5587 resultaten - Pagina 350 van 373
... 338 - 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 ...
[16] Hoe deze drie aarden met elkaar verbonden zijn en hoe door hen de innerlijke drijfkracht van het hart werkt, zullen we in de volgende uiteenzettingen nader bespreken.Hoofdstuk 5: De inwendige bouw van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Deze verschillende ringen, die jullie onder de naam 'jaarringen' bekend zijn en het tussen hen liggende zachte en witte spint, evenals de van het centrum tot de schors uitgaande stralen, getuigen van de werking van de boven beschreven kleine nevenzwaartepunten. Ze zijn eigenlijk alleen maar nawerkingen van de voornaamste leven verwekkende werking, die zich ongeveer daar in de boom bevindt waar de kernen van alle wortels en twijgen in de hoofdkern van de stam uitmonden. Daar bevindt zich dan ook het voornaamste zwaartepunt of het gewone hart van de boom. Een beschadiging daarvan zou de boom onherroepelijk de dood brengen.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Laten we nu een dier bezien. Iedereen ziet duidelijk bij een dier het eerst de huid, die geheel opgevuld is en de gestalte van het dier duidelijk laat zien. Binnen de vaak uit meerdere lagen bestaande huid is het vaste beenderenstelsel, dat door een spier- en gedeeltelijk kraakbeenachtige vleesmassa stevig bij elkaar wordt gehouden, net zoals de harde schaal van een noot of de schedel van elk hoofd. Dat is het tweede dier, ook wel geraamtedier genoemd. Binnen dit beenderenstelsel zijn diens ingewanden, zoals longen, lever, milt, darmen en temidden van deze meer edele delen van het dier het hart zelf, dat het leven voortbrengt; dat is nu het derde dier waardoor de beide buitenste delen hun voeding en leven ontvangen, en wel door de talloze organen en vaten, die van binnenuit in de twee buitenste uitlopen.
Hoofdstuk 5: De inwendige bouw van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Als het jullie mogelijk zou zijn door ogen met de vergrotingssterkte van een microscoop in één keer dwars door een boomstam heen te zien, van zijn kern tot aan de schors en ook vanaf de onderste wortelvezels tot bovenaan de hoogste knop, dan zou je naast de naar boven lopende buisjes met hun talloze pompen, sluitkleppen en openingsventielen nog een heleboel kleinere dwarsorganen ontdekken, die zich vanaf de kern van de boom tot aan de buitenste schors uitstrekken in een ongelooflijk aantal windingen en krommingen. Overal waar ze de omhoog lopende buisjes kruisen, zijn ze voorzien van elastische kleppen. Al deze pompen, kleppen en ventielen zijn als het ware speciale zwaartepunten, waardoor het levensprincipe in de hele boom wordt verdeeld en al deze hoofd - en zijbuisjes of de jullie bekende drie bomen zijn onderling door de genoemde dwarsbuisjes, die zich van het merg tot aan de schors uitstrekken, verbonden. Tot in alle delen van de zo even aangegeven boom werkt dan het hart, het voornaamste levensprincipe van de boom.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Zoals bij een boom uit zijn hart talloos vele kanalen opstijgen en zoals van de kern van de boom, die in zekere mate een voortzetting van het hart van de boom is, ook weer vele nog kleinere dwarsbuisjes lopen en de omhoog lopende kanalen vooral in de buurt van de stam steeds vaker gekruist doorbreken, zo is dat ook bij het aardelichaam het geval. Hoe dichter de organen bij het hart liggen, des te groter zijn ze. Hoe verder ze daarvan verwijderd zijn, des te kleiner zijn ze en des te meer tot in het oneindige vertakt.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[20] Ook een boom zuigt alleen maar regendruppels en dauw van de aarde door zijn wortelhaartjes naar binnen. Maar in zijn hart en maag heb Ik goede chemici aangesteld, die in staat zijn deze ingezogen sappen behoorlijk te onderzoeken en te verwerken en wel op een manier, die zelfs de geleerdste scheikundige niet kan uitvinden of beseffen.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] De maag van de aarde ligt vlak onder het hart, tamelijk in het midden van de aarde. Het is een ongeveer 10 vierkante mijl omvattende holle ruimte, die in alle richtingen door kleine en grotere dwars zuilen - vele met een doorsnede van wel 200 klafter (** Oude lengtemaat (vadem). 1 Weense klafter = 1,9 m.) als het ware in alle richtingen deels groter wordt gemaakt, deels wordt ondersteund. Deze maag en de zich daarin bevindende dwars stutten, die er uitzien als ovale stroken en ook als ovale zuilen met bovengenoemde doorsnede, bestaan niet uit een vaste massa, maar ze hebben ongeveer dezelfde hoedanigheid als een grote elastische gummizak, waarvan de binnenwanden ook met dezelfde gummi achtige massa verstevigd zijn, zodat ze niet door een van buitenaf werkende zwaartekracht samengedrukt kunnen worden.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Jullie weten dat voor het fysieke leven niet alleen een hart en een maag, maar ook een long nodig is. Elk dier heeft een ademhalingsorgaan. Ook bomen en planten moeten zulke transpiratieorganen hebben, waardoor ze binnen de 24 uur in - en uitademen.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Bij elk dier is de milt één van de belangrijkste organen na de longen; Het is de eigenlijke energiebron van elk dierlijk lichaam. Dit orgaan is tot behoud van het leven net zo noodzakelijk als het hart, de maag en de longen, want zonder de milt zouden de organen in elk dierlijk lichaam dood zijn.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] De vorm van de aardlong aanschouwelijk te maken is moeilijk, behalve als jullie de long van een olifant eens zouden kunnen zien. De long van een mammoet zou nog beter zijn, doch om deze in onze tijd te zien is nu eenmaal onmogelijk, daar dit dier helemaal is uitgestorven. Er is echter nog wel een daarop gelijkende soort in de oerwouden van Midden-Azië te vinden; maar deze is erg achteruitgegaan als men hem met de vroegere reuzen soort vergelijkt en daarom lijkt de long van een olifant er nog het meest op. Bij een volwassen dier is die zo groot dat hij gemakkelijk meer dan honderd kubieke voet lucht kan bevatten. Haar kleur is blauwgrijs en haar vorm lijkt op die van een grote, holle kokosnoot, waarin natuurlijk nog het hart, de maag, de lever, de milt en de nieren een plaats hebben.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Soortgelijke, weliswaar oneindig kunstiger locomotieven, zijn de dierlijke lichamen; maar hun hele mechanisme, dat uit talloos vele delen en organen bestaat, zou tot niets dienen als de vuurhaard zou ontbreken. Pas deze zet al de tot zich genomen voedselbestanddelen om en drijft ze door zijn eigen kracht in de vaten verder, waar ze in bloed overgaan en dan eerst naar het hart worden gevoerd en hiervandaan naar hun eigenlijke bestemming.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Deze stookplaats in het dierlijk lichaam, milt genoemd, bestaat daarom uit een luchtige massa en kan in haar in alle richtingen lopend celweefsel het elektromagnetische vuur opwekken en onderhouden. Dit opwekken heeft plaats doordat ze door een voortdurende wrijving van haar celweefsels een elektromagnetisch vuur doet ontstaan en dat in talrijke buidelvormige vaten als in kleine elektrische flessen opslaat en als het ware aldoor ermee verzadigd is, om daarvan elk ogenblik het negatieve deel naar de maag en het positieve deel naar het hart te voeren.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Wanneer het als eiwit uitziende sap vanuit de maag in de milt overgaat, dan blijft het een bepaalde tijd in de parelsnoerachtige bloedadertjes zitten en verplaatst zich met elke polsslag een parel verder. Tegelijkertijd wordt met elke polsslag een wrijving van de miltkamers opgewekt. Daardoor vullen deze kamertjes zich met elektrisch vuur, dat bij de maagstreek een positieve en bij de hartstreek een negatieve pool vormt. Vandaar dat de kamertjes in de streek van de maag meer scherpe kanten hebben, terwijl ze naar de streek van het hart meer eivormig worden.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Zoals dus dit heel onbelangrijk lijkende orgaan één van de belangrijkste van het dierlijk lichaam is, zo is ook in de aarde een soortgelijk orgaan aanwezig, dat met recht de milt van de aarde kan worden genoemd. Deze aardemilt is net als in het dierlijk lichaam eerst voor de maag van belang, maar staat ook met het aardehart in nauwe organische verbinding. Want naast de maag, die van de milt zijn verbrandingswarmte betrekt, moet ook het hart zijn pulserende kracht putten uit dit belangrijke orgaan. In niet mindere mate berust ook de werking van de long op die van de milt, hoewel de long voor de helft een geheel vrije beweging heeft die met de wil van de ziel is verbonden, om welke redenen vooral de mens willekeurig nu eens sneller dan weer langzamer adem kan halen.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Zo is het dus met een bloedvat in de milt gesteld; het zal nog gemakkelijker te begrijpen zijn als Ik het met een zeer fijn snoer van kleine pareltjes vergelijk. Zulke bloedvaten vindt men door de gehele lengte van de milt en ook in grote hoeveelheden in de breedte daarvan. Ze beginnen in een enkel vat, dat in verbinding staat met de maag en ze eindigen in een hoofdbloedvat dat direct met het hart verbonden is. Tevens is het hele miltweefsel door een zachte huid omgeven, waar doorheen de miltkamertjes en de parelsnoerachtige bloedvaten als donkerrode wratjes te zien zijn. Omdat de milt bij dieren echter een uiterst teer weefsel is, is ze nog extra met een laag vet omgeven, waardoor ze beter beschermd is en ook vanwege haar voortdurende wrijvende werking een goede vette stof om zich heeft, zodat ze zich door deze werkzaamheid nergens bezeert.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan