Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 351 van 1112

...  339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364  ...
[8] Als je daar nu wat verder over nadenkt, zul j~ jezelf zeker moeten afvragen: 'Hoe kunnen precies dezelfde krachten eigenlijk steeds de meest verschillende resultaten opleveren?' Ik zei je weliswaar dat alle oneindig vele zielesubstanties eerst in de ether, dan in de lucht en in het water aanwezig zijn; maar zelfs het scherpste oog en de allergevoeligste smaak en reukzin kan in géén van de algemene oerelementen ook maar iets vinden van de smaak of geur van enige plant en van haar zoete, zure of bittere vrucht -om over haar vorm en kleur maar niet te spreken. Wel, hoe komt het dan dat vervolgens ieder verschillend zaadje uit dezelfde aarde, hetzelfde water, dezelfde lucht, hetzelfde licht en dezelfde warmte alleen maar die oerstofsubstanties aantrekt en in zichzelf op zijn wijze belichaamt, die het als steeds hetzelfde en onveranderde zaad, al vele duizendmaal duizenden jaren geleden heeft aangetrokken en belichaamd?
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Zie, daar duikt zelfs in de organische materie iets zuiver geestelijks op en laat aan de ontwaakte en scherpzinnige waarnemer zien, dat het enkel in zoverre het iets zuiver geestelijks is, werkelijk 'iets' is, en dat datgene wat de zintuigen van de uiterlijke mens als 'iets' zien en beschouwen, eigenlijk helemaal niets is en dat alleen maar datgene wat in de zaadkorrel verborgen ligt, een werkelijk 'iets' is, omdat het iets zuiver geestelijks is. Dit bevindt zich in het voor jouw oog nauwelijks zichtbare, uiterst kleine omhulseltje in het kiemhuisje dat door de hele zaadkorrel omsloten wordt. Dit zuiver geestelijke, dat in het genoemde omhulseltje ligt opgesloten, is een met liefde, licht en wilskracht vervulde gedachte of een idee, die volkomen geïsoleerd is van de talloos vele andere gedachten en ideeën, die ieder op zichzelf net zo afgebakend, afgezonderd en geïsoleerd zijn.'
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Opdat alles wat er is uit het zuiver geestelijke kan worden en ontstaan en bestaan, moet immers dit zuiver geestelijke vóór alles een waar 'iets' zijn, zodat ieder ander iets daaruit oorzakelijk kan voortkomen. In de zaadkorrel is derhalve alleen de in de kiemhuls rustende geest een werkelijk iets, terwijl de hele rest van het zaadlichaam op zich helemaal niets is, maar dat wat het is, alleen door de daarin wonende geest is. Deze geest werkt volgens de intelligentie die in hem woont, door de kracht van zijn wil, en daaruit ontstaat een plant, een struik, een boom, een dier, en zelfs een hele wereld.
Hoofdstuk 75: De geest, de meest innerlijke kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wat de geest in zichzelf is, heb ik je inmiddels al meerdere malen uitgelegd. Maar dat kun je nu nog niet tot in de diepste betekenis begrijpen, omdat je eigen geest jezelf nog niet heeft doordrongen, maar je kunt er toch al in zoverre in je ziel een voorstelling van maken, dat het oerbeginsel van de geest een levend en zich van zichzelf overduidelijk bewust vuur en licht is, en derhalve de hoogste liefde en de hoogste wijsheid zelf. Meer kan ook de Heer Zelf je daarover niet zeggen!'
Hoofdstuk 75: De geest, de meest innerlijke kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Agricola zei: 'O, maar dat is onbeschrijfelijk! Wat een oneindige hoeveelheid wezens, planten, dieren, landschappen en zelfs menselijke gedaanten! En ik zie ook ontelbare zeer kleine lichtgevende wormpjes langs elkaar heen schieten en - zweven, en nu eens hier en dan weer daar vormt zich een bundel en in een oogwenk ontstaat daaruit een volledige vorm; maar die blijft niet lang bestaan en gaat meteen weer over in een andere vorm. overal is licht, alleen hebben de dingen weinig duurzaamheid en veranderen al gauw weer; slechts een paar vormen houden nu de aangenomen vorm wat langer aan. Nee, bij deze aanblik zou zelfs het sterkste hoofd helemaal duizelig worden!
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Wanneer jij van nu af aan de hele natuur aandachtig bekijkt, zul je daar vinden wat ik je nu heb uitgelegd! Want je kunt in de korte tijd dat wij nu samenzijn niet van mij verlangen dat ik van alle mineralen, alle planten en alle dieren afzonderlijk laat zien, in hoeverre zij uit zuivere geest en in hoeverre zij uit pure zielesubstantie bestaan. Het is voldoende dat ik je nu heel duidelijk heb uitgelegd hoe het zuiver geestelijke, het substantiële en tenslotte het materiële zich ten opzichte van elkaar verhouden. Want de regel die ik je nu gegeven heb geldt voor de hele eeuwigheid en voor de hele oneindigheid; als je de alfa begrijpt, begrijp je ook de omega. Voor wat ertussen ligt, geldt precies hetzelfde, afgezien van de talloze verschillende vormen.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Kijk eens naar de leerlingen van de Heer, waarvan er zich nu nog twee beneden in de tempel bevinden; één van die twee is aan de wereld verslaafd! Zie, deze leerlingen -met uitzondering van die ene - hebben al bijna het punt bereikt waarop ik mij, als zuivere geest, nu bevind; maar het was voor hen beslist niet zo gemakkelijk om zover te komen als jij je dat misschien voorstelt. Zij waren voor het merendeel vissers aan het meer van Galilea in de omgeving van Kapernaüm en waren in het bezit van een huis en grond en hebben vrouwen en kinderen, en zie, zij hebben alles verlaten en volgden gewillig en met grote vreugde de Heer omwille van Gods rijk en om Zijn kracht en macht te verkrijgen! En omdat zij zuiver terwille van het rijk van God de hele wereld de rug hebben toegekeerd, hebben zij ook in korte tijd in zichzelf bereikt wat jij als een groot man van de wereld pas geleidelijk aan zult kunnen bereiken.
Hoofdstuk 75: De geest, de meest innerlijke kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Desondanks wil ik je echter toch een paar tekenen als voorbeeld geven, waardoor je nog iets duidelijker zult zien, dat alleen in de geest alle oerstof en alle realiteit te vinden is. Jullie Romeinen hebben ook een spreuk, die we hier heel goed kunnen aanhalen. Kijk, jullie spreuk luidt als volgt: Quod a principio non valet, aut valere nequit, etiam in successu non aliquid valere potest; ex nihilo nihil erit* (Wat vanaf het begin geen kracht heeft of hebben kan, kan ook later niets tot stand brengen; uit niets komt niets voort.) Daaruit volgt menselijk geredeneerd heel duidelijk dat het zuiver geestelijke een reëel iets moet zijn; want als het volgens de materiële voorstellingen van de mensen een of ander niets zou zijn dat zich onmogelijk van zichzelf bewust kan zijn, hoe zou het dan ooit in eeuwigheid iets kunnen worden dat zich van zichzelf bewust is?!
Hoofdstuk 75: De geest, de meest innerlijke kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Agricola zei: 'Kijk, nu is het mij al weer aanmerkelijk duidelijker, en ik herinner me nu een paar zinnen van de oude wijze Plato. Die onderzocht lange tijd het geestelijk wezen van God en kreeg tenslotte een visioen als in een heldere droom. Hem werd te kennen gegeven dat hij Gods geestelijke wezen zou zien. Toen kwam het hem voor alsof alles om hem heen vuur en licht werd. Het leek of hijzelf helemaal oploste, zonder daarbij echter zijn volle bewustzijn te verliezen. Maar in dit vuur voelde hij geen brandende hitte, maar enkel een machtige, hoogst verrukkelijk weldadige liefdes en levenswarmte, en een stem als de zuiverste harmonie van een welluidende eoluslier sprak uit de vuur en lichtzee tegen hem: 'Zie en voel het geestelijke wezen van God, en voel en zie jezelf in Hem en door Hem!' En Plato zag toen zijn gedaante als mens, en zag om zich heen nog talloze gedaanten zoals hijzelf. In die gedaanten ontdekte hij nog in minuscuul kleine figuurtjes, die allemaal leefden, ontelbaar vele andere vormen, die in totaal echter één enkele menselijke vorm uitmaakten. En zie, jouw uitleg lijkt veel op het droomgezicht van de grote wijsgeer, die overal in ontwikkelde kringen erg bekend is!
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wel, wat zijn deze myriadenmaal myriaden lichtwormpjes en deze ontelbare vormen en gestaltes van alle mogelijke aard en soort, die zich steeds maar opnieuw ontwikkelen? En als ik er naar grijp en zo'n vorm of gestalte wil vasthouden, dan heb ik helemaal niets in mijn hand! Ah, dat is toch wel een echte levensfopperij!'
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Agricola was nu weer in zijn natuurlijke toestand en wilde meteen zijn vogel en zijn vis nader in ogenschouw nemen; maar er bevond zich noch een vogel noch een vis meer in zijn handen.
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Daarop ging de engel op een wenk van Mij op Lazarus toe en beiden gingen het huis binnen om te zien hoe er voor ons en voor de jongeren, die zich nu hoofdzakelijk in de tenten vermaakten, een stevig en toereikend middagmaal werd klaargemaakt van de schapen die Rafaël te voorschijn had geroepen.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Agricola wendde zich daarop tot Mij en zei: 'Nee maar, Heer en Meester, het is mij nu na de uiteenzettingen van deze geest heel vreemd te moede en ik kom mijzelf werkelijk voor alsof ik mezelf niet meer ben! Ik heb van U toch veel buitengewone dingen gehoord en gezien en ik voelde mij daar steeds bij thuis; maar bij de engel ben ik gewoonweg van mezelf vervreemd! Hoe kwam dat nu en wat betekent dat?'
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Met het afvallen van het vlees van de ziel wil Ik niet reeds de volledige en werkelijke lichamelijke dood aanduiden, maar die toestand van de mens, waarin hij zijn zinnelijke en wereldse begeerten vrijwel geheel uit zich heeft gebannen en helemaal is begonnen in zijn geest te leven.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De geest begint zich dan sterk met de ziel te verenigen en deze treedt dan steeds meer in verbinding met de enig ware leefwereld van de geest. Deze leefwereld ligt, voordien onvermoed en ongekend, vooralsnog diep in het hart van de mens, zoals het zuiver geestelijke vonkje in het kiemhulsje van een zaadkorrel.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364  ...