Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 345 van 1112

...  333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358  ...
[2] En zie, deze en meer ongelukken vielen mij louter door natuurverschijnselen ten deel, en daarom heb ik altijd wat angst wanneer ik weer zo'n bijzonder verschijnsel meemaak. Ik heb bij al mijn ongelukken mijn aardse leven weliswaar niet verloren, wat veel mensen bij soortgelijke gelegenheden buiten hun schuld wel is overkomen, maar ik ben toch altijd bang wanneer door Gods toelating dergelijke verschijnselen op aarde optreden, waarmee onze menselijke krachten zich nooit kunnen meten. En dat is vooral het geval, nu daar in het oosten die twaalf enorme vuur en lichtzuilen alles op de aardbol dreigen te vernietigen. Ik geloof in God en vertrouw er vast op dat Hij ons voor alle grote tegenspoed zal beschermen, maar op de plaats waar die dreigend uitziende zuilen het oppervlak van de aarde raken, zou ik mij echt niet willen bevinden, want daar woedt vast en zeker een verschrikkelijke vuurstorm.'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Nikodemus zei: 'Het schijnt me toe dat deze merkwaardige verandering door een denkend wezen geleid wordt, omdat dergelijke verschijnselen anders meer willekeurig en doelloos plaats vinden; soms voegen zij zich samen, maar soms ook versplinteren zij of verdwijnen zelfs. Kijk maar eens bij stormen naar de uitermate ongeordende en onsystematische wolkenmassa's, en de zonder enig systeem voorbijschietende bliksemflitsen! Maar achter dit grandioze verschijnsel schijnt in ieder geval een hoogst verstandig denkend wezen verborgen te zijn, en men zou haast kunnen gaan denken dat het de een of andere nieuwe toverkunst van de Essenen is, die in die omgeving vermoedelijk ook nieuwe bezittingen hebben. Want die mensen concentreren alle toverkunsten van de hele wereld op één punt en zijn zelf zeer vindingrijk in zulke ongewone zaken. Kijk maar eens! Nu beginnen de vijf zuilen ook één te worden! Het gaat heel snel, en kijk, ze zijn al één! Nu, dat zal de tempeldienaren en het volk te denken geven en echt tot wanhoop brengen en menig zwak mens waanzinnig maken!'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Nikodemus zei: 'O Heer, dat verschijnsel was iets ongelofelijks, nog nooit voorgekomen sinds het begin van deze wereld! Maar wat het te betekenen heeft, zult U wel beter weten dan wij allen hier, en daarom zou ik alleen aan U een vraag willen stellen. Want ik was zojuist zelfs van mening dat U hier misschien wel de hand in had, omdat U Zich immers ook wel in die streek had kunnen bevinden. Want ongeveer een jaar geleden moet zich, naar ik later heb vernomen, immers ook bij Caesarea Philippi tijdens Uw aanwezigheid iets dergelijks hebben voorgedaan, wat de eigenlijke oorzaak van de brand in die stad moet zijn geweest. En dus dacht ik nu dan ook, dat hier een herhaling van dat verschijnsel bij Caesarea Philippi zou kunnen plaatsvinden als U Zich in die streek zou bevinden. Maar U bent nog hier bij ons in Jeruzalem; daarom hebben we waarlijk geen reden om ons nog langer zorgen te maken over het verschijnsel. Maar wat had het verschijnsel te betekenen? U, o Heer, zult dat wel het allerbeste weten, zoals ik al zei! Als het U gelegen komt, zou U ons daar wel iets over kunnen vertellen!'
Hoofdstuk 48: Nicodémus spreekt met Lazarus over het lichtverschijnsel Nicodémus voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Na deze aanwijzing van Mij keken allen weer naar het firmament, en de lichtzuil daalde nogmaals uit de hoogte neer op aarde, maar niet meer op de plaats waar zij eerder uit twaalf aparte zuilen ontstond, maar helemaal aan de andere kant in het westen, en verspreidde nog veel meer licht dan voorheen. Spoedig daarna verdeelde zij zich, nu niet meer in twaalf zuilen, maar in talloos vele delen, waaruit zich een heel grote stad vormde, met muren die uit de twaalf voornaamste edelsteensoorten bestonden, die naar alle kanten een zeer veelsoortig licht uitstraalden. En er werden twaalf poorten zichtbaar, waardoor talloos vele mensen uit alle delen van de aarde gelukzalig in en uit liepen.
Hoofdstuk 49: De verschijning van het oude en het nieuwe Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Nadat Nikodemus zich ook geheel gesterkt had, zei hij tegen Mij: 'Heer en Meester, omdat alles nu rustig is en U beloofd heeft ons in het kort een licht te geven over de verschijnselen die zich vandaag op wonderbaarlijke wijze hebben voorgedaan, zou ik U willen vragen om nu Uw belofte te vervullen!'
Hoofdstuk 49: De verschijning van het oude en het nieuwe Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maken jullie je daar echter niet bezorgd over nu Ik jullie dat van te voren gezegd heb, want het kwade gebroed daar beneden kan wel Mijn lichaam doden, maar niet Hem, die in Mij leeft en eeuwig werkt en schept en ordent. Maar Ik zal ook het lichaam waarlijk niet in het graf laten, want reeds op de derde dag zal Ik ook dit lichaam weer opwekken en Ik zal dan weer tot aan het einde der tijden met degenen omgaan die in Mij zullen geloven, Mij zullen liefhebben en zich aan Mijn woord zullen houden. En jullie, Mijn broeders, zullen Mij kunnen zien en met Mij kunnen spreken zoals nu, nu Ik in het nog niet verheerlijkte lichaam temidden van jullie verkeer .
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] O ja, de mensen hoeven zich helemaal niet aan Mijn lichaam te vergrijpen om toch het eeuwige leven van hun ziel te kunnen verwerven, zoals ook jullie het zullen verkrijgen wanneer jullie tot aan het eind van je aardse leven bij Mijn leer blijven zonder dat zich iemand aan Mij hoeft te vergrijpen; en de ene die zich aan Mij zou vergrijpen, zou het leven niet hebben en het ook niet verwerven.
Hoofdstuk 51: Het verleden en de toekomst van de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar daar beneden bij die wereldse mensen liggen de zaken anders. Zij zijn allemaal duidelijk dienaren van de hel en haar leugenvorst geworden en staan nu in zijn wereldse dienst. Zij stapelen zonden op zonden en gruwelen op gruwelen, begaan allerlei hoererij, echtbreuk en bloedschande, en proberen voortdurend iemand ook totjood te maken door hem de hemel en het eeuwige leven te beloven. Wanneer iemand echter tot hun geloof is overgegaan, kleden ze hem bijna geheel uit, opdat hij zich zo de hemel en het eeuwige leven koopt.
Hoofdstuk 51: Het verleden en de toekomst van de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar wanneer de ziel van een mens zich eenmaal behoorlijk in de donkerste nacht van haar zelfgeschapen wereldse waan bevindt, kan ook geen van de engelen van de hemel haar een andere richting geven zonder haar innerlijke vrije wil aan te tasten, en niemand kan dan zeggen: 'Zie, dat was dus de bestemming van deze mens!' Ja, het was ongetwijfeld wel een bestemming, maar die ging niet van God uit, maar van de mens zelf.
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Het zou dus een groot misverstand zijn om aan te nemen dat God al van eeuwigheid voorbestemd zou hebben dat dit alles, wat Ik jullie nu door de verschijnselen getoond en mondeling voorspeld heb, zo zou moeten gebeuren. O nee, dat is geenszins het geval! Maar toch zal alles zo gebeuren, omdat de mensen het zo willen, omdat het allergrootste en invloedrijkste deel van hen zich heel welbehaaglijk en met enorme hardnekkigheid vrijwillig in de totale nacht van de hel bevindt, en nu zelfs na Mijn geweldig machtige oproep deze nacht van de dood niet wil verlaten.
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen zei Nikodemus: 'Heer en Meester, ik ben van mening dat de twee verschijnselen wel eens behoorlijk ontnuchterend gewerkt kunnen hebben op de tempeldienaren en zij in het vervolg wel uit zullen kijken om de hand aan iemand te slaan; want ik heb in de tempel duidelijk gehoord hoe het volk de priesters, die zich hoogst ongemakkelijk voelden, voorhield dat God hen nu allemaal zou oordelen, omdat juist zij als priesters de meeste profeten tot Zacharias en Johannes toe gedood hebben! En zelfs de hogepriester zweeg en durfde het volk niets te antwoorden, toen het zijn gebrachte offers zonder omhaal van de tempel terug eiste, wat anders altijd als een grote misdaad beschouwd wordt. En omdat ik dat zelf nog gezien heb, ben ik van mening dat zij tegen U, o Heer en Meester, niet meer zo vol haat en zo opstandig zullen zijn. Zij zullen er wel voor oppassen om vijandig tegen U op te treden! Bovendien heeft de tempel in verband met het ius gladii* (*Zwaardrecht)van de kant van het hoge Romeinse gerecht bij monde van een overste een uiterst ernstige waarschuwing gekregen, en die zou hun wel eens voor altijd de lust kunnen ontnemen om ooit nog iemand zonder een Romeins vonnis ter dood te veroordelen.'
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Mijn allerbeste vriend, je hebt meteen op de eerste dag dat je hier kwam, Mijn legerscharen en Mijn macht gezien, en Ik hoef slechts één wenk te geven of talloze scharen almachtige engelen staan Mij ter beschikking, waarvan er één al voldoende zou zijn om de hele aarde en de hele zichtbare hemel in een oogwenk te vernietigen! Ik ben echter niet naar wereld gekomen om haar te oordelen en te vernietigen, maar alleen om haar van de ondergang te redden. En daarom moet Ik de wil van de mensen, hoe ze ook zijn, de vrije loop laten, zelfs wanneer zij zich aan Mijn lichaam willen vergrijpen; want als Ik daar tegenin ga met de goddelijke macht van Mijn wil, die Mij door de Vader gegeven is, dan doodt dat de ziel van ieder mens, en kan niemand denken aan een eeuwig leven na het afleggen van zijn lichaam en er nog minder aan geloven en erop hopen.
Hoofdstuk 51: Het verleden en de toekomst van de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Want meer dan wat Ikzelf nu doe, gedaan heb en nog zal doen, kan onmogelijk gedaan worden zonder de volkomen vrijheid van de menselijke wil aan te tasten en wiens ogen dan niet opengaan en wie zich daar dan nog niet naar richt, diens blindheid en onverzettelijke verstoktheid van hart zijn dan door geen enkel middel, waarvan iedereen kan zeggen dat het een waar en goed en zacht middel is, meer te genezen. In zo'n geval moet dan het gericht komen en als laatste middel werken. Maar opdat het gericht los kan breken, moet eerst de maat van het kwaad waardoor het veroorzaakt wordt, vol zijn, wat bij dit volk binnenkort -zoals ik gezegd heb -het geval zal zijn. Denk er dus nu niet al te angstig over na, want niet Ik, maar de mensen die niet te bekeren zijn, willen het zo!'
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar toch kan zo 'n mens zijn leven nog beteren en wel door de zeer kwalijke toestand waarin hij zichzelf door zijn verkeerde liefde gebracht heeft. Want de ziel van de mens begint pas over de oorzaak van haar beroerde en ongelukzalige toestand na te denken, als zij zich reeds door eigen toedoen in het harde gericht bevindt; en als de ziel eenmaal de oorzaak daarvan begint in te zien, zal zij ook gauw de wens in zich voelen opkomen, bevrijd te worden uit haar slechte toestand, en dan zal zij naar middelen gaan zoeken om zich uit dat harde gericht te bevrijden.
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] En als de ziel eenmaal die wens en wil in zich heeft, dan is zij ook in staat een licht in zich op te nemen dat haar van boven af door allerlei adequate middelen wordt aangereikt.
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358  ...