5587 resultaten - Pagina 348 van 373
... 336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 ...
[14] Wanneer iemand soms ook maar een kleine beetje tegen deze wet heeft gezondigd, wordt hij direct met de grootste liefde en zachtmoedigheid vermaand, doordat de huisvader tegen hem zegt: ‘Kijk, mijn lieve zoon! Je hebt jezelf in je hart enigszins vergeten, en je hebt niet bedacht dat de broeder, die jou om een kleine dienst vroeg, evenals jij een eeuwige geest in zich draagt. Deze geest is een levende geest uit God en is een deel van Zijn oneindige liefde, die oneindig en eeuwig in gelijke mate van Hem uitgaat. - Wat voor groters kunnen wij nu doen, en wat zou de grote, lieve en goede Heer van hemel en aarde welgevalliger zijn, dan dat wij Zijn oneindige liefde in al onze lieve broeders herkennen en hen daarom achten en liefhebben uit de grond van ons hart, omdat zij evenals wij delen van de oneindige liefde van God zijn!? - Wij hebben immers geen andere wet dan: heb de liefde lief! - Onze broeders zijn echter toch net als wij: liefde uit God. Hoe zouden we hen dan niet liefhebben en niet met de grootste vriendelijkheid en graag alles doen, waarvan wij maar kunnen zien dat zij het van ons nodig hebben!? Er zijn immers toch al weinig gelegenheden om onze geliefde broeders en zusters te dienen. Maar wanneer wij zelfs op deze weinige gelegenheden geen acht slaan, hoe staat het dan met onze liefde voor God, die ons met Zijn oneindige liefde overal voorkomend helpt?’Hoofdstuk 38: Karakter en manier van leven van de bewoners van het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Het gezicht en in het algemeen de hele voorkant van de mens stelt de waarheid voor; de rugzijde van ieder mens echter de leugen. - Omdat deze mensen nu de leugen als de ondeugd beschouwen, die een mens het meest vernedert, en zij uit grote liefde voor hun broeders altijd de volle waarheid spreken en er absoluut niets onwaars bij hen is, willen zij zelfs dat deel van hun lichaam nooit aan een zeer geliefde broeder tonen, dat met de leugen overeenstemt, zij het ook slechts zinnebeeldig. Want zij zeggen: De ene broeder moet voor zijn andere broeder niets hebben dat zo geheim is, dat hij het voor hem zou moeten verbergen; maar niemand kan met zijn rug aan zijn broeder tonen wat er in zijn hart omgaat. Wie nu zijn broeder zijn rug toont, probeert zijn hart voor hem te verbergen. Maar wie tegenover zijn broeder altijd open en hartelijk wil zijn, dient steeds zijn rug van het aangezicht van zijn broeder af te keren, opdat deze nooit ook maar de minste aanleiding zou hebben om van zijn broeder te geloven dat deze iets achterhoudt, wat hij zijn broeder niet kenbaar wil maken. Als nu de allerliefdevolste, enige Heer van hemel en aarde tegenover ons mensen en al Zijn schepselen reeds zeer zorgvuldig vermijdt hun Zijn rug toe te keren in plaats van Zijn allerheiligst aangezicht, waaruit wij het eeuwige leven en alle wijsheid ontvangen - waarom zullen wij mensen onder elkaar dan niet in acht nemen, wat de allerlefdevolste, enige Heer van hemel en aarde vanuit Zijn eeuwige en eindeloos wijze orde tegenover ons mensen en tegenover alle schepselen in acht neemt?!
Hoofdstuk 39: Algemene leefregels. Sociale verhouding tussen man en vrouw - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[24] Een egocentrisch mens lijkt op een punt, dat reeds door onze kracht vernietigd wordt. Wat zal er dan wel niet met hem gebeuren tussen de vingers van de goddelijke levenskracht? - Maar wanneer wij ons hart wijder maken door liefde voor onze broeders en zusters, dan maken wij - door levende, individuele punten in onszelf samen te trekken - onze eigen innerlijke wereld groter (en dat doet de liefde voor onze broeders en zusters allemaal) en vormen zodoende een krachtig orgaan om steeds grotere krachten op te nemen. Als dit orgaan overeenkomstig Gods wil volmaakt gevormd is, evenals de uiterlijke wereld die ons draagt, dan zal het ook het vermogen krijgen de volheid in zich op te nemen van de hogere krachten, die uitgaan van de oereeuwige, eindeloze volheid van de goddelijke levenskracht.
Hoofdstuk 42: De religie van de bewoners van het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Ze zijn buitengewoon kuis en betonen hun achting voor hun buitengewoon mooie vrouwen enkel in hun hart.
Hoofdstuk 43: Het vijfde gordelpaar, overeenstemmend met Saturnus. Het land en de mensen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Kijk, dat is het gehele geestelijke wezen van de religie van de bewoners van deze gordel; echter zeker niet alleen in woorden, maar altijd volkomen ernstig in daden. - daarom is het voor alle bewoners van deze gordel ook de hoogste zaligheid om de tempel te kunnen bezoeken en God daar de eer van hun hart te geven.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] De belangrijkste regel luidt dus: Achting om achting, liefde om liefde en vriendschap om vriendschap! - Op deze regel volgt een tweede, en deze luidt: Oog om oog, hand om hand en hart om hart! - Een derde regel luidt: Stap om stap, oor om oor en gang om gang! - Naar deze aangegeven regels richt iedereen in het huis zich.
Hoofdstuk 63: Huiselijke betrekkingen, goede sociale leefregels, muziek en muziekinstrumenten op Miron - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Zodoende is iedereen op de grondslag van wederzijdse achting door de band van wederkerige liefde verbonden, die zich uitdrukt in wederkerige, buitengewoon zoete vriendelijkheid. - Daarmee is echter ook aan alle overige regels voldaan. Want ‘oog om oog’ wil onder zulke beminnelijke omstandigheden toch zeker zeggen: samen zien, gelijkgezind van hart zijn en elkaar met de handen ondersteunen, en verder ook elkaar graag de voeten lenen, graag naar elkaar luisteren en graag daarheen gaan, waar de ander gaat.
Hoofdstuk 63: Huiselijke betrekkingen, goede sociale leefregels, muziek en muziekinstrumenten op Miron - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Wanneer de jonge mannen weer van de tempelscholen naar huis terugkeren, moeten ze tegenover de zittende patriarchen examens afleggen over de bekwaamheid, die zij zich in de tempelscholen eigen hebben gemaakt. - Als volmaakt bevonden worden, kunnen ze direct trouwen en een woning voor zichzelf betrekken, waarvan er voor zulke doeleinden in zo’n groot woongebouw natuurlijk een groot aantal in voorraad zijn. - Als ze niet volmaakt worden bevonden, moeten ze het zich weer laten welgevallen om nog een keer een niet zo heel welkom bezoek te brengen aan de behoorlijk strenge leraren in de tempel. Dat bezoek staat noch de leraren noch de terugkomende leerlingen aan, omdat vooral de leraren zich bekritiseerd voelen, wanneer patriarchen niet tevreden zijn over hun leerlingen. Om die reden worden de leerlingen dan ook niet op de meest voortreffelijke wijze door de leraren ontvangen en wordt het herhalingsonderwijs ook altijd aanzienlijk onbarmhartiger gegeven dan het eerste. - Maar omdat zulke leerlingen dan gewoonlijk aanzienlijk vlijtiger zijn dan diegenen, die voor de eerste keer op de tempelschool zijn, gebeurt het niet zelden dat zulke zeer bekwame recidivisten metertijd zelf aanstaande tempelleraren worden en er zodoende dus met een niet al te bezwaard hart het beste van maken. Want de bewoners van de tempel, en met name de leraren, genieten een buitengewoon groot aanzien, om welke reden zo iemand dan ook liever in een klein huisje in de reeds bekende tuin van de tempel woont dan dat hij een vooraanstaande patriarch in een woonhuis is.
Hoofdstuk 51: Huisregels, maatschappelijke en religieuze instellingen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Ten eerste: Omdat God de Allerhoogste is, moeten wij de allerlaagsten zijn. - Ten tweede: Omdat God als enige almachtig is, moeten wij altijd onze machteloosheid tegenover Hem belijden. - Ten derde: Omdat God vol van de hoogste eer is, moeten wij altijd vervuld zijn van de diepste deemoed. - Ten vierde: Omdat God boven alles heilig is, moeten onze knieën altijd voor Zijn naam buigen. - Ten vijfde: Omdat alleen God alle dingen toebehoren, mogen wij ons die nooit toe-eigenen en moeten wij Hem altijd dankbaar zijn voor iedere gave, ook al is het maar een enkele druppel water; want ook een druppel water kan de mens niet scheppen. - Ten zesde: Om dat alleen in God alle kracht en macht is, moet iedereen weten dat ook zijn kracht uit God is en dat dus ook niemand iets zonder God kan doen; degene aan wie God echter Zin kracht schenkt, kan alles. God zal niemand de afgesmeekte kracht onthouden, wanneer hij die alleen tot Zijn eer wil aanwenden. - Ten zevende: De grootste eer, die wij God kunnen betuigen, is dat wij elkaar wederzijds liefhebben en achten, en wij in Zijn heiligdom vanuit deze liefde en achting en in alle deemoed van ons hart Hem Zelf durven liefhebben.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] De muziek van de geest moet immers altijd overeenstemmen met de diepste innerlijke lof, die een geest Mij vanuit zijn meest innerlijke, hemels diepte weet te brengen - zoals ook de ‘man naar Mijn hart’ en nog andere bezingers van Mijn eer hebben gedaan en zoals alle engelengeesten van de hemelen altijd doen. - Maar als de muziek beoefend wordt zoals bij jullie, zou het voor heel veel musici beter zijn als ze op de openbare feestelijke gelegenheden met ratelslangen musiceerden in plaats van met hun mooi klinkende muziekinstrumenten, waarvan de klanken, in de geest bij elkaar genomen, niets anders zijn dan een machtige oproep op de bazuin van satan tot de eeuwige dood! - Maar genoeg daarover! - Want tot wat voor ontaarding de muziek tegenwoordig bij jullie gekomen is, weten jullie toch wel.
Hoofdstuk 67: Levensomstandigheden en geestesgesteldheid van de bewoners van het zevende paar gordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Het minst vallen de verschillen op op de binnenste, compacte zon, die in zekere zin het hart van de zon vormt. - Vanuit dit hart stromen deze geestelijke wezens in allerlei vormen tot aan de bovenste zon - zoals het bloed vanuit het hart tot in alle delen van het lichaam stroomt, de voedende elementen overal afgeven en dat wat niet meer voedt weer terughaalt.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Maar ook al zijn de wanordelijke geesten tot het oppervlak van de zon doorgedrongen, dan gebeurt het niet zelden, ja over het algemeen constant, dat ze daar onder allerlei vormen weer moeten terugkeren - en wel via de polen. Op deze wijze worden ze dan weer met het hart van de zon verenigd en beginnen daar na lange tijd weer op ordelijke dan wel wanordelijke wijze uit te gaan en op te klimmen.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[48] Opmerking: Deze vermelding, die schijnbaar vorige mededelingen over de manen van Miron tegenspreekt, was voor de schrijfknecht van de Heer, Jakob Lorber, aanleiding tot de volgende bede: ‘O mijn zeer geliefde Heer en heilige Vader in Jezus! Ik arme, waardeloze zondaar en trage, onoplettende knecht vraag U uit de grond van mijn hart of U mij weer uit een verlegenheid wilt helpen! - Kijk, zoals U bekend is en altijd geweest is, heeft zich in het dictaat over de zon een kleine tegenstrijdigheid in getallen voorgedaan, en wel bij de laatste planeet waarover aanvankelijk in de inleiding gezegd is dat die slechts drie manen heeft; nu, bij de specifieke behandeling van dit hemellichaam wordt er echter gezegd, dat het tien manen heeft! - Hoe moet dat opgevat worden? - Hier sta ik, Heer en Vader, voor U en belijd vanuit mijn diepste innerlijk dat een dergelijke tegenstrijdigheid van getallen mij nog nooit van de wijs heeft gebracht; want ik weet maar al te goed en zeker, dat in U alles uiteindelijk opgelost wordt en tot de mooiste evenwichtige harmonie komt; maar zo is het niet bij iemand anders, die U, o Heer en Vader, heel goed kent. - Deze persoon heeft de scherpe schoolse punten van zijn verstand nog niet door een deemoedig en aan U overgegeven geloof stomp gemaakt, en één gesproken woord is al voldoende om zijn geloof te doen wankelen en mij, arme knecht, van bedrog te verdenken! - Geef, o Heer, vanwege deze man mij dus nu al de oplossing van deze getalstegenstrijdigheid, of leid mij er veilig vandaan, aangezien ik constant het gevaar loop om van bedrog in Uw naam verdacht gemaakt te worden, en geef deze genade aan iemand anders, maar laat mij Uw enige liefde en erbarmen! Want op deze manier ben ik niet veilig voor de strikken van de wereld. - help mij dus op de ene of andere manier. - Als ik voor dit heilige ambt van Uw grote genade te zwak ben, sterk mij dan in alles of zet iemand anders op mijn plaats. Want werkelijk, deze taak is mij al tot een grote last geworden, aangezien die een waarlijk groot en zwaar kruis is! - Maar zoals altijd geschiede ook deze keer Uw heilige wil. Amen’. De knecht kreeg het volgende, voor menig verstandelijk criticus betekenisvolle antwoord: ‘Schrijf dan, Zoon van Adam, die nog vuur van de hemel roept, wanneer je bekritiseerd wordt, om welke reden jij op oude gronden een ware Jakob bent! Kijk naar Mij: wat hebben de mensen al allemaal niet van Mij gemaakt! Hoe vaak ben Ik niet een bedrieger, een volksopruier, een Israëlitische leegloper, vagebond, zonderling, dwaas, een tovenaar, ja zelfs een dienaar van Beëlzebub genoemd!? - Ja, zelfs in deze tijd vergaat het Mij op aarde geen haar beter; men hoont en bespot Mij allerwegen, lacht Mij uit, of men loochent Mij helemaal en vernietigt daardoor tevens zeker tot de laatste letter Mijn woord en derhalve ook al Mijn genade en erbarmen. Waar Ik eventueel nog voor de schijn gediend wordt, hoef Ik je niet nader te beschrijven hoe zo’n dienst op zichzelf merendeels in elkaar zit; want dat weet je voor het grootste deel al! - En zie, toch laat Ik geen zwavel en vuur uit de hemel regenen! Wees ook jij dus zachtmoedig en bescheiden, en wees altijd vol liefde, zachtmoedigheid en geduld tegenover jouw broeders en zusters, dan zul je meer bij hen bereiken dan door zwavel en vuur uit de hemel! Als A.H.W. hier en daar tegen sommige dingen bezwaar maakt, hoeven we daarom nog niet boos op hem te worden; hij doet het immers niet om jou verdacht te maken, maar alleen ter wille van het licht. Daarom, Mijn Jakob, nog geen vuur uit de hemel dus! Ook is het niet nodig dat jij Mij daarom het ambt van genade wilt teruggeven, maar ga maar gewoon door; het juiste licht over iedere uiterlijk schijnbare tegenstrijdigheid zal op de juiste tijd en de juiste plaats wel doorbreken. Want als dat eerste onberispelijk geweest zou zijn, zou er geen ruimte voor iets anders gezocht worden! - Dat moet je goed begrijpen - en ook er ook acht op slaan waarom het Oude Testament bekritiseerd en er een Nieuw voor in de plaats werd gezet! - Zo is het hier dus ook. Drie korrels worden er in de aarde gelegd, die tienvoudige vrucht opleveren. Waarom niet drievoudig? Waarom moeten de drie gegeven korrels eerst in de aarde uitgebreid bekritiseerd worden, ja waarom te gronde gaan, om de nieuwe tien kinderen een vrije groei te schenken? Bij jullie spreken drie en tien elkaar weliswaar tegen, vanwege jullie hardheid, maar zo is het niet bij Mij; want in Mijn rijk zijn duizend als één en één gelijk aan een aantal van oneindig velen! - Wacht ook jij dus maar geduldig af, en vertrouw Mij, dat Ik echt allerhoogst wijs ben, dan zal op de juiste plaats wel blijken waarom er in het eerste bericht drie en in dat vandaag, als het ware het nieuwe bericht, tien manen staan! - Maar om te zorgen dat jij niet weer onnodig vurig wordt, zeg Ik je nu al dat er bij de onthulling en over de zon nog enkele tegenstrijdigheden over de gesteldheid voorkomen en zelfs nóg enkele zullen voorkomen. Maar als de zon af zal zijn, zullen alle tegenstrijdigheden opgelost worden! Daarom moet jij niet vurig en A.H.W. niet angstig worden. Want wat jij ontvangt is Mijn zaak, en Ik zal er wel in alle opzichten voor weten te zorgen dat die wordt zoals ze moet zijn; maar jij doet genoeg als je Mijn wil vervult! - Laat iedereen met zijn wereldse verstand maar lekker ver van Mijn gave blijven - anders lijkt hij op zaad, dat uit de hand van de zaaier op doornen en distels viel. Want in het verstand wonen allerlei zorgen. - Wie dus Mijn woord met zijn verstand in plaats van met zijn hart afmeet, zal de vruchten van Mijn zaad waarschijnlijk nooit oogsten. -Bij Matteüs (28: 1-7) komen er twee vrouwen naar het graf; er vindt een aardbeving plaats, er verschijnt een engel die de steen van het graf wentelt, erop gaat zitten en de twee vrouwen over Mij informeert. - Bij Markus (16: 1-7) komen er drie vrouwen, die zich zorgen maken vanwege de steen; deze wordt door een onzichtbare macht weggehaald, daarna gaan ze het graf binnen, zien daar een jongeman met een wit kleed aan de rechterkant zitten, die hen troost en inlichtingen over Mij geeft! - Bij Lukas (24: 1-7) komen er verscheidene niet genoemde vrouwen, met specerijen zelfs, die steen reeds afgewenteld vinden, direct het graf binnengaan, maar daar nog niemand vinden; na een poosje, waarin ze zich al zorgen zijn gaan maken, komen er twee mannen in glanzende kleren op hen toe die hun inlichtingen over Mij geven! - Bij Johannes (20: 1-14) komt er maar één vrouw, namelijk Magdalena, die het graf open aantreft, maar niemand erin; daarom loopt ze naar Petrus, en Petrus komt met de andere leerling haastig naar het graf en vinden daar behalve de opgestepelde linnen doeken niets, gaan vervolgens weer naar huis, en pas hierna kijkt de huilende Magdalena in het graf en ziet aan hoofd- en voeteneinde twee engelen in witte kleren, die alleen maar vragen: ‘Vrouw, waarom huil je?’ En nadat ze de vraag beantwoord heeft, sta Ik ook al achter haar! - Wat moet iemand, die hierbij uiterlijk, puur werelds en historisch volgens zijn verstand oordeelt, bij deze vier zeer verschillende mededelingen noodzakelijkerwijze wel vinden, als hij echt spitsvondig en kritisch te werk wil gaan? - Ik zeg je: ofwel de dood van zijn verstand, ofwel de dood van zijn geloof. De dood van zijn verstand, als hij daar een goddelijk mysterie vermoedt en dat aan Mijn wijsheid en almacht overlaat. De dood van zijn geloof echter, als hij zegt: Als het feit authentiek zou zijn, zouden daarin niet slechts vier, maar honderd geschiedschrijvers qua aantal, de wijze waarop, de woorden en in feite in alles overeen moeten stemmen - maar ieder van de vier evangelisten zegt iets heel anders! Wie heeft er gelijk? - Geen van hen! - En dus geloof ik ook niets! Maar kijk, noch het verstand, noch het geloof moet gedood worden. Hoe kan dat? Ik zeg je: alleen door liefde, deemoed, zachtmoedigheid en geduld! Als deze vier zaken één worden in de mens, zal er ook een grote hoeveelheid levend licht komen in zijn hart, waarin alle tegenstrijdigheden opgelost zullen worden! Neem dat in acht, dan zal het jullie ook duidelijk worden. Als jullie echter met je verstand Mijn schatgravers willen zijn, waarlijk, dan zullen jullie enkel afval vinden! - Wie echter zijn hart door zijn verstand wil wekken, zij ervan verzekerd dat het alleen maar doodt; want er is geen zwakkere liefde dan die van het verstand! - Wie echter het leven wil ontvangen, moet zacht en geduldig liefhebben en geloven en niet als een slechte rentmeester een voorbarige verantwoording van Mij verlangen, want ware kinderen hebben de Vader lief en twisten niet met Hem! - Begrijp dat goed! - Amen’.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Waarom heeft geen mens of dier zijn hart in zijn meetkundig centrum zitten?
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Hoe ziet het zwaartepunt van de aarde er dan uit? Ik zei al, dat het van eenzelfde gesteldheid is als dat van een mens of van een ander, dier lijk hart. Dit zwaartepunt is dus ook een in verhouding tot het grote aardelichaam staand groot aardehart dat, evenals het mensenhart, de weefstoel of de werkplaats is van het gezamenlijke organische leven van de aarde.
Hoofdstuk 2: Het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan