5587 resultaten - Pagina 346 van 373
... 334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 ...
[12] Maar voor Martinus maak ik een uitzondering. Hij was weliswaar onder jullie leiding een tijdje heel grof. Maar hij heeft zich gebeterd en zijn gesprek met mij was sedert aeonen van ondenkbare lange tijden het eerste gelukkige ogenblik voor mijn hart. Daarom zal hij door mij ook voor eeuwig hoog geacht blijven! En als er ooit iemand met mij iets zal kunnen beginnen, dan zal het Martinus zijn; maar jullie anderen kunnen je allemaal voor eeuwig de moeite besparen! Ga nu, ik zal echter blijven!'Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] SATAN zegt: 'De Heer moet doen wat Hij wil. Ik zal echter ook doen wat ik zal willen. Ik zal Hem en jullie allemaal tonen, dat de Heer wel met Zijn macht de hele oneindigheid als kaf kan verstuiven, maar mijn hart en mijn wil zullen eeuwig Zijn almacht en wijsheid de hardste, onoverwinnelijke tegenstand bieden. Doen jullie nu wat je wilt, en ik zal ook doen wat ik zal willen!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Daaruit kun jij als eeuwige leugenaar wel inzien, dat ik je heel goed zou kunnen vernietigen, zonder daardoor aan mijn bestaan ook maar een haartje afbreuk te doen. Dat ik dat echter niet doe, is niet zo zeer te danken aan mijn liefde voor jou of mijn angst voor jou, doch enkel en alleen aan de oneindige liefde en het geduld van de Heer, die ook in mijn hart woont.
Hoofdstuk 197: De woede van Satan - Martinus' vrees en de rust en duidelijkheid van Johannes - De onafhankelijkheid van de kinderen Gods van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Jullie zijn nu bekwame arbeiders in Mijn wijngaard geworden en dus zijn jullie ook een rechtmatig loon waard, dat je nu ten deel zal vallen. Ik weet en lees het ook duidelijk in jullie harten, dat Ik jullie allergrootste loon ben en jullie nooit iets anders zullen verlangen. Maar juist deze instelling van je hart maakt, dat jullie ook elk ander loon waard en daarvoor bekwaam zijn.
Hoofdstuk 202: Het loon van de overwinnaar - Het hemelse huwelijk als hoogste voleinding van de goddelijke orde - Over het wezen van de vrouw - Martinus' goede keus en overgave aan de wil van de Heer - Een wenk over het hemelse huwelijk - Martinus' hemelse missie als voleindigde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Mijn ordening die tot jullie hoogste voleinding dient wil echter, dat jullie voortaan niet buiten, maar binnen het hemelse huwelijk zult leven en werken. Om in alles volkomen te zijn, moet daarom ook ieder van jullie een vrouw hebben, opdat zijn wijsheid voor eeuwig een vaste grond zal hebben en het licht kan opnemen, dat in eigen hart aan de vlam der liefde ontstroomt.
Hoofdstuk 202: Het loon van de overwinnaar - Het hemelse huwelijk als hoogste voleinding van de goddelijke orde - Over het wezen van de vrouw - Martinus' goede keus en overgave aan de wil van de Heer - Een wenk over het hemelse huwelijk - Martinus' hemelse missie als voleindigde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Want een vrouw is als een vat, maar een geestelijk vat om het licht uit jullie harten op te nemen en te bewaren. Tegelijk echter is de vrouw een dienstmaagd in de levenskeuken van het hart en houdt het heilige levensvuur brandend in de haard, die ik in jullie harten heb gebouwd. En dus moeten jullie nu ook elk een vrouw nemen en helemaal één met haar zijn voor eeuwig. Martinus, Ik denk, dat jou dat niet onaangenaam zal zijn?'
Hoofdstuk 202: Het loon van de overwinnaar - Het hemelse huwelijk als hoogste voleinding van de goddelijke orde - Over het wezen van de vrouw - Martinus' goede keus en overgave aan de wil van de Heer - Een wenk over het hemelse huwelijk - Martinus' hemelse missie als voleindigde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Vol gelukzaligheid kust hij zijn hemelse vrouw en beseft nu, dat daardoor zijn liefde zich voor eeuwig met de wijsheid heeft verbonden. Beide loven en prijzen Mij nu als uit één hart en uit één mond. Want zo ontstaat uit de gescheiden Adam pas in de hemel weer een volmaakt mens, doch in een afzonderlijk, persoonlijk zalig wezen.
Hoofdstuk 202: Het loon van de overwinnaar - Het hemelse huwelijk als hoogste voleinding van de goddelijke orde - Over het wezen van de vrouw - Martinus' goede keus en overgave aan de wil van de Heer - Een wenk over het hemelse huwelijk - Martinus' hemelse missie als voleindigde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] MARTINUS bedankt uit het diepst van zijn hart voor deze opdracht, keert zich dan tot Uhron en Shonel en zegt: 'Lieve vrienden en broeders, jullie hebben nu met je ogen gezien en met je oren gehoord, wat de Heer Zelf heeft gedaan en gezegd. Jullie bede was echter - toen jullie het begrepen hebben, dat ze noodzakelijker is dan de dank -, dat de Heer en wij allemaal voortdurend in jullie midden zouden verblijven. De Heer heeft dit gebed met welgevallen aangehoord en zal alles toestaan, wat jullie grote liefde tot Hem en ons maar wenst. Maar dat spreekt vanzelf: alleen binnen en vanuit Zijn eeuwige orde!
Hoofdstuk 203: Toespraak van Martinus, de nieuwe beschermengel, aan zijn zonnegemeente - Uhrons goede antwoord aan Martinus - Zijn verzoek aan de Heer en Diens Amen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Onze lieve dochters door de Heer en door ons aan jullie gegeven, mogen ons hart in jullie zijn en onze tong van de diepste dank in jullie mond. Zo ver de stralen van onze wereld in de oneindigheid naar buiten dringen, zo ver klinke ook de lofzang, die wij altijd aan de Heer en aan jullie in Hem in de zuiverste harmonie zullen brengen!
Hoofdstuk 203: Toespraak van Martinus, de nieuwe beschermengel, aan zijn zonnegemeente - Uhrons goede antwoord aan Martinus - Zijn verzoek aan de Heer en Diens Amen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] De zon als planetair lichaam is zo gebouwd, dat ze in zichzelf eigenlijk uit zeven zonnen bestaat, waarvan er steeds één binnen in een grotere zit als de ene holle bol in de andere. En alleen de binnenste, die als het ware het hart van de zonneplaneet is, is weliswaar organisch, maar bezit toch van zijn oppervlak tot aan zijn middelpunt een vaste dichtheid.
Hoofdstuk 2: De zonnemens in het algemeen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Op dezelfde wijze lijkt ook de gehele mens op al die dingen. Wat is zijn hart in natuurlijk opzicht? Is het niet een centraalzon van het hele lichaam? En al die talloze zenuwen en vezels - nevenzonnen, enzovoort? De uiterlijke huid als omhulsel omspant het gehele levende organisme. Zou een mens echter zonder dit uiterlijke omhulsel kunnen bestaan, dat een goede en deugdelijke bescherming vormt voor het hele levenskrachtige innerlijke organisme van het lichaam van een mens alsook van ieder dier? - Hier hebben wij dus weer een overeenstemmend beeld van een hulsglobe!
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] Hetzelfde is het geval bij een planeet, en zonder die inrichting zou er ten eerste geen planeet denkbaar zijn, maar nog minder met zodanige eigenschappen, dat hij in staat zou zijn levensonderhoud te verschaffen aan een veelvormig leven. - Dit zou nog sterker het geval zijn bij een zon, die reeds een centraal punt van een heel planetair organisme is en dus eveneens een meervoudige omhulling moet hebben, zoals ook het hart in het menselijke lichaam - omdat haar organisme ten behoeve van de grotere werkzaamheid veel verscheidener en volmaakter moet zijn dan dat van een andere planeet. - En zo heeft ook zelfs ieder zonnestelsel, met een zon in het centrum, een eigen etherische omhulling, waarbinnen het hele stelsel beweegt, leeft en de delen ervan elkaar over en weer aantrekken, voortduwen en opwekken.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Wat zou er met dit lichaam gebeuren, wanneer men het deze zeer noodzakelijke, uiterlijke, etherische waterhuid zou afnemen? - Er zou precies hetzelfde mee gebeuren - en dus tenslotte ook met ieder afzonderlijk deel van dit grote zonnelichaam - als wat er zou gebeuren met een oog, wanneer men daar het uiterlijke hoornvlies van weg zou nemen, of van een ei de schaal, of van een plant de hele uitwendige bast, of van een dierlijk lichaam de huid of tenslotte van een planeet de uiterlijke korst. Datzelfde zou, zoals gezegd, het geval zijn bij een heel zonnelichaam, doordat het voor een deel zou vervloeien, voor een deel verdorren, voor een deel in het oneindige verstrooid raken, tenslotte helemaal ophouden te bestaan en zou vergaan. - Zo hebben we nu dus het bewijs geleverd, dat zo’n hulsglobe er als een volmaakt zonnelichaam noodzakelijkerwijs moet zijn en derhalve ook een innerlijk drijfveer, een hart of een algemene centraalzon moet hebben. En laat onze kritiserende natuuronderzoekers nu nog maar eens een poging doen deze theorie ook als een hypothese van geslaagde dichterlijke geaardheid af te schilderen.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[23] Waarlijk, Ik zeg jullie: Als Ik op de zon had gedaan wat Ik op aarde deed, zou haar licht van vreugde de hele oneindigheid gevangen genomen hebben! Maar de kinderen van de aarde, die Ik tot kinderen van Mijn hart heb gemaakt, die zijn in staat de Vader te ontvluchten en te verachten!
Hoofdstuk 20: Een tempel van het hogere type - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Als de gast dit allemaal voldoende met de allerdiepste aandacht van zijn hart bekeken, dal leidt de wijze hem van de heuvel iets naar beneden naar een kleine tempel. Daar binnen deze tempel is het graf te zien.
Hoofdstuk 22: De allerheiligste, zogenaamde brandende tempel. Diepere inwijding in de geheimen van de menswording van God en het kindschap Gods. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon