Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 342 van 1110

...  330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355  ...
[2] Agricola zei: 'Heer en Meester, dat de ziel van de mens ook na de dood van het lichaam verder leeft, is een volkomen uitgemaakte zaak van de helderste waarheid. Maar waar gaat zij naar toe, en wat is eigenlijk haar wezen en wat is het wezen van de zuivere geest? Omdat volgens Uw onderricht de ruimte oneindig is, moeten ook de zielen en zelfs de zuiverste geesten zich binnen de eindeloos eeuwig grote ruimte bevinden, want een ruimte buiten deze kan immers onmogelijk ergens bestaan.
Hoofdstuk 66: Het wezen van de ziel en van de geest. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Zo'n ziel kan dan zowel deze aarde alsook de maan, de zon, alle andere om deze zon cirkelende planeten of aarden -hetgeen tot nu toe nog geen sterrenkundige, noch enige Griek, noch een van de oude Egyptische pdolomeuzen * (* landmeters) waargenomen heeft - en ook de andere zonnen in één of meer hulsgloben, die Ik jullie gisteren al voldoende heb beschreven, uiterst precies doorgronden, en zich in hun wonderbare vorm en inrichting werkelijk in de hoogste mate verlustigen en de ware en grootste vreugde beleven aan de liefde, wijsheid en macht van de enige God.'
Hoofdstuk 66: Het wezen van de ziel en van de geest. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De engel zei: 'Dat heb ik nergens gelaten, want ik heb het nog precies zoals voorheen! Dat je het eerst als een vast lichaam voelde, was mijn vrije wil, en dat je het de tweede keer helemaal niet voelde, was ook mijn wil. Want wat wij volmaakte geesten willen, gebeurt zoals wij het vanuit onze vrijheid en wijsheid willen, hetzij direct of geleidelijk aan volgens een zekere wijze orde.
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Want wij bevinden ons door onze liefde tot God ook volledig in Zijn wijsheid en macht, die wij kunnen dragen en volledig beseffen, en dus is Gods liefde ook onze liefde, Zijn wijsheid onze wijsheid, Zijn wil onze wil en Zijn macht ook onze macht. Maar toch zijn er in God nog ondoorgrondelijke diepten die geen enkele geschapen geest ooit doorgronden zal; en als hij dat zou kunnen, zou hij niet zalig zijn, omdat hij dan van God geen toenemende zaligheid meer te verwachten zou hebben. - Begrijpen jullie Romeinen dat wel?'
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] De engel zei: 'Luister eens, ik spreek nu alleen met Agricola en niet met jullie allemaal tegelijk; want ik weet immers dat jullie niet even verstandig zijn als hij. Daarom moeten jullie nu allen luisteren en op alles letten waarover ik met de verstandigste van jullie spreek en wat ik hem laat zien! Agricola jij hebt dus nu alleen het woord!'
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Agricola zei nu: 'Ja, ja, m 'n zuiver geestelijke vriend, ik heb wel zo half en half begrepen wat je mij eigenlijk hebt willen zeggen, maar toch heb ik het, net als de anderen, niet helemaal begrepen, maar ook ik wacht dan volgens de belofte van de Heer op betere tijden! Maar wel zou ik nu van je willen weten - en wel onder de voorwaarde dat ik dan volledig af zie van een heleboel andere dingen - hoe je je door je wil kunt ontdoen van je lichaam en toch nog net zo aanwezig kunt zijn als daarvoor met je stevig tastbare lichaam? Want vooral dat is voor mij het meest onbegrijpelijke! Eerst ben je iets dat werkelijk bestaat, meteen daarop ben je, als je er aan voelt, helemaal niets, en dat niets is dan toch weer helemaal hetzelfde als daarvoor. Ja, hoe is dat dan toch mogelijk?'
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De engel zei: 'Dat is toch iets heel begrijpelijks! Wij geesten zijn in onze voor jullie onweegbare, zuiver geestelijke sfeer toch het eigenlijke, enig werkelijke en alleroorspronkelijkste iets. Al het andere in de hele stoffelijke wereld is alleen maar een door onze wil veroorzaakt verschijnsel, om voor jullie stoffelijke zielen een duurzaam medium te scheppen door middel waarvan jullie je net als wij de volledige en waarachtige levensvrijheid kunnen verschaffen.
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Daarop zei de engel: 'Hoe zwaar denken jullie dat die zuil is?'
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] 'Maar', zei de engel, 'waarom verbazen jullie je daar zo over? Is er voor een zuivere geest dan ook maar iets dat onmogelijk is? Alles berust immers op de vaste wil van een zuivere geest! Als wij, zuivere geesten, aarden, zonnen en allerlei centrale zonnen in de ruimte kunnen ronddragen en uiteindelijk zelfs hele hulsglobes, waarom zou het dan voor mij en alle zuivere geesten niet nog veel gemakkelijker zijn om zo'n zuil in een oogwenk te brengen waarheen je dat wilt? Wie met leeuwen kan spelen alsof het vliegen zijn, zal voor muggen beslist niet opzij gaan!'
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (Rafaël): 'Maar omdat we nog tijd hebben, zal ik jullie nog iets anders laten zien, want anders zouden jullie nog op de gedachte kunnen komen dat ik mij alleen maar met stenen bezighoud. Zie, de zuil staat daar goed en hij zal eeuwenlang op die plaats blijven staan, en duizend jaar behouden blijven door de standvastigheid van mijn vrije wil! Maar om vooral jullie Romeinen te laten zien dat voor een geest absoluut niets onmogelijk is, zal op de plaats waar eerder die geweldige granieten zuil uit lucht ontstond, een grote en met rijpe vruchten rijk beladen dadelboom staan met daarnaast twee vijgenbomen, die ook geen gebrek zullen hebben aan rijpe vruchten.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Zie, ik zei en wilde het, en de genoemde bomen, rijkelijk met vruchten beladen, staan al op die plaats! Ga daar nu allemaal heen en proef de genoemde vruchten, ik denk dat ze jullie allen heel goed zullen smaken!'
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Daarbij denk ik echter ook, dat jullie door deze tekenen nu wel zullen inzien waartoe een zuivere en volkomen geest met een vrije wil allemaal in staat is. Denk er een beetje over na en zeg me wat jullie ervan begrepen hebben, dan zal jullie door de Heer nog een groter licht worden gegeven! Denk nu dus goed over alles na!'
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Rafaël zei: 'God boven alles liefhebben en jullie mensen te dienen, die geroepen zijn om evenals wij, zuivere geesten, Zijn kinderen te worden, is immers ons hoogste geluk en zaligheid! Hoe kan iets wat jullie nog een groter licht kan geven, dan lastig voor mij zijn? Let dus goed op wat ik jullie verder nog over het wezen van een zuivere geest ga meedelen!
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] De zuivere geest op zich als stof en element is een vuur en een licht, of in zich de liefde en de wijsheid zelf Daaronder moeten jullie je echter geen stoffelijk vuur en geen zinnelijke liefde voorstellen, en dus ook geen licht zoals bijvoorbeeld dat van de aardse zon of een brandende lamp hoewel tussen beide een overeenstemming bestaat - want het vuur van de geest is puur leven en het licht daarvan zijn wijsheid.'
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (Rafaël): 'Jullie zien hier de lucht, die totaal doorzichtig is, en daarom veronderstellen jullie dat zij zo goed als niets is. Maar als deze lucht flink in beweging gebracht wordt, zodat zij met het geweld van een storm de machtigste ceders ontwortelt en de zee zo onrustig maakt dat er bergenhoge, schuimende golven oprijzen, dan moeten jullie toch wel toegeven dat de lucht iets zeer machtigs is. Ja, de lucht is dus wel een lichaam te noemen, dat ook alle denkbare stoffen en vormen bevat in een nog min of meer ongebonden oertoestand.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355  ...