10915 resultaten - Pagina 343 van 728
... 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 ...
[2] Dat datgene wat ze de mensen uit de sterren voorspelden, meestal in vervulling ging, daar wisten ze door hun geheime machinaties wel voor te zorgen. Degene voor wie ze iets goeds voorspelden betaalde vanzelf al graag meer dan ze van hem vroegen -en degene voor wie ze iets slechts voorspelden moest zich daarna tot de priesters wenden, opdat die zich voor hem tot God zouden wenden en iets beters voor hem afsmeken. Daarvoor moest hij echter ook de verlangde offers brengen, en zo waren de priesters nooit in het nadeel, of ze iemand nu iets goeds dan wel iets slechts voorspelden; het slechte kwam echter veel vaker tevoorschijn dan het goede, omdat het hun meer winst opleverde dan het goede.Hoofdstuk 130: Over de Egyptische astrologie en andere dwalingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Let er echter altijd op dat er geen vijanden van de waarheid als verscheurende wolven in schaapskleding naar jullie toekomen en dergelijke hulpmiddelen van jullie lenen onder allerlei beloften en ze dan niet teruggeven, opdat datgene wat jullie de mensen leren, niet te ver onder de mensen komt en de waarzeggerij de priesters dan niets meer zou opleveren!
Hoofdstuk 131: De noodzaak om voorzichtig te zijn bij het onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Daarmee was de waard tevreden en hij ging ook aan tafel zitten; zijn buren begaven zich echter naar hun woningen en probeerden te gaan slapen; maar hun zielen waren nog te zeer opgewonden, en dus lukte het met het slapen niet zo goed.
Hoofdstuk 131: De noodzaak om voorzichtig te zijn bij het onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik kalmeerde hen echter al gauw en raadde hun aan samen met Mij de voormalige steenachtige heuvel op te gaan om daar naar het opgaan van de zon te kijken en zich ook in de grote natuur ervan te overtuigen dat Mijn uitleg van die nacht de volle waarheid was.
Hoofdstuk 132: Het gezegende landschap - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De waard bekeek echter eerst de vele, louter edele vruchtbomen van zijn heuvel, waar wij ons nu op bevonden.
Hoofdstuk 132: Het gezegende landschap - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Johannes, Jacobus de Oudere en Mattheus onze schrijver moeten bij Mij blijven; jullie overigen moeten je echter in twee groepen verdelen! De ene groep gaat naar Hippos, een kleine stad, die niet verder van Afek ligt dan dit kleine dorp, en de tweede moet zich naar Edreï begeven, dat ook eerder een kleine dan een grote stad is, die van hieruit in het zuidoosten ligt en gemakkelijk binnen enkele uren bereikt kan worden!
Hoofdstuk 133: De tweede uitzending van de leerlingen (1.2.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Als jullie werkelijk in Mijn naam zullen handelen, zullen jullie overal goed opgenomen worden. Als jullie echter je intrek nemen in een herberg, zeg dan: 'De vrede zij met jullie! Wij zijn gekomen om jullie het grote levenslicht uit de hemelen van de ene, enig ware God te verkondigen en jullie Hemzelf te leren kennen.Als jullie in Hem geloven, zullen jullie aan ons, Zijn uitgezondenen, Zijn goddelijke kracht ervaren.'
Hoofdstuk 133: De tweede uitzending van de leerlingen (1.2.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Jullie zullen in beide steden en ook in enkele kleine plaatsjes daar omheen een groot aantal zieken vinden; genees die, dan zullen jullie in Mijn naam een rijke oogst vergaren! Maar laatje door niemand met geld voor jullie moeite betalen; want zolang Ik lichamelijk op deze aarde ben, zullen jullie geen geld nodig hebben om te leven. Als iemand jullie echter uit pure liefde iets zou aanbieden, kunnen jullie dat wel aannemen, ook als het geld is; want overal zijn armen, aan wie jullie het op jullie beurt weer kunnen geven!
Hoofdstuk 133: De tweede uitzending van de leerlingen (1.2.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wie van jullie echter absoluut de eerste van Mijn leerlingen wil zijn, laat die de laatste en minste zijn van hen en hun aller knecht en dienaar! Want zo is de orde in Mijn hemelen onder Mijn engelen!
Hoofdstuk 134: De organisatie van de leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zei: 'Ik vestig wel een eindeloos groot rijk, echter geen aards, maar een Waar Godsrijk voor de ziel en de geest van de mens, dat eeuwig zal bestaan; in dat rijk zullen allen het eeuwige leven hebben die in Mij geloven en overeenkomstig Mijn leer zullen leven.
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar er zullen weldra ook een groot aantal valse profeten in Mijn naam opstaan; ze zullen het volk onderrichten ter wille van hun eigen gewin en het verleiden door valse tekenen, die ze van de magiërs hebben geleerd. Neem dergelijke valse leraren en profeten niet op, ook al zullen ze luid roepen: 'Kijk, hier, of daar is de Messias, de Gezalfde Gods!', maar toon hun met liefde en ernst dat ze tegen Mij zijn en handelen.Als ze naar jullie luisteren en van hun verkeerdheid afzien, dan mogen jullie hen ook als vrienden beschouwen en behandelen; als ze echter niet naar jullie luisteren en zich niet bekeren, verjaag hen dan uit de gemeente!
Hoofdstuk 139: De vraag naar de naaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Als jullie, zoals Ik heel goed weet, wel een groot aards vermogen bezitten en het alleen tegen goede rente lenen aan degenen die het op een vastgesteld tijdstip weer kunnen terugbetalen, dan hebben jullie daarmee ook wel een soort naastenliefde beoefend - maar bij Mij komt een dergelijke naastenliefde, die jullie zelf met goede rente beloont, niet in aanmerking voor vergoeding. Als jullie echter je vermogen ook zonder rente aan de armen lenen, van wie jullie kunnen weten dat ze het jullie niet gemakkelijk weer zullen kunnen terugbetalen, dan zal Ik Degene zijn die de rente betaalt en jullie vermogen terugbetaalt, en niemand zal bij Mij tekort komen!
Hoofdstuk 139: De vraag naar de naaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Hij gaf hun echter slechts het meest noodzakelijke mee naar de wereldse scholen, opdat ze zich niet te buiten zouden gaan, traag zouden worden en dan ongeschikt zouden kunnen worden om zijn bezittingen te beheren.
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Enkele anderen, slechts weinigen, dachten echter in hun mildere hart bij zichzelf: 'Wij weten wel dat de vader van deze kinderen heel rijk is en zijn hier studerende kinderen wel zou kunnen helpen, als hij niet heel wijze redenen zou hebben om dat niet te doen - maar die kinderen lijden bij ons nu eenmaal zichtbaar nood, en wij zullen hen helpen zo goed we kunnen.' En zo gezegd, zo gedaan!
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Kijk, hier voor jullie staat in Mij die landheer! De armen in deze wereld zijn overal werkelijk Mijn kinderen; de rijken zijn echter voor het merendeel kinderen van deze wereld.
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)