Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 350 van 1110

...  338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363  ...
[2] Ik zei: 'Mijn vriend, mogelijk is alles, maar om heel veel wijze redenen niet doenlijk of toelaatbaar. Er zijn veel zeer behoeftige en onder allerlei kwalen lijdende mensen die jij, volgens jouw hart, dat Mij zeer welgevallig is, zeker graag zou willen helpen; maar kijk, als je hen volgens jouw beste weten en geweten geholpen zou hebben, zouden zij in werkelijkheid helemaal niet geholpen zijn, maar je zou juist het tegendeel voor hen bereikt hebben!
Hoofdstuk 92: Over het goed doen. Leiding van mensen door de goddelijke voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Als wereldse rechters dat zouden begrijpen, konden zij ook menige aartsmisdadiger nog omvormen tot een goed mens; maar zij staan bij grote misdadigers meteen klaar met de doodstraf en maken de totaal onverbeterlijke misdadigers daardoor juist tot volledige duivels in de geestenwereld. Dat moet in het vervolg bij jullie echter niet meer voorkomen!
Hoofdstuk 93: Het kwade en het gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Rafaël zei: 'We gaan weer opgewekt terug; want iemand die zo graag en gewillig als jij de wil van de Heer doet, hoeft dat voor de Heer niet met daden te bewijzen. Want een volkomen aan de Heer toegewijde wil is voor de Heer al de daad zelf; dan volbrengt de Heer Zelf de daad, zoals je hier ziet. O, als de mensen dat maar goed inzagen en daar volgens hun hart naar handelden, wat een gemakkelijk en onbezorgd leven zouden zij dan al op aarde hebben, en welke gelukzaligheden zouden zij dan al op aarde genieten! Maar nu zijn ze blind en verdwalen in de dode materie en stikken daarin. Vaak werken zij zich voor hun brood bloedig in het zweet, terwijl zij het zonder lichamelijke inspanning van de Heer konden krijgen, en dan nog zuiverder en beter dan dat waar zij zelf voor kunne~ zorgen.
Hoofdstuk 91: Voorziening in levensbehoeften door overgave aan de wil van de Heer. De materiële en de geestelijke zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] 'Moet de liefdeloosheid van de mensen dan steeds maar doorwoekeren op deze aarde?' Nee, zeg Ik je, dat zeker niet! Maar kijk, volgens het wijze raadsbesluit van God moet alles zijn tijd hebben op aarde, om de mensen te laten rijpen voor het ware kindschap van God! Daarom heeft de rijke zijn tijd om rijk te zijn en met zijn overvloed barmhartig te zijn voor de armen, en de arme heeft zijn tijd om zich te oefenen in geduld en zelfverloochening en zijn nood en ellende op te offeren aan God, en dan zal God de arme al gauw op de voor zijn zieleheil beste wijze helpen en ook de harde rijke te rechter tijd tuchtigen. Want zowel de rijke als de arme zijn geroepen tot het kindschap van God.
Hoofdstuk 92: Over het goed doen. Leiding van mensen door de goddelijke voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Moeten jullie al oordelen, vel dan, zoals Ik het jullie nu verteld heb, een juist oordeel tot ware en zeker mogelijke verbetering van de zondaar, maar niet om hem nog duivelser te maken!'
Hoofdstuk 93: Het kwade en het gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'Dat kun je wel doen, hoewel je daarmee niet veel zult bereiken. In Rome hebben jullie weliswaar een aantal uitstekende wetten, maar daarnaast een groot aantal slechte, verkeerde gebruiken, naast welke iets wat goed en waar is vrijwel nooit volledig wortel kan schieten.
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Jullie hebben weliswaar op roof, moord en doodslag en nog op sommige andere misdaden de doodstraf gesteld; maar bij jullie grote feestgelagen moesten ter vergroting van jullie genoegen bepaalde gladiatoren op leven en dood strijden, en de overwinnaar werd dan geëerd. Kijk, dat is slecht en strekt geen volk tot zegen! Ook houden jullie allerlei gevechten met wilde dieren, waarbij mensen heel vaak op gruwelijke wijze hun leven moeten verliezen, en toch vinden jullie dat zeer vermakelijk! En kijk, ook dat is een groot kwaad! Daarop rust vrijwel nooit een zegen van boven; en als die ontbreekt, heeft geen staat en geen volk een vast en duurzaam bestaan, dat kun je beslist van Mij aannemen.
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Als je er echter iets aan kunt en wilt doen, draag er dan toe bij dat dergelijke dingen, die voor jullie stad en jullie grote rijk erg kwalijk zijn, verhinderd worden, en dat in ieder geval jullie, die nu ziende zijn geworden, daaraan niet deelnemen, en nog minder deze jeugd, die je mee naar Rome zult nemen, dan zul je je altijd en overal in Mijn zegen kunnen verheugen.
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik heb jullie allen alleen de twee geboden der liefde gegeven, die jullie getrouw in acht moeten nemen; maar om deze geboden te houden, mag men geen behagen scheppen in die wilde gevechten.
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Als een arm kind je om iets vraagt, wijs het dan niet af, maar zegen het en verkwik zijn hart, dan zul ook jij eens in de hemel door Mijn engelen verkwikt worden! Want dan zegje met Mij: Laat de kleinen allen tot mij komen en verhinder ze dat niet; want van hen is immers het hemelrijk! Waarlijk, dat zeg Ik jullie allen: Als jullie in je hart niet worden als kinderen, dan zullen jullie niet in Mijn rijk komen! Want Ik zeg jullie, dat het hemelrijk vóór alles juist van hen is.
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Ik weet echter dat bij jullie het slechte gebruik bestaat om zeer arme kinderen in het geheim vaak vreselijk te martelen, zodat tengevolge van dat martelen een kwaadaardig, giftig speeksel uit hun mond begint te stromen, waaruit die verdorven priesters en magiërs van jullie een gevaarlijk gif bereiden. En vriend, dat gebeurt in Rome nog heden ten dage! Waar zulke gruwelen nog geheel koelbloedig begaan kunnen worden, daar is de volledige hel nog erg actief, en van Mijn genade is daar weinig te bespeuren. Wijze en rechtvaardige rechters zouden daarom reeds lang tegen zo'n ten hemel schreiend kwaad met grote vastberadenheid hebben moeten optreden; maar in dit opzicht is er nog maar weinig of niets gebeurd.
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Ik zeg jullie: Ik zal degene die zo'n misdaad aan dieren zou begaan, met toornige ogen aanzien; want ook dieren zijn Mijn schepselen en hebben leven en gevoel, en een verstandig mens moet zijn kwade wil niet op hen botvieren. Maar hoe eindeloos veel hoger staat zelfs het armste kind dan alle dieren der aarde! Wie zich dus zo aan een kind vergrijpt, is een duivel en is vervloekt!
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] Deze belofte gaven ook de andere Romeinen, en Ik zei: 'Dat is goed, en waar jullie werkelijk in Mijn naam bijeen zullen komen, zal Ik in de geest bij jullie zijn en jullie al het goede en ware helpen uitvoeren! Maar wat Ik jullie zeg, is en blijft eeuwig waar; want waarlijk, waarlijk, Ik zeg jullie: Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden en hun vervulling nooit in der eeuwigheid! Handel daarom allen altijd in Mijn naam, dan zal Ik jullie altijd helpen en jullie het eeuwige leven geven!'
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Lazarus zei: 'Ja, m'n waarde kunstenaars, dat hangt in het bijzijn van mijn gasten nu niet van mijzelf af, maar veeleer van deze buitengewoon hooggeëerde gasten! Ik zal eerst met hen spreken en jullie dan hun wil mededelen.'
Hoofdstuk 95: De drie magiërs uit Indië en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Toen haalde een van hen een dode vogel onder zijn mantel vandaan en zei: 'Kijk, hier heb ik een vogel, die absoluut dood is! Ik zal hem nu in kleine stukjes scheuren, vervolgens de stukken tussen twee stenen zo fijn mogelijk vermalen, daarna aansteken en tot as verbranden en tenslotte met deze wonderstaf de nu volledig dode vogel weer helemaal levend uit de as tevoorschijn halen en de vogel zal dan, voor jullie ogen, levend wegvliegen.'
Hoofdstuk 95: De drie magiërs uit Indië en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363  ...