5587 resultaten - Pagina 343 van 373
... 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 ...
[22] O vriend, nieuwe geestelijke vader van ons, wij kunnen ons hart nu niet meer in bedwang houden; het verlangt te hevig naar hem! Nu blijft hij ongeveer tien stappen voor ons staan, en - ach kijk daar eens! Zie, hij wenkt met zijn wijsvinger! O zeg ons, voor wie is deze heilige wenk bedoeld? Zie, de bergen van deze planeet buigen, zo vaak hij wenkt! En daar beneden diep in het dal, komt het grote water omhoog en het beeft! - O zeg ons, voor wie deze heilige wenk bestemd is?'Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na dit verzoek keert MARTINUS zich naar het drietal en zegt tegen hen: 'Nu, mijn geliefde dochters, zijn wij op de juiste plaats. Stort nu jullie hart uit, zoals ik het jullie heb geleerd en zoals de gloed van jullie hart het verlangt!'
Hoofdstuk 145: De Heer en de drie zonnedochters die rijp zijn voor de liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] En wat geeft het dan, wanneer wij daardoor ons lichaam zullen verliezen? Het is toch beter zonder lichaam lief te hebben, dan mét het lichaam van de liefde uitgesloten te zijn! O kijk toch naar ons en voel hoe wij lijden, als wij jou niet naar de gevoelens van ons hart mogen liefhebben.'
Hoofdstuk 145: De Heer en de drie zonnedochters die rijp zijn voor de liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] IK zeg: 'Mijn lieve kinderen! Zie, het lichaam van een mens heeft verschillende ledematen en zintuigen. Maar het oor kan niet hebben, wat het oog heeft, de mond niet, wat de neus heeft, het hoofd niet, wat het hart heeft en het hart niet, wat de voeten en handen hebben. Maar als het hele lichaam gezond is, dan zijn ook alle afzonderlijke ledematen gezond. En het oog voelt zich niet ongelukkig, omdat het niet hoort, en het oor niet, omdat het niet ziet.
Hoofdstuk 146: Moeilijke voorwaarden voor het bereiken van het kindschap van God op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zo heeft ook het hoofd zich nog nooit beklaagd, omdat het verder van het hart af zit dan de longen. Want alle ledematen, van welke aard zij ook mogen zijn, genieten en leven toch vanuit één hart, dat de woning van de liefde en het leven is. En zo, Mijn kinderen, zijn ook jullie, alhoewel niet het hart zelf in de grote ordening van de dingen van God, toch medegenieters van al datgene wat uit het hart van God komt. Maar wie van jullie heel speciaal de liefde leert kennen zoals jullie nu, die zal ook door die liefde worden opgenomen!
Hoofdstuk 146: Moeilijke voorwaarden voor het bereiken van het kindschap van God op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Geloof maar niet dat deze drie nu, omdat ze door Mij noodzakelijkerwijs wat teruggedrongen werden, zich afgekeerd hebben van de liefde in hun hart, blijkens hun lange toespraak over de waarheid. Zouden ze dat hebben gedaan, dan zouden ze ons nimmer hebben verzocht hen te volgen en zouden ze ook niet zo veel woorden tot ons hebben gericht; want hun wijsheid wordt anders in heel weinig woorden uitgedrukt.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Maar juist omdat hun hart heimelijk heel sterk aan ons bleef hangen, gebruikten zij zoveel woorden en zouden nog lang niet klaar zijn geweest, als wij daar iets tegen in hadden gebracht. Omdat we ze echter lieten praten zoals het hun voor de mond kwam, moesten ze uiteindelijk wel tot een eind komen. Ik zeg je dat ze heimelijk met een heel bezwaard hart van ons scheidden en ze kunnen nu niet wachten tot we achter hen aan komen. Zoals je zelf zult zien, zullen ze ons ook meteen weer tot hier tegemoet komen, daarom wachten we hier ook een poosje.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Maar dit moeten jullie bij al je wijsheid toch ook weten, dat wij door wijsheid alleen helemaal niet worden aangetrokken, maar slechts door de juiste, levende liefde! Als men ons op juiste wijze lief heeft, dan zullen wij de drang van jullie hart wel volgen. Maar jullie vermeende grote wijsheid zal ons nooit ook maar een halve stap verder brengen!
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Bij Mijn woorden trekken DE DRIE meteen hun kleren uit en zeggen: 'O verhevene, - als dat zo is, dan moeten deze kleren ook nooit ons lichaam bedekken. Want ook die zijn een verhulling van de waarheid en helpen eraan mee om ons hart en onze liefde te verhullen, wat niet juist is.'
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zo'n huis zou zeker nog veel beter zijn dan een keizerrijk in mijn vaderland op aarde. O, hoe arm zijn jullie in deze grote pracht. Zie naar de Heer: Zijn gewaad zal jullie zeggen, welke pracht Hem het dichtst aan het hart ligt. Daaruit zullen jullie gemakkelijk kunnen opmaken of en hoe een dergelijke uiterlijke pracht Hem aangenaam is. Ja, de van liefde vlammende praal van het hart, die is Hem wel boven alles aangenaam, maar al het andere is voor Hem een gruwel!
Hoofdstuk 157: Ernstige bedenkingen van Chanchah bij het zien van de pracht en praal - Over de van liefde vlammende pracht des harten - Allerlei tegenwerpingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Alleen dat geloof, dat gelijk staat met een vrije gehoorzaamheid van het hart, waar het hart niet vraagt: 'Waar, hoe en wanneer en waardoor?', is een echt geloof. Alleen dit maakt de geest vrij, omdat een dergelijk geloof een vrije, onvoorwaardelijke aanvaarding is van datgene, wat je door een afgezant van de hemel wordt medegedeeld, wiens autoriteit door niemand dan alleen door de liefde van je hart behoeft te worden getoetst.
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik heb echter wel gemerkt, dat jullie je eerder tot Mij gerichte wijze woorden alleen maar als een dekmantel gebruikten, om jullie werkelijke liefde voor Mij te verbergen. Maar Ik ben geen vriend van dergelijke verhullingen, maar alleen van de volledige openheid van het hart! Willen jullie dus Mij en al de Mijnen hier in jullie woningen brengen, dan moeten jullie uiterlijk niet anders willen lijken, dan zoals het innerlijk met jullie is gesteld; want Ik doorzie elke allergeheimste vezel van jullie leven. Wat Ik echter zie, dat zien al de Mijnen hier en nog talloze anderen, die evenals dezen hier volkomen en voor eeuwig de Mijnen zijn!'
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Zou het God, de eeuwige Heer erom te doen zijn, Zijn mensen door onomstotelijke bewijzen te leren dát Hij bestaat en hoe en waardoor Hij bestaat, dan zou dat voor Hem heel gemakkelijk zijn: Hij zou de mensen alleen maar in een gericht behoeven te plaatsen, dan zouden ze onmogelijk iets anders kunnen aannemen en denken, omdat hun hart dan net als dat van de dieren gericht zou zijn. Maar de Heer wil geen kunstmatige, doch geheel vrije mensen hebben. Daarom moet ook hun hart vrij zijn, vooral wat betreft het aanvaarden van Zijn geopenbaarde leer, omdat ze anders in hun geest nooit vrij zouden kunnen worden.
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Als echter het verstand van het hart vrij, zonder bewijzen iets aanneemt, dan toont het hart meteen zijn vrije kracht die overgaat in de geest en deze vrij maakt. Is de geest echter vrij, dan is alles vrij in de mens: de liefde, het licht en het schouwen! Dan heeft het geen bewijs voor de waarheid meer nodig, dan is de vrije geest zelf de helderste en volste waarheid aller waarheid.
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Vraag nu je hart of je onvoorwaardelijk kunt geloven wat ik je zal zeggen dan zal ik je ook zeggen wat je zou willen weten. Kun je dat echter niet, dan zouden mijn woorden vergeefs zijn. Want we zijn niet gekomen om jullie te richten, maar om jullie vrij te maken van het harde juk van jullie oude knechtschap!'
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus