Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 349 van 1088

...  337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362  ...
[19] Maar Salomo was in zijn laatste tijd, met al zijn twijfels toch nog veel beter dan jullie nu zijn. Zijn begeerte naar pracht en ook zijn grote zucht naar vrouwen hebben Salomo het misnoegen van de Heer bezorgd, omdat Salomo Hem negeerde, hoewel Hij hem tweemaal verschenen was, met hem gesproken had en hem waarschuwde, om nooit van Zijn wegen af te dwalen. Het gevolg daarvan was dat zijn grote rijk verdeeld werd en aan zijn zoon slechts het kleine gebied rondom Jeruzalem werd toebedeeld; en zelfs deze genade viel Salomo alleen maar ten deel vanwege zijn vader David. Maar jullie zal helemaal geen genade meer ten deel vallen, jullie zullen ondergaan in de poel van jullie ontelbaar vele zonden en jullie totale onverbeterlijkheid!'
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De Egyptenaar zei, terwijl hij naar de twaalf adelaars wees: 'Kijk daar eens! Die wilde roofvogels zullen eerder in Hem geloven dan jullie! Heeft Hij jullie al niet meerdere malen in de tempel onderwezen, en heeft Hij in jullie bijzijn niet de grootste tekenen verricht? Waarom geloofden jullie Hem dan niet?! Hoe meer Hij onderrichtte en hoe groter de tekenen waren die Hij deed, des te toorniger en wraakzuchtiger werden jullie! Als dat nu ontegenzeggelijk bij jullie het geval is, hoe kunnen jullie dan zeggen, dat jullie dat alleen maar doen om tot de volle waarheid te komen en er zeker van te zijn dat Hij de heilbrenger voor Israël is, aan wie jullie zouden geloven? Maar ik vraag jullie, wie ter wereld zou Hem beter aan jullie bekend kunnen maken dan juist Hijzelf? Als jullie Hem niet geloven, wie wil je dan geloven en voor wie wil je je leven dan gaan beteren?'
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zeg jullie echter volgens Gods eeuwige wijsheid in Mij: De grote Meester, die vervuld is van Gods geest en van al Zijn kracht en macht, wil de mensen niet door pure tekenen, maar veeleer door Zijn zuivere, wijze leer op de weg van het licht en van het leven brengen, omdat tekenen de mensen wel dwingen om aan Hem en Zijn woord te geloven, - maar zij schenken niemand een innerlijk vrije, levendige overtuiging van de grote waarheid. Zolang de mens deze waarheid, die hij zich kan verschaffen door nauwgezet volgens de leer te leven, echter niet heeft, zolang is hij wat zijn ziel betreft ook nog als een dode te beschouwen. Want het pure, blinde en opgelegde geloof geeft de mens geen innerlijk waarachtig leven, maar alleen het geloof dat vol licht is en levend is geworden door ernaar te handelen, en dat wordt nooit bereikt door uiterlijke wonderen, maar alleen door het levende woord van de eeuwige waarheid uit God, door die mens die het als waarheid aanneemt en er naar leeft.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Omdat de grote Meester uit Galilea wel het best weet en inziet wat Zijn mensen het ware heil brengt, verricht Hij Zelf openlijk naar buiten toe maar weinig tekenen, maar Hij leert de mensen alleen volledig naar waarheid de wil van God kennen en wekt hen ook op om er naar te handelen; tekenen doet Hij alleen maar wanneer Hij er zeker van is, dat zij niemands ziel kunnen schaden.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Toen kwam Rafaël naar voren en zei: 'Dan zullen jullie heel veel goed te maken hebben wat je de arme mensheid aan kwaads hebt aangedaan! Anders is er voor jullie geen vergeving van je zonden mogelijk; want als de mensen jullie niet vergeven watje hun schuldig bent, dan kan God jullie ook niet vergeven!'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Toen Rafaël ten aanschouwe van de mensen het brood, enkele vissen en ook een beker wijn genuttigd had, ging hij snel naar de vier mannen toe en zei: 'Kijk, ik ben al klaar en zal jullie nu meteen uit jullie gerechtigheids droom helpen!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Jullie verontschuldigden jezelf daarnet met de strenge wetten van jullie tempel, die jullie niet gemaakt en ingesteld hebben; maar wie gaf jullie dan de wet die voorschrijft dat jullie handlangers, op allerlei wijzen verkleed, naar de mensen moeten zenden om hen door allerlei listen en andere verleidingen tot zonde tegen God, tegen jullie en tegen de tempel te verleiden? Wanneer iemand zich door hen liet verleiden, dan werd hij door de verleiders bij jullie aangeklaagd, en jullie zonden dan meteen de beulsknechten en gerechtsdienaren er op uit. Die brachten de schuldige bij jullie en jullie legden hem als hij ook maar enig vermogen had, onbetaalbare straffen op. Schapen, kalveren, koeien, ossen, stieren en ezels, graan, kippen, wijn en geld moest hij jullie geven als verzoening voor zijn zonden; als hij eventueel ook mooie dochters had, dan moest hij die hetzij aan de tempel offeren of daarvoor een groot losgeld betalen. Zeg zelf nu eens of dat geen zonde was, die jullie op een ten hemel schreiende manier aan de mensen begaan hebben!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Een Farizeeër zei: 'Dat kun je wel zijn; maar ik begrijp alleen niet hoe jij, nauwelijks een jonge man, aan die wijsheid bent gekomen! Ben je soms ook een Galileeër en heb je dat allemaal van de grote profeet geleerd om zo tegen ons op te treden waar iedereen bij is, - en toch hebben we je naar ons weten nooit kwaad gedaan!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Je hebt ons nu zelfs voor de voorname, hoge Romeinen van grote misdaden en ten hemel schreiende onrechtmatigheden beschuldigd, die wij zelfs met de beste wil nooit kunnen goedmaken; als jij echter de ellendige wereldse omstandigheden waarin wij leven daarbij in aanmerking neemt, dan zul je ook met jouw wijsheid inzien, dat geen mens tegen de stroom in kan zwemmen en dat ieder mens zijn huik naar de wind moet hangen.
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De Heer in de hemel zal wel weten waarom Hij ons zo lang met de grootste blindheid gestraft heeft; maar ik ben daarom ook van mening dat Hij ons naar alle rechtvaardigheid niet kan verdoemen, omdat wij als blinden in de afgrond zijn gevallen. Voor zover onze krachten en middelen reiken, zullen wij alles doen wat er maar gedaan kan worden; maar alles goed te maken wat er door onze blindheid aan kwaads en slechts gedaan is, is onmogelijk -behalve in gedachten.
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als jullie in Hem zouden geloven, dan konden jullie ook vergeving van jullie zonden ontvangen; maar wanneer jullie niet in Hem geloven en Zijn leer niet aannemen en daar ook niet naar handelen, dan blijft jullie zonde -in jullie en daarmee ook de eeuwige dood. Hij alleen is de Heer , zoals alle profeten over Hem gezegd hebben, en daarom kan Hij ook ieder die tot Hem komt de zonden vergeven; maar als een meester tovenaar , waarvoor jullie Hem aanzien, zal Hij jullie vele zonden niet kwijtschelden en vergeven!
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Dat wij echter geen tovenaars zijn, zoals jullie geloven, zal ik je meteen laten zien. Kijk eens naar me of ik iets anders aan heb dan alleen maar dit heellicht geplooide gewaad! Nu vraag ik jullie: wat willen jullie dat ik enkel door mijn wil te voorschijn zal roepen? Maar kies iets goeds, waarachtigs en dus verstandigs!'
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar Rafaël zei tegen hen: 'Wel, de door jullie gewenste boom staat op zijn plaats, overvloedig beladen met rijpe vruchten; ga er naar toe en proef de vijgen, en beoordeel of zij waardeloze toverij zijn of volle realiteit!'
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Daarop gingen Nikodemus, Jozef van Arimatea en nog enkele anderen dadelijk naar de mooie boom, plukten enkele vijgen van de takken, aten ze met groot welbehagen op en prezen de goede smaak. Toen gingen ook de Farizeeën erheen en aten ook van de werkelijk heerlijk uitziende en zeer aanlokkelijke vijgen en hadden geen woorden genoeg om de heerlijke smaak te prijzen.
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Toen zij ettelijke vijgen gegeten hadden, gingen zij vol verbazing weer naar de engel, bekeken hem van top tot teen en zeiden na een tijdje (de Farizeeën): 'Jong mens, ben jij werkelijk ook alleen maar een mens zoals wij, of ben je soms een of ander hoger wezen?'
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  337 - 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362  ...