Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 344 van 1112

...  332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357  ...
[4] Het volk slaat zich met vuisten op de borst en zweert deze goddeloze stammen nooit meer bij naam te noemen.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Deze woorden kalmeerden het volk een beetje en het begon te bidden, en de priesters trokken zich wijselijk terug en overlegden onder elkaar wat dit vreemde verschijnsel zou zijn. Maar zij kwamen niet tot een aannemelijke verklaring, en dus groeide ook in hen de angst. En zo was er een merkwaardig contrast tussen degenen die zich bij Mij op de berg bevonden en de tempeldienaren met het volk, dat bij hen toevlucht had gezocht. De Mijnen waren allen vol blijde verrukking over de prachtige aanblik van deze lichtzuilen en in de tempel heerste daarover de grootste verbijstering.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] In de tempelraad bevond zich echter ook de reeds bekende Nikodemus en hem werd ook naar zijn mening gevraagd.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De ook al erg angstig geworden bewaker bedankte hem daarvoor, en onze Nikodemus ging snel de berg op en verbaasde zich er, boven aangekomen, niet weinig over, daar zo'n grote, vrolijk gestemde groep mensen aan te treffen, die met bewondering naar het indrukwekkende verschijnsel keken en het met een opgewekte gelaatsuitdrukking de schoonheid ervan aanschouwden.
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Daarin hebben jullie voor een deel wel gelijk, maar die oude is ook een tempelvos en benut zulke gelegenheden, waarbij hij steeds ijverig de komst van de Messias verkondigt, om op slinkse wijze ook wat offers in de wacht te slepen. Hemzelf is het echter achteraf zeer welkom, als de vervulling van zijn straatprofetie tenslotte toch nog uitblijft en verder op zich laat wachten, want er kan zich in dit land, dat rijk is aan natuurwonderen, immers al gauw weer een verschijnsel voordoen, dat hij dan weer goed kan gebruiken. Nu kent de weliswaar zeer uitgelaten jeugd van Jeruzalem hem als zo 'n straatprofeet en dwarsboomt hem alleen wanneer hij wat te hard schreeuwt en bespot hem dan, en in dit geval is de profeet nu niet bepaald veel beter dan degenen die hem bespotten. En Ik zeg jullie, dat die onfatsoenlijke jongens Mij toch veel eerder zullen volgen dan die oude rabbi, die altijd alleen maar druk bezig is in zijn eigen voordeel te profeteren, maar in wezen zelf aan niets gelooft. Maar we laten de zaak nu voor wat hij is; het verdere verloop van het verschijnsel zal nog wel een grotere drukte te weeg brengen! Horen jullie van de hoge tinnen van de tempel de bazuinen niet schallen!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Ik zei: 'Dat geeft aan dat de tempelheren ook al wakker geworden zijn en zelf niet weten wat zij van het verschijnsel moeten denken. Daarom roepen zij met hun bazuinen alle Farizeeën en schriftgeleerden die buiten de tempel wonen bijeen, om inderhaast te beraadslagen wat er gedaan moet worden en hoe men dit verschijnsel aan het volk, natuurlijk tegen aanzienlijke offers, uit zou moeten leggen. Maar we laten hen nu kort beraadslagen en als zij voor het volk, dat zich al dicht om de tempel verzamelt, hun verklaring met grote stelligheid afgelegd zullen hebben, zal Ik dit verschijnsel meteen aanmerkelijk veranderen; dan zullen de tempelheren opnieuw beraadslagen en het volk voorliegen. De betekenis van het hele verschijnsel zal Ik jullie pas aan het eind zo kort mogelijk waarheidsgetrouw meedelen. Maar kijk nu naar beneden hoe het domme en volledig blinde volk van alle kanten naar de tempel stroomt! Binnen een kwartier zal het verschijnsel er heel anders uitzien; daarna kunnen jullie zien dat de paniek nog veel groter is geworden! Maar nu rusten wij eerst gedurende dit kwartier!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De eveneens dicht bij Mij staande Romein zei: 'Wat zijn al die mensen toch onbegrijpelijk blind! Zie die dwazen daar rennen en dat moeten de verlichte joden -zeg maar - Gods volk zijn, en wij blinde heidenen staan bij de oerbron van het leven, van het licht en aan de bron van de eeuwige oerwaarheid! Het is werkelijk heel erg vreemd! Wij, duidelijk de laatsten, zijn -en laat iedereen maar zeggen wat hij wil nu klaarblijkelijk de eersten en zij, Abrahams kinderen, wentelen zich daar beneden als varkens in de smerigste modder! Dat, o Heer, is voor ons heidenen een eeuwig onbegrijpelijke genade, die wij nooit ook maar in het minst verdiend hebben! Nu, ik ben toch wel buitengewoon benieuwd naar het verdere verloop van deze hoogst vreemde geschiedenis! Wat er uiteindelijk nog allemaal uit voortkomt, zult alleen U, o Heer, het beste weten!'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Lazarus verheugde zich daar echt over, want hij hield veel van Nikodemus, die zijn enige vriend was. Dus ging hij dan ook vlug weg om te doen wat Ik hem had aangeraden.
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar mocht je nu gelegenheid hebben, dan zou je me wel bijzonderheden uit je levenservaring kunnen vertellen, wat voor mij nu des te wenselijker is, omdat ik me zeer bezwaard voel. Zeg me eens heel eerlijk: Heb je tijdens je reizen in Perzië en Arabië ooit een dergelijk verschijnsel gezien? En als je ooit iets dergelijks hebt gezien - wat bracht dat dan later of ook al meteen voor gevolgen met zich mee?'
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Nikodemus zei: 'O, dan zal het nog erger worden in de stad en in de hele omgeving! Wat zullen je beide zusters thuis doen? Die zullen zich van angst wel geen raad weten, net als mijn familie thuis!'
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Nu zei Lazarus, terwijl Ik hem de woorden in de mond legde: 'Ook daar in de omgeving van de Eufraat zal geen enkel wezen door deze zuilen iets overkomen, daar kun je volledig verzekerd van zijn en dus hoef je beslist niet bang te zijn. Maar kijk, de middelste tien zuilen naderen elkaar nu steeds meer; alleen de beide buitenste blijven nog onbeweeglijk! Zie, dat is al een verandering! En nu botsen ze twee aan twee zelfs tegen elkaar en worden zo één, zodat we nu nog maar vijf grote middenzuilen zien, zonder dat daardoor het licht sterker of zwakker wordt. Zie je, al weer een verandering! De beide buitenste zuilen bewegen zich nog niet!'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Lazarus zei: 'Vriend, kijk nu maar weer naar de drie licht en vuurzuilen, want nu beginnen de beide buitenste zuilen ook te bewegen en naderen de ene middelste zuil. Laten we eens zien wat daaruit voortkomt! Kijk, de ene aan de zuidelijke kant heeft zich nu al met de middelste zuil verenigd, maar die aan de noordkant bleef staan, en we zien er nu nog maar twee, en die twee geven nu net zoveel licht als de eerdere twaalfwant hun licht is nu feller en sterker geworden. Ja, ik kan me niet voorstellen, dat het overdag lichter zou kunnen zijn! Alleen het firmament is donkerder, en in het westen is hier en daar nog een enkele grote ster zichtbaar .
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] En kijk eens naar beneden naar de stad, hoe de mensen door elkaar rennen! Zelfs op de gevels van de huizen staan mensen en staren naar het verschijnsel! Maar nu beweegt ook de noordelijke zuil zich naar de middelste toe en verenigt zich daarmee! Nu gaat het nog maar om één zuil!'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nikodemus had die vraag nog maar nauwelijks gesteld, of de ene overgebleven zuil verhief zich en steeg hoger en hoger, en wel zo langdurig en ook uiterst snel, dat men er al gauw helemaal niets meer van zag, en het werd weer erg donker op de aarde.
Hoofdstuk 48: Nicodémus spreekt met Lazarus over het lichtverschijnsel Nicodémus voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Toen wij al gauw weer in goede orde in de zaal aan onze tafels zaten en Lazarus en Nikodemus naast Mij plaatsnamen, werd er aan alle tafels overvloedig wijn en brood gebracht en Ik raadde allen aan een kleine versterking tot zich te nemen. Allen namen nu brood en wijn en aten en dronken welgemoed.
Hoofdstuk 49: De verschijning van het oude en het nieuwe Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357  ...