maken. En deze gloed is erger dan dat zinloze, machteloze schelden.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Ik raad jullie allemaal aan, om voortaan altijd naar Mij te kijken en daarbij op te letten wat Ik doe, dan zullen jullie voortaan geen ergernis en geen lust tot oordelen meer in jullie hart bespeuren. Mij gaat dit alles het meeste aan en toch ben Ik rustig. Wees daarom des te meer rustig, daar al deze scheldpartijen jullie niet in het minst betreffen!
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Opdat jullie je echter niet langer ergeren aan dit loze gescheld, gaan jullie nu met Mij mee naar die deur, waar Borem, Martinus en Chorel nu al staan met de vele vrouwen. Deze deur die nu voor jullie ogen nog gesloten is, zal Ik opendoen. Jullie zullen daar ruim gelegenheid krijgen in heel je wezen tot in de laatste vezel van jullie nogal hoogmoedige hart deemoedigheid te betrachten, wat jullie allemaal vooral nodig hebben. Volg Mij daarom nu; zo zij het!'
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus