Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 343 van 1490

...  331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356  ...
[8] Als echte jood trok ik me daarom ook uit ware liefde tot God terug op deze plaats met nog enkele anderen die dezelfde instelling hadden als ik; zodoende stichtten wij hier een weliswaar vrije, maar zo zuiver mogelijke, God de enige Heer trouw toegewijde gemeente, en Hij heeft ons hiervoor al zeer rijkelijk gezegend.
Hoofdstuk 260: De Heer bezoekt met Zijn leerlingen een plaats in het gebergte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] In de loop der tijd bouwden we hier deze werkelijk aardige huizen en. we leven hier nu heel gemoedelijk en vreedzaam met elkaar en geven altijd alleen God de eer. Maar één ding moet ik jullie vragen, namelijk dat jullie ons tegenover niemand verraden wanneer jullie weer terugkeren naar de zondige wereld! Dan zijn jullie hier zeer welkome gasten. Laten we nu naar mijn huls gaan dat God de Heer nu zeker welgevalliger is dan de tempel van Salomo in Jeruzalem. In mijn huis bij een goede maaltijd zullen we nog veel bespreken en daar zullen jullie ons pas goed leren kennen!"
Hoofdstuk 260: De Heer bezoekt met Zijn leerlingen een plaats in het gebergte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Wij gingen nu naar het werkelijk lieflijke en ruime huis in het dal en werden onmiddellijk bediend met brood, zout en verse melk. De leider verontschuldigde zich dat hij ons geen wijn kon aanbieden; maar hij had verscheidene zakken bosbessensap, dat niet minder goed smaakte dan wat voor Wijn ook. Als we deze wilden proeven, zou hij met groot genoegen een paar kruiken vol met dit sap voor ons op tafel laten zetten.
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen ging onze gastheer naar zijn kelder en bracht ons een paar kruiken vol bosbessensap, dat geheel als wijn smaakte omdat het in feite ook wijn was; want het druifje, momenteel ook 'Johannisdruifje" genoemd, hoort Immers ook tot de verschillende druivensoorten; de vrucht ervan is ongeveer de kleinste druivensoort. Kortom, we dronken deze boswijn met een beetje water vermengd heel graag, en het deed de heer des huizes veel plezier dat de wijn ons zo goed smaakte.
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] IK zei: 'Blijf in deze liefde, zij zal je veel zegen brengen! Maar ga nu aan onze tafel zitten, eet en drink en wees blij! En als je weer naar Nahim gaat, moetje niet zo huppelen als een gazelle, maar heel bescheiden op het enigszins gevaarlijke voetpad lopen, dan zul je niet meer een dergelijke schade aan je lichaam oplopen! Zorg datje het onthoudt, Mijn overigens allerliefste dochter Eliza! Ga nu zitten, wees rustig, en eet en drink!"
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Toen zijn dochter daar zo helemaal gezond at en dronk, vroeg DE WAARD Mij met alle eerbied: 'Heer en meester aller meesters! Het is weliswaar zeer dom van Mij om u te vragen hoe u kunt weten, dat ik 'Barnabe' heet en deze dochter van mij 'Eliza'; want als u, door God gegeven, zulke dingen mogelijk zijn, waarom zou het u dan niet evengoed mogelijk zijn om te weten hoe ik en alle anderen heten? Maar ik dacht bij mezelf dat u mij misschien al vanuit Jeruzalem bij een of andere gelegenheid gezien en herkend hebt. En mocht dit mogelijk zijn, dan zou dat voor mij van dubbel belang zijn!"
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Toen de waard en allen die in het huis waren dit zagen, maakte een diep ontzag zich van hen meester en allen waren bijna sprakeloos van verbazing. Pas na een poos zei DE WAARD met een eerbiedig verwonderde stem: 'Nee, dat ligt niet meer binnen het bereik van wat iemand op deze aarde zou kunnen leren, al is hij nog zo intelligent en getalenteerd, maar dit is een uiterst zeldzame gave en genade van God. Wij moeten daarom gemeenschappelijk onze hoogste lof richten tot God, de enige Heer, dat Hij een mens op aarde weer eens voor het veelvoudige heil van de mensen zo'n puur goddelijke kracht, macht en zo'n vermogen heeft gegeven als in het grijze verleden alleen de grote profeten hebben bezeten!
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] DE WAARD zei: 'Ja, helaas, - een van mijn liefste dochters; - maar zij zal moeilijke te helpen zijn! Ze is nu twintig jaar oud en was een monter en vlijtig kind. Ze ging een jaar geleden met deze oudste en sterkste zoon van mij naar Nahim om zout te halen. op de terugweg, gleed ze daar uit waar het 't steilst is en viel meer dan vijf manshoogten diep op een uitspringende rots en brak door de val haar.handen en voeten. Meer dan driekwart jaar leed ze de ergste pijnen; na die tijd werd de pijn weliswaar minder, maar ze verschrompelde wel en werd dermate kreupel dat ze haar bed nooit meer heeft kunnen verlaten. Meester der meesters, als u in staat bent om deze dochter van mij te genezen, zou ik bijna gaan geloven, dat u nagenoeg geen ding meer onmogelijk is!"
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] IK zei: "Zeg Me wat jou nu op deze gedachte heeft gebracht!"
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ziet u, ongeveer twintig jaar geleden was ik in Jeruzalem nog leviet en eigenlijk al een aankomend Farizeeër (VARIZAR = herder, ook leider van de herders). Het gebeurde op een keer - zoals daarvoor en daarna nooit meer dat ons bij de gebruikelijke toetsing van de twaalfjarige jongens een knaap met de naam Jezus uit Nazareth in Galilea werd voorgeleid. Deze knaap wist toen reeds meer dan alle tempeldienaren samen en hij was eigenlijk de belangrijkste reden waarom ik spoedig daarna de tempel voor altijd heb verlaten.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar hier komt nog bij dat ik openlijk moet bekennen, dat u, meester aller meesters, buitengewoon veel lijkt op die werkelijk wonderbaarlijke jongen, vooral in uw gezicht. Ik wil daarmee echter helemaal niet beweren dat u nu de man bent die vroeger deze jongen was, maar het is ook niet bepaald onmogelijk; maar ik wilde hier alleen maar mee zeggen dat het hoogst merkwaardig is, dat verwante grote geesten, wanneer ze één en dezelfde tendens volgen, ook heel vaak in hun gezicht op elkaar lijken.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Deze gedenkwaardige jongen heeft ons gedurende drie dagen in de tempel haarfijn bewezen dat hijzelf de beloofde Messias zou zijn! Daarna heb ik om verschillende redenen vrijwillig de tempel verlaten en ben naar deze eenzame plaats gegaan; later ben ik er nooit meer geweest, ook niet ergens anders, en ik kan dan ook niet weten wat er van deze knaap geworden is. Ik was weliswaar toen een tegenstander van hem; maar het duurde niet zo lang of de beweringen van de knaap werden me steeds duidelijker, de tempel begon me daarentegen steeds meer tegen te staan en steeds ondraaglijker te worden.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] ja, de woorden van deze jongen waren mijn redding uit de ware hel van de tempel! En ik zou van u graag ook nog willen horen wat er van deze knaap geworden is! Wat mij toentertijd van die oude verstokte tempelhelden het meest heeft verbitterd, was, dat ze heimelijk een prijs beloofden aan degene die deze knaap bij een of andere gunstige gelegenheid uit de weg zou ruimen. Zolang ik nog in de tempel was is dit weliswaar niet gebeurd; maar nu ik toch al bijna twintig jaar hier ben, -wie weet wat er intussen allemaal door de tempel tegen deze knaap is ondernomen! U, meester der meesters, zult dat zeker allemaal weten, daarom vraag ik u of u mij hierover iets zou willen vertellen!"
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Hierop gaf de waard Barnabe zijn dienaren bevel om onmiddellijk een goede slaapplaats voor ons klaar te maken, en deze deden wat hun bevolen was.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zei: 'Jij weet nu al dat niets Mij onmogelijk is; maar voorlopig laten wij deze plek nog zo, want het dient jullie als bescherming! Als deze plek er met was, dan waren Jullie allang ontdekt! Daarom denk Ik dat jullie deze plaats moeten laten zoals hij is en als Ik al iets voor jullie wil doen, dan maak Ik hem nog slechter begaanbaar en wel zo, dat er voortaan geen kat meer overheen kan. Maar Ik zal jullie wel een ander pad laten zien, dat reeds bestaat maar dat niemand van jullie tot nog toe ontdekt heeft!"
Hoofdstuk 265: Eliza getuigt voor de Heer. De toegangspaden naar het dorp in de bergen ondergaan een verandering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356  ...