Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 346 van 1037

...  334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359  ...
[13] Waarom komt er dan niet eens een ergens aan gene zijde voortlevende ziel naar ons toe, die bijvoorbeeld tegen ons zegt: ik ben de aan gene zijde zeer gelukkig voortlevende Elia, Daniël, David of Jesaja? Ik zeg jullie: zoals de oude profeten en ook Mozes vergaan zijn, zullen ook wij vergaan samen met die nu zo beroemde profeet, die zelfs doden op schijnt te wekken, en de latere nakomelingen zullen van ons en van hem precies datgene erven wat wij van de oude profeten geërfd hebben. Al zal het geloof ook misschien vele eeuwen blijven bestaan met vele toevoegingen en vervalsingen, dan zal de levende ware overtuiging toch exact dezelfde zijn als die wij nu hebben over het voortleven van de ziel na de dood van het lichaam.
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Is deze aarde dan soms de enige wereld? Laten we kijken naar de sterrenhemel! Grote wijzen uit de oudheid en zelfs Mozes in zijn bij-boe ken, die wij nog wel hebben maar waaraan wij geen geloof schenken, hebben erop gewezen dat de zon, de maan en alle sterren werelden zijn, en dikwijls heel veel grotere dan die van ons; als dat echter zo is, dan zal het voor Gods wijsheid en macht ook wel niet zo moeilijk zijn om voor de zielen van de kinderen een andere en wellicht ook in veelopzichten betere leefwereld aan te wijzen, waarop zij dan hun levensvoltooiing zullen bereiken.
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Na deze toespraak ging Lazarus op Mijn bevel weer naar hen toe. Hij wist wat ze allemaal gezegd hadden, want Ik had dat aan iedereen verteld.
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Toen hij twaalf jaar oud was, kwam Hij met Zijn aardse ouders voor het voorgeschreven knapenexamen naar Jeruzalem, bleef drie volle dagen in de tempel en bracht door Zijn antwoorden en vragen alle oudsten, schriftgeleerden en Farizeeën in opperste verbazing, wat mijn vader, die zelfs vanwege de armoede van Zijn ouders het tamelijk hoge examengeld voor Hem betaald had, mij verteld heeft.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ook dat zullen de ouderen onder jullie zich nog zeker herinneren, alhoewel niet het feit dat Hij aan de woede van Herodes ontsnapt is en na drie jaar weer uit Egypte naar Nazareth is teruggekeerd.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Daarop zegt Lazarus: 'Hoe en waar Hij geboren is, en wat er bij Zijn geboorte allemaal is voorgevallen toen de oude, boosaardige Herodes dertig jaar geleden in Bethlehem zo veel onschuldige jongetjes van één tot twee jaar oud heeft laten vennoorden, omdat de drie wijzen uit het verre morgenland, door een ster hierheen geleid, hem gezegd hadden dat er in Bethlehem onder de joden een nieuwe koning geboren was, dat weten jullie allemaal even goed als ik; maar jullie weten niet, dat die nieuwgeboren koning der joden door goddelijke voorzienigheid en beschikking niet in handen van de wrede Herodes is gevallen, maar door Gods hulp en door bemiddeling van de toen nog jonge Romeinse hoofdman Cornelius veilig en wel naar Egypte en -naar ik meen -de oude stad Ostracine is ontsnapt, en pas toen de oude Herodes drie jaar later, opgevreten door de luizen, gestorven was, behouden en wel in de omgeving van Nazareth is teruggekeerd en daar in stille afzondering zonder enig noemenswaardig onderricht is opgegroeid en een volwassen man is geworden.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik ben er waarlijk, zoals jullie mij ook wel kennen, de man niet naar om een kat in de zak te kopen! Ik heb mijzelf er daarom ook heel nauwkeurig gedurende lange tijd en op verschillende plaatsen van overtuigd, wat voor iemand deze man nu eigenlijk was. En zie, hoewel ik toch ook goed thuis ben in de Schrift, vond ik nooit iets verdachts aan Hem, terwijl dat met de schreeuwerige magiërs zo vaak wel het geval was.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Toen ik meer dan een halfjaar geleden met Hem en Zijn destijds vele leerlingen naar Bethlehem trok, troffen wij daar voor de poorten van de oude stad van David een groot aantal bedelaars aan, omdat er een feest werd gehouden. Deze armen van beiderlei geslacht smeekten ons onder luid gejammer om een aalmoes. Het allerhardst riepen geheel mismaakte mensen, zonder handen en sommigen ook zonder voeten, en ik wilde hen dan ook naar mijn vermogen bedenken.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Over het leven aan gene zijde hebben jullie naar mijn beste weten wel vermoedens, maar nog lang geen zekerheid. De Heer, die nu onbegrijpelijkerwijs Zelf als mens onder ons verkeert, zou jullie het leven aan gene zijde kunnen tonen en jullie verzekeren van het toekomstige leven, en dat zou voor jullie toch zeker de grootste levenswinst zijn! Wat denken jullie daarvan?'
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wat zijn wijze woorden betreft, ook die jongeman sprak zeer wijs, als een heuse profeet, en onze mantels konden ons niet beschermen tegen zijn scherpe blik; en zo kunnen wij tot nu toe nog altijd zeggen: wonderdaden noch wijze woorden en leringen zijn voor ons afdoende bewijzen, dat de Galileeër naar volle ernst en waarheid de beloofde Messias is, van wie geschreven staat dat hij Jehova, de Heer Zelf is.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Onder de oude profeten waren er immers ook grote en kleine, maar noch Mozes, noch Elia was God. Ik heb je nu mijn mening heel duidelijk gezegd en jij kunt daarover oordelen naar eigen goeddunken, net als je maar wilt en kunt!'
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De eerste spreker zei nu weer: 'Beste vriend Lazarus, jij hebt heel juist geoordeeld, als het er met de wonderbare Galileeër in volle ernst zo voorstaat als jij ons vanuit je goed gefundeerde overtuiging meegedeeld en getrouw beschreven hebt; ook wij zijn overwegend de mening toegedaan, dat het met deze kwestie ook werkelijk zo gesteld is. Maarbij zo'n oneindig belangrijke zaak is het van onze kant als joden -het volk van God -zeer noodzakelijk om een nauwkeurig onderzoek in te stellen en eerst over veel dingen goed na te denken en te overwegen of er heimelijk op de achtergrond toch niet sprake is van iets, waardoor we uiteindelijk anders naar deze dingen moeten kijken dan iemand die zo totaal onder de indruk is van die wonderen, dat zijn gemoed en verstand er niet meer nuchter tegenover staan.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, zo is het mij, evenals ons allemaal, buiten al opgevallen hoe eerst die welbespraakte jongeman onze mantels enkel door zijn woord en wil zo bliksemsnel van ons afnam, dat het gebeurd was voor we er erg in hadden en ook niet wisten waar onze mantels gebleven waren. Verder kwamen toen die zeven mannen, naar hun uiterlijk te oordelen Egyptenaren of Arabieren; ze hoefden maar te wenken, of tot onze ontzetting stonden daar drie grimmige leeuwen! Kijk, dat zijn door mensen voortgebrachte won deren, wat niet te ontkennen valt. Wanneer nu die jongeman, die het ook niet aan wijsheid ontbreekt, van zichzelf zou beweren: 'Ik ben Christus; mijn wonderdaad bewijst jullie dat!', zou jij hem dan direct aannemen als wat hij beweert te zijn? Of als één van die zeven mannen hetzelfde over zichzelf zou beweren, zou jij hem dan soms geloof schenken? Hebben Mozes en de nadere profeten na hem, zoals wij in de Schrift lezen, niet ook grote wonderen gedaan hoewel zij toch geen Christus waren?
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Lazarus zei nu op heel vriendelijke toon: 'Naar aards menselijk verstand heb je heel waar en juist gesproken en kon je ook met recht en reden niet anders oordelen en spreken omdat jou, zoals ook je ambtgenoten, nog heel veel ontbreekt, om de zeer verheven Galileeër ten volle te erkennen als wat Hij ondanks jouw twijfels en zeer verstandig lijkende bedenkingen en tegenwerpingen niettemin is.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En Rafaël zei: 'Nu goed dan, dan kunnen jullie je in de ochtend weer naar de tempel begeven! Als jullie ambtsgenoten, die nu bijna zonder uitzondering boosaardige en duistere lieden zijn, vragen wat jullie te weten zijn gekomen, dan antwoorden jullie: 'Wij hebben ijverig gezocht en hebben nuttige dingen vernomen. Maar wij vinden het nodig om het onderzoek voor ons heil nog verder voort te zetten om alles wat nodig is, te weten te komen en zo goed mogelijk mee te delen. Daarom zullen wij ook vandaag het onderzoek voortzetten en pas weer in de raad verschijnen, wanneer wij alles vernomen hebben!'
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  334 - 335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359  ...