Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 348 van 728

...  336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361  ...
[2] Ze kwamen weldra dichtbij, en onder hen herkende ik ook al gauw die vriend, die mij in de vroegere zandwoestijn die goede raad had gegeven, en hij zei tegen mij: 'Wek nu in jezelf een oprecht gevoel van liefde, medelijden, erbarmen en weldoen, dan zullen er weldra verscheidene mensen naar je toekomen die het nu nog net zo vergaat als het jou is vergaan! Deel dan je levensbrood en je levenswijn met hen, dan zullen ze spoedig daarna gelukkiger en jouw buren worden! Laat echter degenen die niets van je willen aannemen, overeenkomstig hun wil weer verder trekken en een plaats en een onderkomen zoeken, dan zal het hun verder net zo vergaan als het jou bij je zoeken is vergaan! Blijf jij echter van nu af aan steeds groeien in liefde, erbarmen en in het levende verlangen om arme blinden zoveel mogelijk goed te doen; daardoor zul je zelfsteeds maar rijker en daardoor ook gelukkiger worden!'
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Vele anderen merkten het echter niet op en dachten dat ik opzettelijk de spot met hen wilde drijven, en ze trokken verder.
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Degenen echter die brood en wijn aannamen, zagen ook direct mijn hut en het hele mooie landschap, en ze bleven bij mij. Ik onderwees hen op de manier zoals ikzelf onderwezen was, en weldra werd mijn voorheen eenzame hut omringd door een groot aantal andere goed ingerichte hutten; zodoende kreeg ik mijn eerste dorp en mijn eerste gezelschap en bleef daar zelf zolang, tot ik mijn innerlijk door de liefde voor mijn naaste steeds grootser en weidser had gemaakt.
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] De liefde van de grote Geest, Zijn buitengewoon heldere lichtgedachten, Zijn almachtige wil en Zijn grote barmhartigheid zijn de oerelementen waaruit Hij zulke wonderbaarlijke oorden vorm geeft en ook in stand houdt, zolang Hij wil. In deze wereld zie je dus niets anders dan zo'n oord, dat vanuit de grote Geest in een bepaalde orde tot bestaan werd gebracht; voorjouw ziel blijft het echter alleen maar zichtbaar als iets bestaands, zolang jouw ziel nog met materie omhuld is.
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Deze zei echter nog terwijl hij ging vertrekken (de vader): 'Voor al het overige wat je nog wilt weten moet je je in je hart wenden tot Degene die naast je zit; want Hij kent alle dingen, op deze wereld en in die van ons!'
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] In de grote wereld aan gene zijde bevinden zich reeds talloze betere Joodse en heidense geesten zoals jouw vader; als Ik binnenkort naar Mijn eeuwige oer-zijn terugkeer, zal ook aan al die betere heidenen en Joden aan gene zijde de juiste weg naar het volmaakte, eeuwige leven getoond worden. Alle slechte zielen zullen echter ook altijd de vrijheid hebben om hun leven te beteren en de weg van het licht op te gaan of in hun kwaad te blijven en zich daardoor eeuwig te laten kwellen; want in wat zijzelf willen, overkomt hun geen onrecht.
Hoofdstuk 176: De vraag naar de hel en haar geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Daarop aten en dronken allen en spraken veel met elkaar over Mij. Ik at en dronk echter niets meer en rustte in zekere zin uit van de vermoeienissen van de dag. Tegen middernacht begonnen ook de anderen slaap te krijgen, en de opperstadsrechter, de Farizeeën en de Joden gingen naar hun huizen. Ik bleef echter zoals gewoonlijk met Mijn leerlingen de hele nacht aan tafel zitten.
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Deze priester van ons is echter ook verstandelijk ongelooflijk dom en weet niets anders te vertellen dan oude, al meer dan duizend keer uitgekauwde godenfabels; daarbij vreet hij als een wolf en zuipt hij als een os, vooral als hij ergens wijn vandaan kan halen. Daaruit bestaat zijn Apollinische wijsheid; en voor zo iemand zou ik vrees en respect moeten hebben? Werkelijk, dan zou ik me moeten schamen om zelf een mens en dan ook nog een Romein te zijn!'
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Bespaar je die moeite, want als Ik Mij wil wassen, kan Ik overal voldoende fris water krijgen! Maar vlak bij deze stad is een berg, die beroemd is uit de tijd van de profeet Mozes, die Ik nog voor zonsopgang wil beklimmen. In de Oudhebreeuwse taal heet hij 'Nebo', maar jullie noemen hem 'mons Mosis'*. (* Latijn voor: 'berg van Mozes'.) Maak het ochtendmaal dus niet te vroeg klaar, want Ik wil daar ongeveer drie uur blijven!'
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Naar het westen was het echter erg nevelig; slechts hier en daar staken de hoge toppen van de Libanon boven de nevel uit, en ook van de bergen in het noorden zag men enkel de top van de Hermon, waar de Jordaan ontspringt.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Op datzelfde ogenblik was er al een zon te zien, echter tamelijk hoog boven de horizon, die precies op de echte zon leek.
Hoofdstuk 179: De merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Dat is echter ook geen echte zon, maar een afspiegeling van de zon die nog onder de horizon staat, zichtbaar in de spiegel van een volkomen rustig geworden luchtlaag; deze zon zal echter snel verdwijnen wanneer de echte opgaat.
Hoofdstuk 179: De merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Dat zal hun echter -wat zij heel goed inzien -voor de toekomst weinig baten, omdat reeds velen in het volk weten dat de oude Ark des Verbonds haar kracht heeft verloren en de nieuwe geen andere kracht bezit dan die, welke de mensen haar met hun grove kunsten verlenen.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Daarop zei Ik tegen de Farizeeën: 'De opperstadsrechter heeft jullie een heel goed antwoord gegeven; want Ik, de Heer van al het leven, heb Mozes in plaats van zijn zondige vlees allang een ander lichaam verschaft, en satan zou geen macht over het lichaam van Mozes hebben gehad als Mozes vroeger in zijn vlees nooit een zonde begaan zou hebben. Maar omdat hij ook gezondigd had wat zijn vlees betreft, hoewel zijn ziel en zijn geest zuiver uit de hemelen stamden, wilde satan bezit nemen van wat bij Mozes van hem was. Daarbij won hij echter niet alleen niets, maar verloor hij wat zijn macht betreft vrijwel alles, en vanaf dat tijdstip mocht hij aan geen enkel sterfelijk mens op de hele aarde meer verschijnen, wat zijn invloed buitengewoon veel schade berokkende; want vanaf die tijd gingen veel heidenen over naar de leer van Mozes, en het grote orakel in Dodona, een zeer belangrijk werk van satan voor het verleiden van de mensen van deze aarde, werd vernietigd en mocht daarna nooit meer opnieuw opgericht worden. Ook het veel jongere orakel in Delphi verviel spoedig na de val van de stad Troje en werd later nooit meer helemaal opgericht. - Maar laten we ons nu niet verder met die dingen bezighouden; want ze hebben geen waarde voor het innerlijk van de mens!
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Want er waren nog enkele Farizeeën Dismas en Barnabas achterna gekomen, en die zeiden zelf: 'Ja, ja, wonderbaarlijk om te zien wat daar geschreven staat! Het oude Verbond met Abraham is ten einde en heeft geen geldigheid en werking meer; want wij weten immers allemaal dat de werking van de Ark des Verbonds al bijna dertig jaar geleden zo goed als geheel opgehouden is -alleen Simon en Zacharias kenden die nog in haar gebruikelijke kracht. De staf van Aäron werd niet meer groen en de zeven toonbroden werden door de motten tot stof stuk geknaagd. Alleen de twee stenen tafelen zijn nog gebleven; maar wat daarop geschreven stond werd van jaar tot jaar onleesbaarder, en daarom was het noodzakelijk om de hele oude Ark des Verbonds, met uitzondering van het goud ervan en de twee grote cherubs, reeds twintig jaar geleden te vernietigen en in plaats daarvan door een vooraanstaand en uitstekende schrijnwerker van hetzelfde hout een nieuwe te laten vervaardigen, overeenkomstig de vorm van de oude met het goud te beslaan en de twee cherubs er weer op te plaatsen. En in het midden van de Ark, waar de rookzuil of bij tijd en wijle ook een vuurzuil uit opsteeg, moest de Ark zo ingericht worden dat men er pas aangestoken kolen in kan doen en daar dan wierook en andere welriekende hars op kan leggen om zo een rookkolom te vormen, die echter de hele ruimte van het Allerheiligste dermate in alle richtingen vult, dat men het daar nauwelijks kan uithouden, en de vuurzuil moet met aangestoken nafta tot stand gebracht worden.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  336 - 337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361  ...