Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 344 van 1490

...  332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357  ...
[2] En daarom ben Ik dan ook hier naar jullie toe gekomen om ten eerste jullie allen te verkondigen dat Gods rijk en dus ook alle hemelen in en door Mij naar jullie op deze aarde zijn gekomen, wat nu reeds een groot aantal voorheen overtuigde heidenen erkent en openlijk bekent, opdat vervuld wordt wat Daniël profeteerde: 'Ook zij die in het graf zijn zullen Zijn stem vernemen!' want het zijn de heidenen, die reeds van de wieg af aan begraven waren in het graf van de nacht, het gericht en de dood.
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En de derde reden waarom Ik hierheen ben gekomen weetje trouwens al, namelijk dat Ik van plan ben om hier in deze stille omgeving met Mijn leerlingen enkele dagen rust te nemen. -En nu wij met deze voor jullie noodzakelijke zaak klaar zijn, zullen we weer naar huis gaan en zien wat daar voor allen is gebeurd!"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Onderweg zei DE WAARD: 'Heer en Meester! Zou U het niet prettig vinden als we over deze kleine hoogte en derhalve via een kleine omweg naar huls hepen? Want vanaf deze hoogte geniet men waarlijk een buitengewoon heerlijk uitzicht; men kan daar zelfs ook Jeruzalem zien, ook een deel van de Zee van Galilea, en bij zeer helder weer kan men zelfs de grote Griekse Zee zien! Als U het zou willen, Heer, zou ik U nu graag deze plek laten zien, die voor mij een echte plaats van zaligheid is!"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar toen de bewoners ons zagen, vreesden ze dat wij commissarissen waren die nu van hen belastingen en misschien ook boetes zouden verlangen. Toen vertrouwde Ik Barnabe heimelijk toe wat de reden voor hun onnodige vrees was; deze riep toen enkelen bij zich en gaf hen de volste verzekering, dat hun vrees volkomen ongegrond was en dat integendeel deze plaats juist buitengewoon gelukkig te prijzen was, omdat Ik hem bezocht had en als de grootste en beste Heiland zijn dochter, die niemand anders in de hele wereld had kunnen genezen, in één enkel ogenblik zo totaal genezen had, dat ze nu honderd maal gezonder, levendiger en frisser was dan ooit tevoren.
Hoofdstuk 265: Eliza getuigt voor de Heer. De toegangspaden naar het dorp in de bergen ondergaan een verandering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'Dat wil Ik graag doen; want ook Ik ben een vriend van de bergen en de zeer wijdse uitzichten, laten we daarom deze kleine hoogte bestijgen!"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar IK vermaande hem en zei: 'Het valt niet te ontkennen dat de omgeving hier vanaf deze top beschouwd heel mooi is om te zien, - dat komt door het totaalbeeld; maar als je nu ieder ding apart wat je hier in het totale beeld ziet, dicht naar je toe haalt, dan zul je spoedig genoeg krijgen van de schoonheid van deze streken!
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Alleen hetgeen deel uitmaakt van de ziel en de geest is waarachtig en voor eeuwig blijvend mooi. Als jou nu alleen maar dat beeld van deze omgeving hier bevalt en haar luchtig kleurenspel, dan beleef je toch nog altijd meer vreugde aan de materie en haar vormen dan aan het geestelijke dat de starre vormen je als in een groot schrift vertolken. Maar ach, als je in staat zult zijn om al deze vormen met je innerlijke geestelijke ogen te bezien, te lezen en te begrijpen, dan zul je ook met David kunnen uitroepen: 'O Heer, hoe groot en heerlijk zijn al Uw werken! Wie deze ziet beleeft puur genot!
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Kijk, het ware zien van al Gods werken is het bekijken hiervan met de ogen van de geest, waaruit de ziel dan haar ware begrip put, en dat geeft de mens pas ware vreugde, die niet meer vergankelijk is maar voor altijd en eeuwig de ziel eigen blijft. En wil je dan ook de geestenwereld aanschouwen, dan zul je deze eerst ook alleen maar geestelijk zien door aanvankelijk alleen maar de vormen van deze wereld te begrijpen en door vervolgens steeds meer inzicht te krijgen in de verschillende activiteiten, het streven en de onderlinge verhoudingen van deze vormen, welke je nu zonder een verder en dieper inzicht ook zo reeds zeer bevallen.
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] DE WAARD zegt: 'O Heer en mijn waarachtige God! Als ik dat werkelijk tot op de grond zou begrijpen, zou ik zeker een van de gelukkigste mensen van deze aarde zijn; maar zover is het nog lang niet met mijn begrip, ofschoon ik nu wel bepaalde vage vermoedens heb gekregen van hetgeen U mij eigenlijk heeft willen zeggen! Mijn dochter Eliza die toch al zo'n halve zieneres is, zou Uw uitleg duidelijk beter begrepen hebben dan ik; maar iets heb ook ik begrepen! Maar er is buitengewoon veel voor nodig om in de uiterlijke vormen de innerlijke, puur geestelijke overeenkomsten te vinden en deze in hun talloze relaties juist te begrijpen. Heer, zou U mij dat door een passend beeld niet iets duidelijker kunnen maken?"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] DE WAARD zegt: 'Ja, ik begrijp het nu steeds beter en in de loop van de tijd zal ik het hopelijk nog beter begrijpen! Maar nu nog één vraag! Kijk, ik ken toch de Schrift; ik heb daarin vaak over engelen Gods gelezen die pure geesten zouden zijn! Zijn dat soms de geesten die zich met onze zielen moeten verenigen om deze volledig gelijk aan God te maken?"
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zei: 'Voor een heel klein deel soms wel, wanneer Mijn ordening hen daar om heel bijzondere redenen voor bestemt; maar zoiets gebeurt altijd maar hoogst zelden. Maar wat vaker gebeurt en ook in de toekomst nog vaker zal gebeuren is, dat ook heel veel engelen de weg van het vlees zo zullen doormaken als Ikzelf deze nu doormaak als de hoogste geest van God, opdat zij dan ware kinderen van God kunnen worden.
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En toen jullie nog dieper bij jezelf nadachten, kwamen er beelden voor jullie geest. Aan de hand van deze beelden ontwierpen jullie toen spoedig een plan en begonnen het ene huis na het andere volgens dit plan te bouwen en na korte tijd stonden er heel aardige huizen in jullie dal. Als jullie geen geschikt bouwmateriaal gevonden hadden, hadden jullie vanuit je innerlijk verstand ook nooit een geestelijk plan kunnen ontwerpen, dat geschikt was voor dit materiaal; maar omdat jullie dit hebben gevonden, vonden jullie ook spoedig een hierbij passend beeld van een woonhuis; vervolgens voegden jullie het materiaal zo samen, dat het iets totaal anders voorstelde dan wat jullie oorspronkelijk hadden aangetroffen.
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En dan zullen zij hiervoor zelf een geschikte, nog nooit geïncarneerde ziel kiezen en deze in het vlees van een zuivere moeder leggen; en dan zullen ze zorgen voor het verder groeien en voor de juiste levensontwikkeling volgens hun licht en hun kracht, opdat zo'n ziel krachtig genoeg wordt voor de eeuwige eenwording met hen.
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Vrouwen kinderen snelden naar binnen naar de huisvader en deze kwam hen al helemaal gezond tegemoet. Hij had tevoren op blote voeten zich een pad gebaand door de struiken en was door een boze adder gebeten; al snel zwol hij op en verkeerde in levensgevaar. Maar Ik kwam en genas hem.
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Hierop gingen we naar huis, waar het middagmaal en de leerlingen op ons wachtten. Het middagmaal was deze keer zeer royaal, alleen was er wat weinig wijn; daarom vroeg de waard Me of hij weer bosbessensap zou serveren.
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357  ...