Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 348 van 1110

...  336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361  ...
[23] Maar omdat ze nu de wijn behoorlijk aangesproken hebben, komen hun tongen los, en een van de Farizeeën zegt: 'Nu we geheel gesterkt zijn, zullen we jullie de verschillende redenen van onze persoonlijk komst hierheen zonder enige terughoudendheid vrijuit meedelen, en dan kunnen jullie naar beste weten, willen en geweten je mening daarover geven.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Toen jullie nog voor de middag vanwege enkele meningsverschillen de Hoge Raad verlieten - waar jullie als Oudsten ook het volste recht toe hebben -, werd daarna nog over het één en ander beraadslaagd, en natuurlijk het meest over de rustverstoorder uit Nazareth.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Nu hebben jullie weer twintig van je beste gerechtsdienaren op hem af gestuurd. Waar zijn ze? Hen heeft beslist hetzelfde lot getroffen als het merendeel van degenen die door jullie uitgezonden werden om hem op te sporen! Ik vraag je: Wees toch verstandig en houd er mee op een man te achtervolgen die jullie, zoals uit ervaring blijkt, niets kunnen doen, maar die ons daarentegen volledig kan vernietigen, zonder dat wij ons ook maar in het minst tegen hem kunnen verweren. Niet met woorden en nog minder met touwen kunnen jullie hem vangen. Waarvoor dan jullie beraadslagingen en al die rusteloze moeite?
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Na een poosje diep nagedacht te hebben, zegt hij (Nikodemus) nu: 'Ja, beste vrienden, dat is iets waarover ik moeilijk iets kan zeggen, en nog moeilijker raad kan schaffen. Jullie hebben immers zelflaatst in de tempel meegemaakt en gezien dat de Nazarener, toen jullie hem wilden stenigen omdat hij gezegd had dat hij er eerder was dan Abraham, midden in de tempel totaalonzichtbaar werd, waarop jullie je stenen weer weg moesten leggen! Ik heb alles heel rustig overdacht en na rijp beraad vastgesteld, dat er bij zo iemand voor wie niets onmogelijk is -daar heb ik mijzelf van overtuigd, en moest me daar ook als burgemeester van de stad van overtuigen -, met geweld helemaal niets te bereiken is. En omdat ik veel weet wat jullie niet kunnen weten, zal ik mij er wel wijselijk voor hoeden om ook maar ooit iets vijandigs tegen zo'n man te ondernemen. Mijn raad in deze is dan ook: helemaal niets vijandigs tegen die man doen, maar de hele zaak rustig af te wachten om te zien wat er tenslotte nog allemaal uit voort zal komen.
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De vonk waar ik mij niet aan brand, vernietig ik niet. Jullie hebben heel terecht het vermoeden uitgesproken, dat de tekenen van de afgelopen nacht waarschijnlijk door de Nazarener bewerkstelligd zijn, en ik zeg jullie dat ik dat vannacht direct al dacht. Maar nu dat waarschijnlijk zo is, vraag ik jullie in alle redelijkheid waartoe die blinde vervolgingswoede ten opzichte van deze Nazarener tenslotte moet dienen. Hij zal jullie daarentegen met zijn onbegrijpelijke macht in nog grotere verlegenheid brengen dan tot nu toe al het geval was, terwijl jullie hem niets kunnen doen, waarvan je je nu al bijna twee jaar lang hebt kunnen overtuigen. Hoeveel geld en mensen hebben jullie al niet zijnentwege opgeofferd! En wat hebben jullie daarmee bereikt? Je bent nu nog net zo ver als twee jaar geleden!
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Toen jullie daar buiten door mijn velden liepen, zullen jullie een zuil hebben gezien, waaraan beslist nooit een mensenhand gewerkt heeft. Wie anders dan ongetwijfeld de Nazarener heeft die ergens vandaan daarheen gebracht; want hij was er eerst niet, - en vanmorgen stond hij er! Menselijke krachten hebben hem er beslist niet neergezet! Als dat zo zou zijn, dan zou rondom de zuil alles platgetreden zijn; want het neerzetten van zo'n geweldige zuil zou honderden mensenhanden vereist hebben. Als nu de Nazarener zonder enige twijfel zulke dingen kan doen -slechts door het te willen - wat willen jullie dan met al jullie macht en kracht tegen hem beginnen?
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Of het bij hem nu zo is dat hij dat allemaal doet door een innerlijke kracht of door een nieuw soort magie, dat maakt niets uit; want wij kunnen hem op geen enkele manier bestrijden. Het is jullie dus geraden verder geen strijd met hem aan te gaan, anders kunnen wij nog allemaal jammerlijk aan ons eind komen. Ik zal er wel erg voor oppassen ooit nog iets tegen hem te ondernemen. - Dat raad ik jullie nu openlijk aan, en ik vraag de beide Romeinen hier of ik gelijk heb of niet.'
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen wij bij een nauwe en moeilijk te passeren plaats van de Nijl kwamen, kwam de voornoemde man, die heel weinig aan had, uit een grot en ging voor ons staan. Zijn gestalte viel ons allen op, en zijn blik verlamde ogenblikkelijk dermate onze voeten dat we geen stap meer voor of achterwaarts konden zetten. Hij sprak ons in goed Grieks aan en zei: 'Wat zoeken jullie hier in deze woeste verlaten streek?'
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Jullie zijn echter allang geen mensen meer, maar pure mensenlarven die zich van ijzeren wapens moeten bedienen om zich tegen een vijand van buitenaf te verdedigen, en toch hun grootste vijand, de zinnelijke hartstochten van hun lichaam, niet kunnen overwinnen, opdat de geest in hen wakker, vrij en machtig kan worden.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De man zei: 'Dat land is nog vele dagreizen hier vandaan als men zich voortbeweegt zoals jullie dat doen; maar mij is dat natuurlijk in een veel kortere tijd mogelijk, omdat mij natuurkrachten ter beschikking staan die jullie niet kennen. Maar ik zeg jullie, veroveringszuchtige Romeinen, dat jullie, zolang ik hier de wacht houd, dat land, dat nog volkomen gelukkig en onschuldig is, nooit zullen betreden. Ook al waren jullie met nog duizendmaal meer mensen dan je nu bent, dan zouden jullie, zoals dat ook nu het geval is, tegen mijn wil toch geen stap verder kunnen doen! Ik raad jullie daarom aan, om te keren en terug te gaan naar waar je vandaan bent gekomen, anders laat ik je hier vastgenageld staan en dan zullen mijn leeuwen en adelaars zich voeden met jullie vlees.'
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Wat hebben jullie aan dit uiterlijke leven als je daarmee je innerlijke geest niet wakker, vrij en machtig weet te maken! Een mens wordt pas een mens als hij zichzelf in zijn geest heeft gevonden; maar bij jullie levenswijze gaat dat eeuwig niet, omdat jullie je daarmee alleen maar steeds verder van het doel, een waar mens te worden, verwijderen, in plaats van er ook maar iets dichterbij te komen.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ja, er duiken ook bij jullie van tijd tot tijd nog wel mensen op die zich op de juiste weg bevinden, al hebben ze het doel nog niet volledig bereikt; maar die onderdrukken en vervolgen jullie overijld en woedend, en daarom kunnen zij het doel niet volledig bereiken, en jullie blijven geestelijk volkomen dood, en na een kort, moeizaam aards leven, sterven jullie uiteindelijk als dieren, en jullie lot is dan de eeuwige dood.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Jullie denken nu in je grote levensblindheid dat ik, een teruggetrokken levende Egyptische wijze, jullie dat zo maar vertelom mijn aanzien bij jullie te verhogen; maar ik zeg het omdat jullie je heel erg vergissen. Om echter te laten zien dat ik de volle waarheid heb gesproken, en dat een echt mens door de wil van zijn innerlijke geestelijke mens tot meer in staat is, zal ik jullie nu, opdat jullie je op de terugweg met diepere gedachten bezig kunnen houden, enige proeven van de ware levenskracht van een waar mens laten zien.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Zien jullie die reuzenarend daar hoog in de lucht! Ik wil dat hij hier voor mijn voeten neerstrijkt en doet wat ik hem op zal dragen! Kijk, als een pijl schiet hij uit de hoogte naar beneden, - en daar is hij al!' Wij stonden bij dit gebeuren als versteend, en de man beval de grote arend hem een edele vis uit de Nijl te brengen.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Toen zei de man: 'Kijk, zo dient ook de stomme natuur de mens! Maar ik zal jullie nog verder laten zien hoe een waar mens heer van de hele natuur is! Jullie hebben nu de vis gegeten die deze arend voor ons uit de Nijl heeft gehaald en die daarna op deze stenen plaat gebraden is; maar nu kijk je rond en vraagt jezelf af wat ik behalve het troebele Nijlwater wel te drinken heb. Ook dat zal ik jullie laten zien. Kijk eens hoe droog en verhit deze rots is door de gloed van de zon, en toch zal hij ons meteen een grote hoeveelheid heerlijk fris water geven! Ik wil het, en -daar is al water in overvloed om te drinken! Ga je dorst maar lessen!'
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361  ...