Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 347 van 1110

...  335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360  ...
[22] Mijn leerlingen zullen echter ook niet vasten zolang Ik als ware bruidegom van hun zielen in hun midden en bij hen ben; wanneer Ik echter niet langer zoals nu in hun midden en bij hen zal zijn, zullen zij ook wel met hun maag vasten, als de liefdeloosheid van de mensen hun weinig of vaak ook niets te eten zal geven. Maar zolang zij nu bij Mij zijn, zullen zij geen honger of dorst lijden. Hebben jullie dat nu allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Ik zei daarop: 'Handel dan zodanig, dan zullen jullie leven! Eet en drink nu, en verkwik en versterk je leden!'
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Kijk, jullie hele, meer dan schandelijke, leugenachtige verhaal werd erg goed gebracht en van tevoren heel netjes uitgedacht; maar jullie hebben daarbij vergeten dat Lazarus in staat is bij ieder mens ogenblikkelijk te doorzien wat hij eigenlijk heimelijk in de zin heeft. En dus heb ik jullie dan ook meteen doorzien en maar al te duidelijk ontdekt wiens geesteskinderen jullie zijn.
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Jullie hebben de grote tekenen in de afgelopen nacht wel gezien, die toch van dien aard waren dat zij het hart van ieder mens met grote angst moesten vervullen, maar jullie dierlijke harten bleven verstokt, en samen met jullie Hoge Raad hebben jullie de euvele moed reeds vandaag, op de eerste dag na die verschrikkelijke voortekenen, zonde op zonde te stapelen! Maar zal ik jullie ervan overtuigen dat ik niet ten onrechte tegen jullie gezegd heb, wat ik heb gezegd!'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Lazarus zei heel ernstig: 'Jullie weten dat ik vroeger een trouw aanhanger en een steunpilaar van de tempel was; maar door de hebzucht, die ten opzichte van mij steeds maar toenam, wilde de tempel tenslotte vrijwel alles van mij afnemen en mij volledig tot de bedelstaf brengen. Toen al mijn tegenvoorstellen, hoe redelijk en verstandig ook, niets meer uithaalden, bleef er voor mij niets anders over dan helemaal het Romeinse burgerschap aan te nemen en mij volledig onder Romeinse bescherming te stellen, om veilig te zijn voor de hand over hand toenemende vervolging van de tempel, zodat ik nu iedere aanval van de kant van de tempel met het zwaard van Rome af kan slaan. Als jullie me ook maar met één gewelddadige vinger van de tempel zouden aanraken, staan jullie morgen voor de onverbiddelijk strenge Romeinse rechters en zouden jullie waarschijnlijk met de dood bestraft worden, denk daar maar goed aan; want zo staat het in mijn Romeinse beschermbrief. Ik zei dit jullie alleen maar vooraf om over de eigenlijke zaak wat makkelijker met jullie te kunnen praten.
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Jullie zeiden datje uit de omgeving van de oude stad van David komt, - maar in werkelijkheid komen jullie van hier, en iedereen weet dat jullie de meest omkoopbare dienaren zijn van de heers en hebzuchtige Farizeeën! Met welk recht en om welke reden trachten jullie mij dan zo ontzettend te beliegen? Jullie doen alsof je op zoek bent naar een zekere Jezus van Nazareth, en je hebt zwaarden en touwen bij je om die profeet zo mogelijk op te pakken en hem meteen te wurgen of voor jullie Hoge Raad te slepen. Is dat een manier om zo hier bij mij, Lazarus, te komen? Wacht maar, die duivelse vermetelheid van jullie zal je als lesje voor jullie zelf en ook jullie Hoge Raad duur te staan komen! Samen met de Hoge Raad zijn jullie de meest goddeloze vervolgers die er zijn, en deze brutaliteit is te erg om als Romeins burger ongestraft te laten!
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Zeg mij welke duivel jullie opdracht heeft gegeven mij, Lazarus van Bethanië, die toch door ieder mens gekend en geacht wordt, tot verrader te maken van een mens met goddelijke gaven, de allerbeste, eerlijkste mens die ik ken! Een vijand van mijn huis heb ik dat nog nooit aangedaan en zou ik dat dan de beste en onschuldigste mens aandoen, omdat Hij jullie boosaardige leugenpolitiek wat al te veel in de weg staat, en de door jullie van God afgedwaalde mensen weer tot God terugbrengt, en hen weer bekendmaakt met de al zo lang ontbeerde waarheid? Spreek op, ellendelingen! Waarom hebben jullie me dat aangedaan? Wie zei jullie dat ik het best zou weten waar de heiland uit Galilea zich ergens zou kunnen ophouden?'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Toen zei Rafaël: 'Goed dan, omdat jullie het op mijn kracht willen laten aankomen, die jullie erg nietig dunkt, zal ik ook die kracht gebruiken en zeg ik: Weg met jullie mantels, die jullie zwaarden en touwen voor ons verbergen!'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Daarop zei Lazarus: 'Willen jullie nu ook nog beweren dat jullie Bethlehemieten zijn, en dat jullie hier gekomen zijn om te vernemen waar de Heiland uit Nazareth zich bevindt, om hem te volgen en zijn leerlingen te worden? Mooie leerlingen zijn jullie, die met touwen en zwaarden volgen, en die op hun kleding het kenteken dragen van de knechten en gerechtsdienaren van de tempel en de Hoge Raad! Wat denken jullie nu te doen? Jullie zijn in mijn macht en deze jongeman is in staat om jullie allemaal net zo te vernietigen als hij jullie armzalige mantels vernietigd heeft! Daarom vraag ik jullie nog één keer: Wat zullen en willen jullie nu doen?'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Lazarus zei: 'Scheur dan die kwade kentekenen van jullie kleren en ga naar de omgeving van Bethlehem, waar ik ook een groot grondbezit heb, treed daar in mijn dienst, dan zullen jullie beter beloond worden dan in de tempel! Om te zorgen dat jullie daar door mijn zaakwaarnemer aangenomen worden, krijgen jullie van mij een bewijs van indienstneming, waarvoor mijnjonge vriend hier meteen zal zorgen.'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Er zijn echter nog een aantal zeer domme en kwaadaardige uitspraken over het ontstaan en het doel van die zuil gedaan, maar dat te vertellen zou jammer zijn van de tijd, omdat niemands ziel daar bij zou winnen. Ik wil jullie nu liever vooraf iets vertellen over de ontvangst van de Hoge Raad bij Nikodemus en wat de afgevaardigden daar zullen bereiken. Voor een beter begrip zal Ik het heel in 't kort zo vertellen alsof het al gebeurd is. Luister dus!
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Daarop zegt Nikodemus: 'Dat heb je heel goed gezien! Maar in dit geval moeten we erg oppassen, want het zijn de sluwste vossen van de tempel. Blijven jullie hier, dan zal ik hen als heer des huizes met het vriendelijkste gezicht van de wereld tegemoet gaan, - want als ik dat niet zou doen, zouden zij mij dat meteen als een groot vergrijp tegen het aanzien van de tempel aanrekenen!'
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Nikodemus gaat nu vlug de naderbij komende mannen vriendelijk tegemoet en groet hen volgens het gebruik van de tempel, welke begroeting ook zij meteen beantwoorden. Als allen nu bij elkaar zijn, vraagt onze Nikodemus hun meteen waarom hem deze eer te beurt gevallen is.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Nikodemus zegt: 'Alleen maar de oude rabbi, Jozef van Arimatea en een paar Romeinen, die hier, zoals jullie weten, mijn buren zijn, en die bij deze gelegenheid toch niet overgeslagen mogen worden. Verder is ook mijn familie hier om zich wat te herstellen van de schrik van de afgelopen nacht. Dus allemaal mensen die jullie kennen!'
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Nu gaan ze het huis binnen en worden door Nikodemus met de gebruikelijke egards naar het aanwezige gezelschap gebracht, dat hen ook heel vriendelijk en eerbiedig begroet en verwelkomt, en hun aan tafel ook meteen de beste plaatsen geeft, -iets, wat de Farizeeën erg belangrijk vinden, zoals jullie zelf ook wel weten. In zilveren bekers wordt hun nu meteen de beste wijn aangeboden met brood en eieren en zout. Ze eten en drinken er nu flink op los, wat ook een bekende deugd van de Farizeeën is; want de tempeldienaren houden erg van flinke eet en drinkgelagen.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  335 - 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360  ...